Commissie: Afbouw
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
475476/510424
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak gaat over het uitvoeren van de overeenkomst tot het aanbrengen van een gietvloer door de ondernemer bij de consument. Volgens de consument heeft de ondernemer zich niet gehouden aan de gemaakte afspraken en kwaliteitsnormen, en is hij hier op eigen inzicht van afgeweken. De vloer is namelijk op sommige plekken in de woning van consument niet vlak aangebracht. Volgens de ondernemer is de vloer wel gelegd volgens de afgesproken norm. Hierop is vooraf een egalisatie aangelegd. Omdat de achterdeur nog wel open moest kunnen is deze daar uitlopend aangelegd. Dit is aan de consument voorgelegd, maar blijkt het er achteraf niet mee eens te zijn. De ondernemer heeft meerdere pogingen gedaan om de hoogteverschillen op te lossen, zodat de achterdeur open kon en het niet hinderlijk was bij de keuken. Echter, bij het plaatsen van de nieuwe keuken blijkt hier nog steeds een gebrek te zitten. De commissie heeft een deskundige ingeschakeld om de vloer te beoordelen.
Wat is de beslissing?
De commissie neemt van de deskundige over dat de vloer niet overal voldoet aan de overeengekomen kwaliteitsnormen. Echter, acht de commissie dit niet toerekenbaar aan de ondernemer in de vorm van onjuiste nakoming. Dit komt omdat de ondernemer veel ongelijkheden heeft moeten wegwerken op de ondervloer. Dit heeft de werknemer adequaat gedaan. De gemeten onvlakheden zijn met het blote oog bijna niet te zien. Deze onvlakheden beletten de consument ook niet in het gebruik van de vloer. De commissie acht de klacht ongegrond.
De volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een (nader) op 9 maart 2023 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het aanbrengen van een PU UV -gietvloer (184 m2) en het daartoe gereed maken van de ondervloer waarvoor de consument in totaal in rekening is gebracht € 26.656,61. (te weten € 10.800,– + € 3.938,40 + € 9.825,60 + € 2.092,61)
De overeenkomst is uitgevoerd in april 2024.
De consument heeft op 9 mei 2024 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft niet geleverd volgens afspraak. De afspraak was dat er een vlakke gietvloer wordt geleverd die voldoet aan NEN Norm kwaliteit 2747 met een beoordelingsklasse 3-4.
De ondernemer is op eigen initiatief zonder overleg afgeweken van deze afspraak.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument blijft bij wat is aangevoerd. De deskundige heeft de metingen correct en op de juiste plaatsen gedaan. Consument heeft daartoe de te meten plekken aangewezen en de deskundige heeft ook zelf naar eigen inzicht metingen gedaan. Consument heeft daarover niets op te merken. Volgens de consument heeft de deskundige dat goed gedaan.
De pui bij de kunststof deur is eigenlijk nooit ter sprake gekomen door partijen. Dat is pas later gebeurd. Tegen opnieuw egaliseren in/bij de keuken heeft consument ja gezegd. Dat moest gebeuren. Later bleek dat de vloer daar toch scheef/onvlak was. De ondernemer als deskundige, had hiervoor eerder moeten waarschuwen, maar heeft dit niet gedaan. Alles wat gedaan moest worden staat in de opdracht. Achteraf zegt consument, dat hij een risicoanalyse heeft gemist. De ondernemer is in het begin herhaald gekomen om de situatie op te nemen alvorens daaraan te gaan werken. Consument heeft helemaal op zijn deskundigheid vertrouwd. Het is jammer dat het zo is gelopen. Het is niet alleen bij genoemde deur te zien, maar dus ook bij het kookeiland. Het is partijen niet gelukt een financiële oplossing te treffen. Partijen liggen te ver uit elkaar.
De consument verlangt: herstel van de vloer volgens de overeenkomsten die zijn afgesproken op 15 december 2023, op 9 maart 2024, en op 27 maart 2024 of een gelijkwaardige oplossing.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Ondernemer heeft bij de consument volgens de norm een PU gietvloer gelegd. Deze is vlak gelegd en gemeten volgens de norm. Er is vooraf een egalisatie gelegd waarop de gietvloer is aangebracht, lopend naar de pui/achterdeur. Deze deur van kunststof moest nog wel open kunnen, vandaar dat deze uitlopend hier naartoe is gelegd. Anders kon deze deur niet meer open. Dit is in overleg met de klant gegaan; achteraf is de consument het er toch niet mee eens. Ondernemer heeft via advocaat een brief verzonden op 15 mei 2024. De consument had namelijk bij oplevering niet de punten schriftelijk noch telefonisch gemeld. Alleen de niet gedekte plekken aflak, heeft ondernemer aangeboden op te lossen. Maar vervolgens is niets gehoord van de consument. Ondernemer is van mening een mooie en goede gietvloer gelegd te hebben, volgens de norm van de NOA en TBA .
