Het pakket naar Kameroen is al 10 maanden vermist

De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Vermissing pakket    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 231343/237690

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een overeenkomst tot dienstverlening tussen consument en ondernemer. De consument heeft via de ondernemer een pakket met track & trace naar Kameroen gestuurd. Deze zou binnen 8 tot 16 dagen geleverd worden, maar is na 10 maanden nog steeds vermist. De consument eist schadevergoeding. Vanwege de grote hoeveelheid post die de ondernemer vervoert, zijn er aansprakelijkheidsbeperkingen om de prijs van de posttarieven te beperken. De ondernemer wijst hierbij op de wet. Dit biedt de mogelijkheid om aansprakelijkheid voor schade af te wijzen wanneer een consument een pakket niet verzekert of niet aantekent. Dit was hier ook niet het geval. Het is de keuze van de consument zelf om af te zien van extra kosten voor verzekering van het pakket. Mocht deze keuze niet worden gemaakt, is het risico van verlies of beschadiging voor de consument zelf. De ondernemer betreurt dat het niet gelukt is het pakket te lokaliseren, maar wijst de schadevergoeding om bovengenoemde reden van de hand.

Wat is de beslissing?

De consument wijst in haar beslissing ook op de wettelijke verantwoordelijkheid van de ondernemer voor het postvervoer. Hier is de aansprakelijkheid echter beperkt tot verzekerde en aangetekende pakketten. Nu dit in deze zaak niet het geval is, en de ondernemer zich heeft ingespannen om het pakket terug te vinden, oordeelt de commissie de klacht ongegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een gevraagde vergoeding voor een niet-verzekerd of niet-aangetekend verzonden pakket.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 17 november 2022 heeft de consument via de ondernemer een pakket verzonden naar Kameroen met trace & tracking. Het pakket zou binnen 8 – 16 dagen worden afgeleverd.

Helaas is het pakket na 10 maanden nog steeds niet afgeleverd. Na vele verzoeken aan de ondernemer is er nooit een oplossing voor het probleem gevonden.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft een wettelijke plicht tot het vervoeren van postzendingen en dit wordt op grote schaal met zeer grote hoeveelheden gedaan (7 miljoen poststukken per dag). Bij een dergelijke omvang van de bedrijfsvoering zijn de risico’s zonder aansprakelijkheidsbeperkingen niet meer goed te overzien. Hierdoor zou het gevaar ontstaan dat de posttarieven zeer hoog zouden worden. Dat is maatschappelijk gezien ongewenst. Daarom heeft de overheid in de Postwet mede de bepaling vastgelegd dat de ondernemer bij vermissing, beschadiging of vertraging van (de inhoud van) poststukken die niet met één van beide services “Aangetekend” of “Verzekerservice” zijn verzonden niet aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. De overheid heeft in de Postwet de afzenders van poststukken juist de keus willen bieden om ja dan nee gebruik te maken van verzekering van poststukken. Wanneer een afzender prijs stelt op een verzekering van zijn poststuk tegen verlies of beschadiging, dient hij of zij dat bij verzending zelf aan te geven en het bijbehorende – hogere – tarief te voldoen. De eigen verantwoordelijkheid voor die keus bij afzenders staat voorop. Indien een consument ervoor heeft gekozen om een pakket als Standaardpakket te verzenden en dat pakket (of de inhoud ervan) raakt vervolgens tijdens het vervoer vermist of beschadigd, kan geen schadevergoeding meer worden geëist. Het is dus aan consument zelf om vooraf te beoordelen of hij een aanvullende dienst verlangt of niet. In dat opzicht informeert de ondernemer het publiek via de tarieffolders die in het folderrek op de balies van servicepunten van de ondernemer aanwezig zijn. Ook zijn de keuzemogelijkheden en de bijbehorende tarieven op de website van de ondernemer te vinden.

De klantenservice-medewerker heeft alle onderzoeksmogelijkheden benut om te achterhalen waar het pakket was. Ook bij de buitenlandse postorganisatie is navraag gedaan, maar tevergeefs. Het pakket was nergens te bekennen. Hoezeer de vermissing van het pakket ook valt te betreuren, wijst de ondernemer de eis tot schadevergoeding van de hand.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Het gaat om de vermissing van een verloren gegaan pakket. De ondernemer heeft, voor zover mogelijk, onderzoek ingesteld naar de vermissing. Als door de ondernemer uiteengezet heeft de wetgever in artikel 29 lid 1 Postwet ervoor gekozen aansprakelijkheid van de ondernemer uit te sluiten tenzij, althans daarop komt het neer, het poststuk aangetekend of verzekerd verzonden is. Die afwijking van de algemene regel van aansprakelijkheid bij een toerekenbare tekortkoming (waarvan in dezen sprake is nu het poststuk verloren is gegaan) is gegrond op het grote aantal te vervoeren poststukken. Nu de consument het poststuk niet verzekerd had noch aangetekend heeft verzonden, moet aansprakelijkheid afgewezen worden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer drs. G.J.F.M. Klaas en mevrouw J.M.A. van Haren, leden, op 8 februari 2024.