Het boekingskantoor had specifieke informatie uit de Toeristiek met de klager moeten bespreken.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D00-2831

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 20 december 1999 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Tenerife, Spanje met verblijf in een appartement op basis van logies voor de periode 29 mei 2000 t/m 19 juni 2000 voor de som van ƒ 2.766,– in totaal.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak.   Eerst is mijn reisgenoot van een trap binnen het complex gevallen en later ben ikzelf daar ook van afgevallen. Beiden hebben we als gevolg daarvan lichamelijk letsel opgelopen en werden we noodgedwongen aan ons appartement gekluisterd. Op vrijdag 2 en 3 juni 2000 werd het zwembad leeggehaald en de dinsdag en woensdag daarop werd met slijpmachines delen van de wand van het zwemband weggeslepen waardoor we last hadden van veel stof zodat we geen gebruik konden maken van ons terras en de deuren dicht moesten houden. Op donderdag en vrijdag werden de wanden en vloeren van het zwembad voorzien van een nieuwe verflaag. Die verf gaf een zeer chemische reuk af waardoor we wederom geen gebruik konden maken van het terras.   We boeken reeds lang bij dit boekingskantoor. Dit kantoor kent ons goed en heeft ook in dit geval rechtstreeks voor ons stoelen gereserveerd in het vliegtuig. Het kantoor is ook op de hoogte van de lichamelijke gesteldheid van mijn reisgenoot. Bij boeking is ons niets verteld over de vele hellende wegen in het complex, hoewel wij naderhand wel hebben gezien dat een en ander is vermeld in de Toeristiek. De betreffende pagina van de Toeristiek hebben we bij boeking niet ontvangen. Wel is die pagina ter sprake gekomen maar het boekingskantoor heeft ons niet de tekst voorgelezen onder bijzonderheden, met name die onder de kopjes Karakteristiek en Obstakels.   We weten dat Uw commissie niet bevoegd is te oordelen over de schade die is ontstaan als gevolg van de valpartijen. Over die kwestie hebben we een advocaat in de arm genomen.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak.   Het betreffende complex staat reeds jarenlang probleemloos op ons programma. In dit geval staat vast dat de reisgenoot van klager hartpatiënt is en ligt het ons inziens voor de hand dat bij boeking zeer zorgvuldig te werk wordt gegaan. Zo had klager zich ervan moeten overtuigen of dit complex aan de specifieke eisen van klager en zijn reisgenoot voldeed. Uit de beschrijving in de Toeristiek blijkt dat de accommodatie in feite niet geschikt is. Vast staat ook dat gedurende twee weken geen gebruik kon worden gemaakt van het zwembad in het complex, echter het zwembad van het naastgelegen complex was wel beschikbaar. Ook is de hostess niet verzocht om overplaatsing van dit complex naar een ander complex. Voor de reparatie aan het zwembad hebben we een vergoeding aangeboden van ƒ 300,–.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Naar het oordeel van de commissie heeft het boekingskantoor de boeking van klager niet naar behoren behandeld. Aangenomen moet worden dat het boekingskantoor op de hoogte is van de conditie van de reisgenoot van klager, hetgeen mag blijken uit het rechtstreeks reserveren van bepaalde vliegtuigstoelen. Het boekingskantoor had bij boeking de tekst van de betreffende accommodatie in de Toeristiek duidelijk en volledig met klager dienen te bespreken. Voor de hand zou hebben gelegen dat boeking van deze accommodatie door het boekingskantoor zou zijn ontraden. Nu op grond van de toepasselijke ANVR-voorwaarden deze tekortkoming van het boekingskantoor aan de reisorganisator moet worden toegerekend, acht de commissie een vergoeding op zijn plaats. De klacht over het niet beschikbaar zijn van het zwembad in het complex gedurende twee weken staat als niet weersproken vast. De daarvoor aangeboden vergoeding acht de commissie redelijk.   De commissie is niet bevoegd een oordeel te geven over de door geleden schade in verband met de valpartijen in het complex. De vergoeding ziet dan ook alleen op de fout bij boeking en de klacht over het zwembad.   Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator hem een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie acht het eventueel meer of anders gevorderde echter niet toewijsbaar.   Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van ƒ 1.125,– te voldoen. Het klachtengeld van ƒ 125,– en het reeds aangeboden bedrag van ƒ 300,– zijn hierin begrepen.   Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.   De reisorganisator dient aan de commissie een bedrag van ƒ 400,– te voldoen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 15 december 2000.