Het is niet de verantwoordelijkheid van de ondernemer om de omvang van het waterverbruik te verklaren

  • Home >>
  • Water >>
De Geschillencommissie




Commissie: Water    Categorie: Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 558207/617511

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft de levering van drinkwater door de ondernemer aan de consument. Volgens de consument klopt de omvang van het in rekening gebrachte verbruik niet. De bedragen zouden te hoog zijn, en het bemeterde verbruik zou niet juist zijn. De consument stelt dat een monteur, gestuurd door de ondernemer, heeft vastgesteld dat het onmogelijk is dat één persoon zoveel water verbruikt. De consument eist daarom dat de ondernemer het teveel betaalde bedrag terugstort. De ondernemer stelt dat het berekende bedrag wel klopt. De commissie beslist als volgt. De vaste regel is dat, wanneer de omvang van de levering wordt vastgesteld met behulp van een watermeter, zoals in dit geval, de verkregen gegevens bindend zijn, tenzij aangetoond kan worden dat de watermeter niet goed heeft gefunctioneerd. Dat er in deze zaak sprake is van een uitzondering, is door de consument onvoldoende aangetoond. Bovendien heeft de consument op haar vorige adres zelf verklaard dat haar hoge verbruik klopte, omdat zij langdurig gebruikmaakt van haar douche. Daarnaast is het niet aan de ondernemer om een verklaring te geven voor de omvang van het verbruik. De klacht is ongegrond.

De volledige uitspraak

Samenvatting
Het op de meter geregistreerde hoge drinkwaterverbruik valt de ondernemer niet toe te rekenen.

Beoordeling
De consument heeft, verkort weergegeven, het volgende gesteld. De consument is bij de ondernemer sinds 2018 contractant voor de drinkwaterlevering voor het adres van haar woning. Zij kan zich niet vinden in de omvang van het in rekening gebrachte verbruik. De bij haar in rekening gebrachte bedragen zijn te hoog en het bemeterde verbruik kan niet kloppen. Sinds een jaar of vier of vijf beklaagt de consument zich hierover bij de ondernemer. Pas na vier of vijf jaar heeft de ondernemer een monteur gestuurd. Deze ervaren monteur heeft geconstateerd dat één persoon onmogelijk zoveel water kan gebruiken en dat de watermeter kapot was en heeft deze vervangen. De nieuwe watermeter toont de helft minder waterverbruik dan eerst maar dit is nog steeds te hoog en kan door de consument niet zijn afgenomen. De monteur heeft de watermeter direct weggegooid, waardoor de consument geen bewijzen heeft. De ondernemer had kunnen weten dat de verbruikte hoeveelheid waarvoor zij sinds 2018 moet betalen niet realistisch is voor een 1 persoons huishouden. Dit is door de monteur van de ondernemer bevestigd.
Er moet dus iets anders aan de hand zijn. De monteur kon dit hoge verbruik niet verklaren en zou overleggen met collega’s, maar de consument heeft niets meer van hem of de ondernemer gehoord en evenmin van de Compliance Officer. De ondernemer laat haar onverminderd te hoge (termijn)bedragen betalen en wil alleen maar haar geld. Zij vindt dat zij niet correct door een of meerdere medewerkers van de ondernemer tegemoet is getreden.

De consument verlangt dat het door haar teveel betaalde geld door de ondernemer wordt teruggestort en dat het termijnbedrag wordt verlaagd. Ook wil zij dat de ondernemer kenbaar maakt waarom ook de nieuwe meter een te hoog verbruik meet. De ondernemer heeft gemotiveerd verweer gevoerd en verzocht de klacht ongegrond te verklaren. De commissie stelt voorop dat vaste regel is dat indien het vaststellen van de omvang van de levering geschiedt met een watermeter, zoals hier, de hiermee verkregen gegevens bindend zijn voor het vaststellen van het verbruik, tenzij de watermeter niet juist zou hebben gefunctioneerd of bij het opnemen of verwerken van de meterstand een fout is gemaakt. Dit staat ook zo in de toepasselijke algemene voorwaarden van de ondernemer (artikelen 10.1, 10.4, 12 en 13).

