Commissie: Recreatie
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC08-0066
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de niet-verlenging van een seizoenovereenkomst. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument huurde gedurende 10 jaar een seizoenplaats bij de ondernemer. In 2007 deed zich een incident voor dat voor de ondernemer aanleiding was de overeenkomst tussentijds te beëindigen. De consument meende dat deze opzegging niet rechtsgeldig was en spande een kort geding tegen de ondernemer aan. Dit kort geding eindige met een schikking. Deze schikking houdt onder meer in dat de consument in 2007 afzag van zijn standplaats en in 2008 zou terugkeren naar de camping. Ook zou de naam van de consument gezuiverd worden. In de schikking staat vermeld dat de ondernemer een nieuwe overeenkomst zal sluiten met de consument “terzake van staanplaats 50/51 voor het seizoen 2008 tegen het dan geldende tarief”. Op het publicatiebord op de camping stond vermeld dat de kwestie het gevolg bleek te zijn van een misverstand en vervolgens: “[De consument en familie] keert het volgende seizoen terug”. De consument ging er van uit dat hij een nieuwe start zou maken en de vroegere situatie weer van toepassing zou worden dat wil zeggen dat hij automatisch een overeenkomst voor 2009 en volgende jaren zou krijgen aangeboden. Tot zijn verbazing ontving hij echter geen overeenkomst voor het nieuwe seizoen. De ondernemer heeft hem meegedeeld dat hij daarvoor niet in aanmerking komt zonder opgave van een reden. De consument meent dat dit in strijd is met de strekking van de schikking. De consument verlangt een overeenkomst voor het volgende seizoen. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. In mei 2007 was er een geschil tussen de ondernemer en de consument. De ondernemer heeft naar aanleiding daarvan de overeenkomst tussentijds opgezegd. De consument was het niet hiermee eens en legde het geschil voor aan de voorzieningenrechter die van oordeel was dat de ondernemer de consument eerst schriftelijk had moeten waarschuwen. Er is toen een schikking tussen partijen getroffen die door de rechter is vastgelegd. De ondernemer is van mening dat deze schikking volkomen duidelijk is. Er staat onder meer in dat de ondernemer in 2008 een seizoenovereenkomst zal aanbieden aan de consument en dat is gebeurd. De ondernemer heeft de voorzieningenrechter er van kunnen overtuigen dat de eis van de consument om een meerjarige termijn op de camping te verblijven in strijd zou zijn met artikel 1 sub c. van de Recron-voorwaarden seizoenplaatsen. De ondernemer is akkoord gegaan met de schikking ter voorkoming van een dure bodemprocedure. Hij heeft nooit de intentie gehad de consument na 2008 opnieuw een seizoenovereenkomst aan te bieden. De reden daarvoor is dat er in het verleden meer strubbelingen zijn geweest waarbij de consument betrokken was. Ter zitting deelt de ondernemer nog het volgende mee. De recreanten met wie de ondernemer in het nieuwe seizoen opnieuw een overeenkomst wil aangaan krijgen een reserveringsformulier toegestuurd. Alle caravans moeten in de winter van de camping worden verwijderd. De eigenaren die het volgende seizoen terugkomen kunnen met bemiddeling van de ondernemer elders hun caravan stallen. Hiervoor wordt apart betaald. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De consument is een seizoenovereenkomst met de ondernemer aangegaan in 2008 evenals in voorgaande jaren. Op grond van artikel 3 van de toepasselijke Recron-voorwaarden voor seizoenplaatsen eindigt de overeenkomst van rechtswege na het verstrijken van de overeengekomen periode zonder dat daartoe opzegging is vereist. In principe bestaat er contractsvrijheid voor zowel de ondernemer als de recreant, hetgeen inhoudt dat het beide partijen vrijstaat al dan niet een seizoenovereenkomst voor het nieuwe seizoen aan te gaan. Uit het feit dat de consument een lange reeks van jaren steeds een nieuwe seizoenovereenkomst met de ondernemer aanging, kan niet zonder meer worden afgeleid dat dit tot gebondenheid van de ondernemer zou leiden dit te continueren. In de door de voorzieningenrechter vastgelegde schikking wordt vermeld dat de ondernemer met de consument een overeenkomst zal aangaan voor het seizoen 2008. Hieraan heeft de ondernemer voldaan. Over een volgend seizoen vermeldt de schikking niets. Ook in de mededeling op het publicatiebord in 2007 wordt slechts gesproken over het volgende seizoen. Het is de commissie duidelijk dat de consument andere verwachtingen had over de schikking maar de letterlijk overeengekomen tekst biedt geen enkel aanknopingspunt om gebondenheid van de ondernemer tot het aangaan van nieuwe overeenkomsten na 2008 aan te nemen. Ook de aard van de overeenkomst rechtvaardigt niet gebondenheid van de ondernemer aan voortzetting van de seizoenovereenkomsten. De commissie leidt uit de mededeling van partijen af dat de caravans jaarlijks van de camping worden verwijderd. De overeenkomst heeft dus ook feitelijk niet het karakter van een vaste plaats overeenkomst. Op grond van het bovenstaande komt de commissie tot de conclusie dat het de ondernemer vrij staat al dan niet een nieuwe overeenkomst met de consument aan te gaan zodat de klacht ongegrond is. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 18 augustus 2008.