Het is beide partijen toe te rekenen dat er geen bewijs is van de ontstane schade; schadekosten moeten gedeeld worden

  • Home >>
  • Private Lease >>
De Geschillencommissie




Commissie: Private Lease    Categorie: Kosten / Schadevergoeding    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 203429/214007

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een leaseovereenkomst tussen consument en ondernemer. Na het inleveren van de auto door consument is er schade geconstateerd door ondernemer. De schade ter waarde van € 560,– wordt bij consument in rekening gebracht en consument is het daar niet mee eens. De commissie oordeelt dat ondernemer gelijk heeft wat betreft de onacceptabele schade, maar dat ondernemer de telefonische schademelding deugdelijk had moeten noteren. Aangezien het beide partijen is aan te rekenen dat er geen duidelijk bewijs is, moeten partijen de schadekosten delen. De klacht wordt ten dele gegrond verklaard.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Private Lease (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 25 juli 2023 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

De consument werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam].

Ter zitting werd de ondernemer vertegenwoordigd door [naam].

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een overeenkomst van private lease van 16 november 2018 betreffende een personenauto [naam auto].

De consument heeft in het kader van de afloop van de overeenkomst een bedrag van € 2300,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de consument ten onrechte meerdere eigen bijdragen in rekening gebracht voor schades die betrekking hebben op één schadegeval en voor brandgaatjes in de bekleding. De ondernemer heeft de consument voorts niet ingelicht over schades bij het inleveren van de auto na afloop van de overeenkomst.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Bij factuur van 14 december 2022 zijn aan de consument de eigen bijdragen in rekening gebracht voor de schades die bij inlevering van de auto conform het interne inspectierapport zijn vastgesteld, totaal tot een bedrag van € 2.295,50 inclusief btw. Nadat de consument te kennen had gegeven niet akkoord te gaan met die factuur heeft onafhankelijke expertise (door [naam bedrijf]) plaatsgevonden conform artikel 64 van de Algemene Voorwaarden, hetgeen heeft geleid tot correctie van één post die vervolgens is gecrediteerd, zodat door de consument in hoofdsom resteert te betalen € 2.226,15. De geconstateerde schades zijn aldus aan de consument bekend geworden, terwijl geen sprake is van meerdere eigen bijdragen ter zake van één schadegeval. De als onacceptabele schades aangemerkte brandgaatjes in de bekleding zijn terecht als op zichzelf staande schadegevallen aangemerkt.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Ter zitting is gebleken dat het verschil van mening in het bijzonder betrekking heeft op schades (krassen bumper voor, gebroken achterlicht links, beschadiging bumper achter, beschadiging rechterzijde, deuk dorpel rechts, beschadiging spiegel rechts, beschadigingen velgen rechtsvoor en linksvoor), waarvoor de consument belast is met eigen bijdragen van in totaal € 560,–. De consument stelt dat al deze schades betrekking hebben op één schadegeval van 15 november 2022 en dat deze schades telefonisch aan de ondernemer zijn doorgegeven met de toelichting hoe deze zijn ontstaan. Volgens de consument hoefde hij desgevraagd geen schriftelijk schadeformulier in te dienen, zodat hij erop vertrouwde dat deze gegevens door de ondernemer zouden zijn genoteerd. De ondernemer betwist dat de verschillende schades betrekking hebben op één schadegeval en stelt dat zich van de gespecificeerde melding, zoals verwoord door de consument, geen aantekening in het dossier voorkomt.
De commissie oordeelt dat het aan beide partijen in gelijke mate is toe te rekenen dat thans geen bewijs voorligt met betrekking tot de schade die op 15 november 2022 is ontstaan. Het had op de weg van de consument gelegen om zijn gespecificeerde schademelding schriftelijk te bevestigen, ook al was dat volgens de medewerker van de ondernemer niet in de vorm van een schadeformulier vereist, terwijl de ondernemer deugdelijke aantekening had dienen te doen met betrekking tot de inhoud van de telefonische schademelding. Op grond van deze toerekening dient aan de consument een bedrag van € 280,00 te worden gecrediteerd.

Voor zover geconstateerde brandgaatjes in de bekleding als onacceptabele schades zijn aangemerkt, sluit de commissie zich bij het standpunt van de ondernemer aan. De consument heeft geenszins aannemelijk gemaakt dat deze schades niet als op zichzelf staande schadegevallen betrekking hebben.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 280,– te crediteren.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een deel van het klachtengeld aan de consument te vergoeden, namelijk een bedrag van € 64,–.

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.

Aan de ondernemer komt toe een bedrag van € 2.226,15 minus € 344,00, aldus € 1.882,15. Het restant van het depotbedrag, zijnde € 417,85, zal aan de consument worden gerestitueerd.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden gematigd met 50%.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Private Lease, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer C.J. Bal, mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 25 juli 2023.