Het geven van advies (bevoegd nu dit voortvloeit uit de contractuele verplichting)

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: OPN04-1721

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag wie aansprakelijk is voor het te hoge warmteverbruik, ontstaan als gevolg van een verkeerd type klep in de binneninstallatie van de consument.

De consument heeft een bedrag van € 453,66 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

De consument heeft in januari 2004 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In 2003 heb ik een huis laten bouwen, dat zou worden verwarmd door middel van stadsverwarming. Omdat mijn installateur daar minder ervaring mee had, heeft hij zich vooraf georiënteerd en daarbij ook contact opgenomen met een medewerker van de ondernemer. De installatie is voorzien van een toegangsklep, die ervoor moet zorgen dat, bij gesloten stand, het warme water niet in onze installatie kan binnen dringen. Deze klep is in totaal drie maal vervangen. Telkens bleek de – elke keer zwaardere – klep niet bestand tegen de hoge druk van 4,5 atm. Uiteindelijk is de zaak opgelost toen er een 6 atm. klep is gemonteerd. Niet alleen de installateur, maar ook ik zelf heb mij bij herhaling gewend tot de ondernemer. Daarbij kregen wij te horen dat geen bijzondere klep nodig was en dat met een klep die een drukverschil van minder dan 1 atm. kon weerstaan, konden volstaan. Dat bleek dus onjuist te zijn.

Als gevolg van een en ander is gedurende vier maanden veel te veel warmte in mijn huis afgeleverd. Ik mag nog van geluk spreken dat de tegelvloer niet is beschadigd. Het argument van de ondernemer dat het een defect aan mijn binneninstallatie betreft, gaat niet op, want de ondernemer heeft verkeerd geadviseerd. Ik beklaag mij bovendien over de uiterst klantonvriendelijke en incorrecte manier van bejegening achteraf. Het voorschot was ook, uitgaande van het hoge verbruik, op een zeer hoog bedrag vastgesteld. Dat is overigens teruggedraaid.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het klopt dat de ondernemer geen merken van kleppen of iets dergelijks heeft genoemd; enkel is gezegd dat elke klep die een druk tot 1 atm. kon weerstaan, afdoende was. Onze woning was een van de eerste in het vrije sector-gedeelte van dit project. Daarom kwamen nadien andere installateurs juist bij ons kijken, hoe de installatie aangelegd moest worden.

De consument verlangt vergoeding van het geschatte meerverbruik als gevolg van de telkens defect rakende klep.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Het hoge verbruik van de consument blijkt te zijn veroorzaakt door een gebrek in de binneninstallatie, waarvoor wij niet verantwoordelijk zijn. Bij navraag is van een advies, dat door ons gegeven zou zijn omtrent het type klep, niets gebleken. Dat soort adviezen geven wij ook niet; dat is de verantwoordelijkheid van de installateur. Wij geven enkel advies over bepaalde technische specificaties, zoals de weerstand van de klep, de druk waarbij de klep moet sluiten, en de maximale druk. Als de druk de volgens de fabrikant opgegeven specificaties niet aan kon, dient de consument zich tot de fabrikant te wenden. Wij zijn inderdaad nalatig geweest bij het reageren op de klachten. Het voorschotbedrag is inmiddels aangepast.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

Het valt niet meer precies na te gaan wat in dit concrete geval is gezegd. Daarom kan ik slechts iets zeggen over wat gebruikelijk is. Op eigen initiatief geven wij in elk geval geen advies. Maar als een installateur vragen heeft omtrent bepaalde technische aspecten, geven wij daar natuurlijk zo goed mogelijk antwoord op.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer betwist (bij gebrek aan wetenschap) dat een van haar medewerkers een bepaald type klep zou hebben geadviseerd. De ondernemer heeft erkend dat hij wel mededelingen doet over dat soort technische specificaties. In de relatie tussen de consument en de installateur is laatstgenoemde in beginsel verantwoordelijk voor het opleveren van een deugdelijke installatie. Van hem mag verwacht worden dat hij daartoe de vereiste deskundigheid bezit. Indien hij daartoe informatie van een derde nodig heeft (bijvoorbeeld de ondernemer!) dient hij desondanks op grond van zijn contractuele relatie met de consument voor het resultaat in te staan; hij kan zich niet verschuilen achter eventueel onjuist verkregen informatie. Als die informatie inderdaad onjuist was, kan de installateur zich eventueel verhalen op degene (zoals de ondernemer) die die verkeerde informatie heeft verschaft, doch hij – de installateur – blijft verantwoordelijk tegenover de consument.

Overigens zij opgemerkt, dat de installateur geen partij is in dit geschil zodat bovenstaand oordeel geen werking heeft ten opzichte van de installateur. Niet ondenkbaar is, dat het verschaffen van onjuiste informatie door zo’n derde, zoals de ondernemer, aan de installateur onder omstandigheden als een onrechtmatige daad jegens de consument zou zijn te beschouwen. Daartoe zullen echter bijkomende omstandigheden gesteld moeten worden. Bovendien geldt, dat een daarop gebaseerde aanspraak van de consument niet te gronden valt op de overeenkomst tussen de ondernemer en de consument. De bevoegdheid van de commissie is echter uitsluitend op die overeenkomst bij algemene voorwaarden gebaseerd. De commissie zou dus niet eens bevoegd zijn om over een op die grondslag gebaseerde vordering te oordelen.
Gelet op het vorenstaande komt de commissie aan het oordeel of de door de ondernemer gegeven informatie fout is geweest, niet toe.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Het depotbedrag wordt uitbetaald aan de ondernemer.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Openbare Nutsbedrijven op 2 mei 2005.