Commissie: Reizen
Categorie: Aanvullende verzekering / huurvoertuig / Informatieplicht / voorwaarden
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
338269/397167
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen consument en ondernemer betreffende een ‘5-daagse winterrondreis’. In dit pakket is de huur van een auto inbegrepen. De consument heeft schade gereden doordat er een spijker in de band van de auto was gekomen. Deze schade bleek achteraf niet gedekt te zijn door de verzekering die de consument had afgesloten. De consument is dan ook van mening dat de ondernemer deze schade dient te vergoeden, omdat hij de consument onvoldoende heeft geïnformeerd over de (aanvullende) verzekeringsvoorwaarden. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat in de voorwaarden van de aanvullende verzekering staat dat schade aan wielen en banden niet gedekt worden. De consument heeft daarnaast zelf besloten het huurcontract te ondertekenen. De commissie beslist als volgt. Het is de verantwoordelijkheid van de consument om zich op de hoogte te stellen van de voorwaarden van de aanvullende verzekering voordat hij die afsluit. Daarnaast wist de ondernemer niet van tevoren dat de consument de desbetreffende verzekering wilde afsluiten. Van de ondernemer kan tevens niet worden verwacht dat hij op de hoogte is van alle voorwaarden van verzekeringen die door autoverhuurders worden aangeboden.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 juli 2024 te Den Haag. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter (digitale) zitting te verschijnen. Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door de heer A.J. van Oosten en mevrouw P. van der Helm.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft de kosten die bij de consument in rekening zijn gebracht in verband met schade aan een autoband (spijker in band).
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Van 20 tot en met 24 maart 2024 maakten wij de ‘5-daagse winterrondreis IJsland-Wintervuur en noorderlicht’ van de ondernemer. Dit betrof een pakketreis waarbij de huur van een auto is inbegrepen, welke reis wordt verzorgd/geregeld door de ondernemer, die daarbij onze contractpartner is. Wij hebben circa € 440,- schade als gevolg van een spijker in de band van de huurauto, welke schade niet onder de dekking van de aanvullende verzekering bleek te vallen. Ik heb de ondernemer om compensatie van deze schade gevraagd, omdat de ondernemer mijns inziens niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht. Nergens in de reisbescheiden (of de webpagina’s van de reis ten tijde van boeking) staat (stond) vermeld dat schade aan banden niet wordt gedekt door de aanvullende verzekering. Mijn ervaring is dat dit normaliter expliciet vermeld wordt in de reisbescheiden en dat dit risico normaliter wordt gedekt door de aanvullende verzekering. Ter zitting heeft de consument nog aangevoerd, kort samengevat, dat de essentie van zijn klacht is dat de ondernemer hem slecht heeft geïnformeerd over de (aanvullende) verzekeringsvoorwaarden. Dat steekt enorm.
De consument verlangt een vergoeding van € 435,09.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 18 juni 2024. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Reizigers kunnen er ter plaatse voor kiezen om aanvullende verzekeringen af te sluiten. Ter plaatse ontvangen zij het huurcontract met daarin alle voorwaarden. Dit contract moet ondertekend worden bij ontvangst van de auto. Het is de keuze van de reiziger of hij deze voorwaarden doorleest, of niet. De consument heeft ervoor gekozen om ter plaatse een Super CDW-verzekering af te sluiten. In de voorwaarden van die aanvullende verzekering staat onder artikel 3.2.4 vermeld dat de CDW of SCDW-verzekering schade aan wielen en banden niet dekt. De consument heeft zelf besloten het huurcontract te ondertekenen en zo akkoord te gaan met de huurvoorwaarden zonder deze te lezen. Een vergoeding van de kosten in verband met de bandschade aan de huurauto is dan niet reëel.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Hoewel de commissie inziet dat de omstandigheden bij het ophalen van de huurauto voor de consument niet optimaal waren om de voorwaarden van een af te sluiten aanvullende verzekering door te lezen, in die zin dat hij in een lange rij stond met wachtende klanten achter zich én de betreffende voorwaarden digitaal doorgenomen moesten worden, blijft het de verantwoordelijkheid van de consument om zich op de hoogte te stellen van de inhoud van de voorwaarden van de aanvullende verzekering voordat hij die afsluit. De consument heeft er echter voor gekozen om die voorwaarden niet door te lezen alvorens hij het contract met de autoverhuurder ondertekende. Met de ondertekening van het contract was hij echter wel gebonden aan die voorwaarden en zijn – gelet op voornoemd artikel 3.2.4 – de kosten in verband met de bandschade aan de huurauto terecht bij hem in rekening gebracht. Ter zitting heeft de consument benadrukt dat hij van de ondernemer had verwacht dat die hem van tevoren op de hoogte had gebracht van de inhoud van de voorwaarden van de aanvullende verzekering. Door dat niet te doen, heeft de ondernemer zijns inziens de informatieplicht geschonden. De commissie volgt de consument niet in die zienswijze. Op de eerste plaats wist de ondernemer niet of de consument ter plekke een aanvullende verzekering wilde afsluiten, op de tweede plaats kan van de ondernemer niet verwacht worden dat hij op de hoogte is van alle voorwaarden van (aanvullende) verzekeringen die door diverse autoverhuurders worden aangeboden.
Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer J.H.M. Boshuis, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, op 30 juli 2024.