In reactie op het rapport van de deskundige wil de ondernemer nog het volgende naar voren brengen.
Bij oplevering is de vloer in gebruik genomen, en is de factuur netjes voldaan. Ook hieruit blijkt dat er niets op de vloer aan te merken was. Pas bij het plaatsen van de keuken door een extern bedrijf is dit gezien. Als er uit wordt gegaan van klasse 4 meting dan is het nihil op bijna alle vloerdelen, bijna 98%. Gelet op het feit dat de plinten geplaatst zijn door de consument, is de PU gietvloer overal netjes bij de plinten gegoten en vertoont die hier geen afwijkingen. De pui van kunststof en de deuren kunnen geen meer hoogte hebben. De gietvloer is vloeibaar en loopt in de keuken naar het diepste punt. Het uitvlakken met cementdek is door de aannemer uitgevoerd. Deze is gestopt op een bepaald punt en toen was het verschil ruim 3-4 cm. Deze optie is toen gekozen door de aannemer omdat ook de pui als uitgangspunt werd meegenomen. De deuren van de pui zijn niet in te korten omdat het kunststof is. Het is tevens de achterdeur en deze moet gewoon gebruikt kunnen worden.
De trappen zijn lager dan de bestaande vloer. Ondernemer kon hier dus niet veel mee doen. Bij de ondervloeren was bij aanvang het betonijzer zichtbaar. De vloer vertoont verder geen zichtbare gebreken en er is geen tekortkoming voor de leefbaarheid op de vloer. Op waarneembare hoogte van 1.5 meter is niets te zien. Ondernemer heeft deze zeer ongelijke ondervloer voorzien van een Alpha egalisatie, deze is ook vloeibaar. Er is totaal voor 3500 kg in gegaan. Dit is allemaal netjes in overleg gegaan en ondernemer heeft dit uitgevoerd in twee fases. Dit is apart gefactureerd. Het meerwerk bestond ook uit een groot aantal meer m2. Op de originele offerte is 160 m2 doorgeven, bij inmeten van de ondervloer is dit 184 m2 geworden. Deze 24 m2 meer is op de meerwerkfactuur gekomen.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer blijft bij wat is aangevoerd. De ondernemer is een eenmanszaak. De partner van de ondernemer heeft bij de consument deze werkzaamheden uitgevoerd.
De hier ter zitting aanwezige heer V. heeft de vloer gelegd en was ook aanwezig bij het bezoek van de deskundige. De achterdeur was een issue, omdat het een kunststofdeur betrof die niet kon worden ingekort. Ook de keuken bleek een issue. Niet vergeten mag worden dat ondernemer werkt met vloeibare materialen. Ik was aanwezig bij de metingen gedaan door de deskundige van de commissie. De consument heeft die deskundige de pijnpunten aangewezen, en daar is ook gemeten door de deskundige. Bij het kookeiland is sprake van het grootste hoogteverschil. In overleg met de aannemer is een aanpak afgesproken om een hoogteverschil van 7 cm op te lossen. De aannemer heeft 3 cm opgelost en ondernemer de rest: door daar tweemaal te egaliseren. Dat was op zich een nette oplossing. Het nog resterende hoogteverschil is voor het eerst opgemerkt door de monteur van de keukenleverancier. Partijen hebben elkaar niet kunnen vinden in een financiële oplossing. Partijen liggen daarvoor te ver uit elkaar. De ondernemer heeft echt zijn best gedaan om een mooi resultaat te bereiken, en dat is ook bereikt, want het is een mooie vloer geworden.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Partijen waren aanwezig bij mijn onderzoek ter plaatse.
Na egaliseren ondervloer is er een kunstharsgebonden (polyurethaan) gietvloer systeem aangebracht in de unikleur NCS 4005-Y50R.
Het betreft hier een bestaande vrijstaande woning (bouwjaar 2019) die recent (2024), in opdracht van de consument, door een derde partij op de begane grond is uitgebouwd. Voor wat betreft de dekvloer heeft consument tijdens de bouwfase van deze uitbouw contact gehad met ondernemer. Deze heeft volgens de consument advies gegeven over de vloer in de nieuwe uitbouw van de woning. Nadat deze derde partij de nieuwe uitbouw heeft voorzien van een nieuwe cementgebonden dekvloer is ondernemer gestart met zijn werkzaamheden (aanbrengen egalisatie laag en een polyurethaan gietvloer). Ondernemer heeft in april 2024 de gehele woning (souterrain, begane grond en 1e etage) voorzien van (meerdere) lagen egaline. Aangezien de ondervloer in de woning flinke onvlakheden had is er een aanzienlijke hoeveelheid egaline in gegaan, volgens ondernemer 3500kg. Na het aanbrengen en drogen van de egalinelaag heeft ondernemer de gehele woning (totaal 184m²) voorzien van een kunstharsgebonden (polyurethaan) gietvloer systeem met de volgende opbouw:
– Epoxy primer
– Epoxy schraaplaag
– Polyurethaan gietvloer (unikleur)
– Transparante polyurethaan topcoating.