Dat van een uitzonderingssituatie sprake is als hiervoor bedoeld is niet gebleken. Het hoge verbruik van drinkwater alleen is onvoldoende om aan te moeten nemen dat de watermeter niet goed heeft gefunctioneerd. Hierbij wordt betrokken dat de ondernemer heeft aangevoerd dat dit hoge verbruik niet is terug te voeren op een defecte meter, maar op het drinkwaterverbruikspatroon van de consument. In dat kader heeft de ondernemer het volgende aangevoerd. Een monteur heeft bij de consument een huisbezoek afgelegd en uit dat onderzoek kwamen geen defecten aan de watermeter naar voren. De watermeter is niet vervangen vanwege een defect maar als gebaar van goede wil. Het verbruik zou daarna een iets lager, maar nog steeds hoog, beeld te zien geven, maar dat valt nog steeds terug te voeren op het eigen drinkwaterverbruikspatroon. De consument heeft dit onvoldoende weersproken. De ondernemer heeft verder aangevoerd dat ook al sprake was van een hoog verbruik van water door de consument op haar vorige adres waar de ondernemer ook leverancier van drinkwater was, dat de consument zelf meermaals heeft aangegeven veel en langdurig van haar douche gebruik te maken en dat het hoge verbruik bevestigd wordt door de door de consument zelf gemaakte berekening in haar e-mailbericht van november 2021, waarbij wordt uitgekomen op een (afgerond) verbruik van 365 m3 per jaar. De consument heeft dit evenmin weersproken. Uit de stukken blijkt verder niet van feiten of omstandigheden die ter zake dit hoge waterverbruik in de risicosfeer van de ondernemer liggen.

Indien de consument volhardt in haar standpunt dat de oude en nieuwe watermeter niet goed functioneren zou ijking de volgende stap zijn geweest. Nu de consument die watermeters niet aan een ijking heeft onderworpen, dient de commissie ervan uit te gaan dat de watermeters correct hebben gefunctioneerd en de juiste hoeveelheid verbruikt water hebben geregistreerd. Dat betekent dat de vastgestelde hoeveelheid water de meter is gepasseerd en daarmee aan de consument is geleverd, zodat zij voor dit geleverde water de ondernemer dient te betalen. Het is in beginsel niet de taak van de ondernemer een verklaring te geven voor de omvang van het verbruik van de consument. Op welke wijze een consument gebruik maakt van water is diens eigen verantwoordelijkheid en daarop heeft de ondernemer geen zicht en geen invloed. In zoverre faalt de klacht.

Gelet op hetgeen partijen hebben aangevoerd en de door hen overgelegde stukken wordt geen steun gevonden voor het standpunt van de consument dat de ondernemer niet of onvoldoende adequaat op haar klacht heeft gereageerd of deze heeft geprobeerd op te lossen, dan wel op onzorgvuldige wijze de consument tegemoet is getreden. Blijkens de stukken is meermaals, inhoudelijk, bij e-mail en whatsapp door de ondernemer op de berichten van de consument gereageerd. Ook heeft de ondernemer een monteur op huisbezoek bij de consument gestuurd om de huiselijke situatie te onderzoeken en te bespreken, de meter te onderzoeken en heeft hij de watermeter vervangen. Betrokken wordt verder dat de compliance officer van de ondernemer naar aanleiding van een melding van de consument, na onderzoek, geen signalen van onzorgvuldig of onbehoorlijk handelen door medewerkers heeft geconstateerd en dat de medewerkers in lijn met de processen van de ondernemer hebben gehandeld, waarover hij de consument heeft bericht bij e-mail van 8 april 2024. De consument heeft dit niet, althans onvoldoende weersproken. In zoverre faalt de klacht. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Water, bestaande uit mevrouw mr. I.K. Rapmund, voorzitter, de heer mr. E.F. Verduin , mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens , leden, op 25 november 2024.