Het postbedrijf wil ten onrechte het vermiste pakket niet vergoeden

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Vermissing pakket    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 252957/330247

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een dienstverleningsovereenkomst tussen consument en ondernemer. De consument heeft een naaimachine laten bezorgen op haar thuisadres. Deze is nooit bezorgd en zij wenst schadevergoeding. De ondernemer merkt de consument onterecht aan als ontvanger, en zegt dat het pakket wel degelijk is afgeleverd. Dit wordt door de consument gemotiveerd betwist. Zo zou het niet haar handtekening zijn die bij ontvangst is gezet, en zat zij op dat moment in de trein. De ondernemer heeft dit onvoldoende weersproken. De commissie acht de klacht daarom gegrond.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een vermist pakket

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De consument heeft een naaimachine aangetekend verzonden naar haar huisadres. De consument stelt dat het pakket niet daar is afgeleverd en wenst schadevergoeding. Anders dan [postbedrijf] heeft aangevoerd is de consument aan te merken als verzender en niet als ontvanger. [postbedrijf] voert aan dat het pakket wel degelijk is afgeleverd. De consument betwist dat gemotiveerd: de handtekening is niet haar handtekening en bovendien kan dit niet zo zijn omdat zij op het gestelde moment van afleveren in de trein zat. De commissie gaat voorbij aan het verweer, omdat zij de stellingen van de consument geloofwaardig acht.

Bovendien staan bij de overgelegde handtekening de letters ’IML’. Ter zitting heeft de commissie over de betekenis van die letters geen uitsluitsel kunnen krijgen. De consument heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken aangevoerd dat de naaimachine een waarde van € 320,– vertegenwoordigde. [postbedrijf] is gehouden die waarden en de verzendkosten aan de consument te vergoeden. De commissie ziet geen aanleiding daarnaast nog een vergoeding toe te kennen voor benzinekosten.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing

[postbedrijf] betaalt binnen twee weken na datum verzending van dit bindend advies aan de consumenten bedrag van € 335,90

Bovendien dient [postbedrijf] overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, A. Verkaik en J.M.A. van Haren, leden, op 21 november 2024.