Na afronding van de werkzaamheden van ondernemer aan de vloerafwerking heeft een keukenbedrijf, in opdracht van consument, de nieuwe keuken in de woning geplaatst. Tijdens de plaatsing van het nieuwe kookeiland blijkt de vloerafwerking niet vlak te zijn. Hierop heeft consument de pu-gietvloer met behulp van een waterpas met een lengte van 80 en 122cm op verschillende plekken gecontroleerd op vlakheid (zie foto’s van consument in het dossier). De consument constateert dat de pu-gietvloer veel onvlakheden bevat. In de overeenkomst met ondernemer (opdrachtnr. 1134, offertenr. 20231134, d.d. 9 maart 2024) staat aangegeven dat de pu-gietvloer een beoordelingsklasse 3-4 heeft vanuit de NEN 2747. Consument geeft aan dat de door ondernemer geleverde vloerafwerking hieraan niet voldoet.
Mijn vaktechnisch oordeel luidt als volgt:
De norm NEN 2747 definieert de vlakheid en evenwijdigheid van vloeroppervlakken, geeft hiervoor een indeling op basis van maximaal toelaatbare hoogteverschillen, en beschrijft een methode voor het beoordelen van de vlakheid en evenwijdigheid. Deze norm is bedoeld om te worden toegepast bij alle dragende ondergronden, systeemvloeren en dekvloeren. In de NEN 2747 wordt aangegeven dat de vlakheidscriteria van toepassing zijn op alle lagen van een willekeurig vloersysteem, met uitzondering van een naderhand aangebrachte vaste of losliggende vloerbedekking (zoals parket, laminaat, of vloertapijt). Een pu-gietvloersysteem betreft een naderhand aangebrachte (vaste) vloerbedekking waar deze norm dus eigenlijk niet op van toepassing is. In dit geval heeft de ondernemer specifiek in zijn overeenkomst met de consument (offerte met opdrachtnummer 1134 d.d. 9 maart 2024) het volgende aangegeven:
“De Gietvloer heeft een beoordelingsklasse 3-4 met NEN Norm kwaliteit 2747”.
Bij NEN 2747 hoort een tabel (weergegeven in het rapport van de deskundige) met daarin aangegeven de verschillende vlakheidsklasse 1 tot en met 7. Ter verklaring van die tabel het volgende: op een meetafstand van 1m¹ is in vlakheidsklasse 3 in 95% van de metingen een maximaal hoogteverschil toelaatbaar van 4,5mm (toets laag) en mogen er op die afstand (1m¹) geen grotere hoogteverschillen dan 7,0mm (toets hoog) worden vastgesteld. Voor vlakheidsklasse 4 is dit op 1m¹ 5,5mm (toets laag) en 8,5mm (toets hoog).
In principe dient er een meetveld van 10m¹ x 10m¹ te worden uitgezet met een rastermaat van 1000mm om vervolgens met behulp van minibaak en laser dit vloerveld (in totaal 121 meetpunten) in te meten. Bij kleinere vloeroppervlakken kan eventueel worden gekozen voor rastermaat van 500mm. Aangezien dit een kleine ruimte betreft (woning) waarin meubels en kolommen zijn geplaatst is het maken van een meetveld niet mogelijk en heeft deskundige ter plaatse besloten de pu-gietvloer indicatief met behulp van een rei van 1000mm en een kaliberwig op een aantal plekken op vlakheid te controleren. Hierbij is rekening gehouden dat de meetpunten ruim van opgaande bouwdelen (wanden, deurposten, ed.) af liggen, ten minste 300mm. Deskundige heeft de pu-gietvloer in de woning (1e etage, begane grond en souterrain) op 24 verschillende locaties met behulp van een rei van 1000mm en een kaliberwig op vlakheid gecontroleerd (zie een aantal bijgevoegde foto’s onderaan deze rapportage) en heeft daarbij onvlakheden vastgesteld variërend van nihil tot maximaal 10mm, zie onderstaande meetresultaten: zie tabel in het rapport van de deskundige.
Hieruit kan deskundige concluderen dat de pu-gietvloer niet voldoet aan de vlakheidsklasse 3 of 4.
De omvang van de problemen is bijna niet te zien.
Herstel is technisch mogelijk. De huidige pu-gietvloer kan niet vlakker worden gemaakt. Zou een vlakkere vloer gewenst zijn dan is dit alleen te behalen door de huidige pu-gietvloer te verwijderen, de ondervloer nogmaals te schuren en egaliseren zodat deze voldoet aan de gewenste vlakheidsklasse (3 of 4) en een nieuwe pu-gietvloer aan te brengen.
De door deskundige aangetroffen pu-gietvloer vertoont op het moment van de inspectie geen zichtbare gebreken. De onvlakheden aangetroffen na meting zijn alleen met een rei en kaliberwig vast te stellen, visueel vallen deze onvlakheden in de woning vrijwel niet op. Hoewel de vloerafwerking qua vlakheid niet voldoet aan de overeenkomst zal deze tekortkoming het gebruik van de vloerafwerking (bewoning) vrijwel niet negatief beïnvloeden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De bevindingen en conclusies van de deskundige maakt de commissie tot de hare. Dit ook nu daartegen door partijen geen bedenkingen zijn verwoord.
Desgevraagd ter zitting hebben partijen ook meegedeeld zich te kunnen vinden in al de door de deskundige verrichte metingen en meetplaatsen. De deskundige heeft (ook) op (on)vlakheid gemeten op al de daartoe door de consument aangewezen plaatsen.
In beginsel terecht is op basis van de door hem in kaart gebrachte meetgegevens geconcludeerd dat de pu-gietvloer niet op alle plaatsen voldoet aan de vlakheidsklasse 3 of 4, welke eis expliciet is opgenomen in het door partijen overeengekomene.
Desondanks is de commissie van oordeel dat voor wat betreft de door de deskundige vastgelegde onvlakheden niet sprake is geweest van toerekenbaar tekortschieten van de ondernemer in een juiste/volledige nakoming van de gemaakte afspraken. Dit oordeel behoeft de volgende toelichting.
Nadat de derde partij de nieuwe uitbouw had voorzien van een nieuwe cementgebonden dekvloer is ondernemer gestart met zijn werkzaamheden waaronder eerst het aanbrengen van een egalisatie laag. De ondernemer heeft in april 2024 de gehele woning (souterrain, begane grond en 1e etage) voorzien van (meerdere) lagen egaline. Aangezien de ondervloer in de woning flinke onvlakheden had is er een grote hoeveelheid egaline ingegaan, volgens ondernemer 3500kg. Die grote hoeveelheid aangebrachte egaline toont naar het oordeel van de commissie aan dat de ondernemer niet alleen veel maar ook fikse hoogteverschillen had weg te werken waartoe ook nader overleg en samenwerking met die derde partij heeft plaatsgevonden, voordat daarop de gietvloer kon worden aangebracht. Uit het rapport van de deskundige kan ook worden afgeleid dat dat egaliseren met name voor wat betreft de begane grond vloer een bijzondere klus is geweest die op adequate en deugdelijke wijze door de ondernemer is verricht.
Het is hierom dat de ondernemer – achteraf beschouwd – niet (ook) kan worden verweten dat hij voorafgaand aan die egalisatie werkzaamheden de consument niet heeft gewezen op onvolkomenheden aan de ondergrond, wat door de meergenoemde algemene voorwaarden in artikel 5 lid 3 wordt verplicht in de situatie dat de werkzaamheden moeten worden gestaakt teneinde de consument in de gelegenheid te stellen de onvolkomenheden te laten herstellen (door meerwerk op te dragen of een derde daartoe in te schakelen) alvorens de ondernemer wel zijn werk kan doen. De ondernemer meende die onvolkomenheden met zijn deskundigheid het hoofd te kunnen bieden, en dat is hem ook genoegzaam gelukt.
De onvlakheden aangetroffen na meting zijn naar zeggen van de deskundige echter alleen met een rei en kaliberwig vast te stellen, visueel vallen deze onvlakheden in de woning vrijwel niet op. De gestelde lokale onvlakheden zijn naar zeggen van de deskundige ook bijna niet te zien. Wel is zichtbaar een mooie en goed aangebrachte PU-gietvloer.
De wel gemeten onvlakheden beïnvloeden het gebruik van de vloer (bewoning) vrijwel niet negatief. Daar waar de onvlakheden wel zichtbaar zijn, met name bij/onder het kookeiland, is door de keukenleverancier het nodige gedaan om dit te maskeren en minder zichtbaar te laten zijn. Dat laatste geldt ook bij de meergenoemde pui met kunststofdeur.
De slotsom luidt dan ook dat de ondernemer zijn werk goed en deugdelijk heeft verricht en dat hem geen verwijt treft voor wat betreft het geringe aantal door de deskundige in kaart gebrachte onvlakheden.
Dit betekent dat er geen grondslag is voor het opdragen van herstel c.q. het eventueel toekennen van een (vervangende) schadevergoeding
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit
mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, en mr. B.C. Westenbroek en mr. W. van den Berg, leden, op 25 oktober 2024.