
Commissie: Voertuigen
Categorie: Conformiteit
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VOE07-0058
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 18 september 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een nieuwe [merk en type] tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 21.120,–. De overeenkomst is uitgevoerd op of omstreeks 30 september 2006. De consument heeft in oktober 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument klaagt over het hoge benzineverbruik van de auto. De consument woont in een kleine plaats en de kilometers worden altijd buiten de bebouwde kom en op de snelweg gereden. Het door de consument gemeten verbruik van 1:10,059 is veel hoger dan door de ondernemer opgegeven. Het door de ondernemer gemeten verbruik van 1:11,22 wordt door de consument betwist omdat niet duidelijk is hoeveel kilometers de ondernemer in de stad dan wel op de buitenweg met de auto heeft gereden. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De auto verbruikt veel meer dan bij de koop is gezegd. We verwachten een hoger rendement. We zijn in onze verwachtingen teleurgesteld omdat het verbruik 33% hoger is dan in de folder staat vermeld. De verkoper heeft ons meegedeeld dat het verbruik meer dan 1:14 zou bedragen. De folder is misleidend. De auto rijdt goed, maar kost ons per jaar € 750,– extra brandstofkosten. De consument verlangt ontbinding van de koop en een vergoeding van de hoge brandstofkosten. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De verbruikcijfers van alle auto’s worden volgens de CEE-richtlijnen gemeten. De omstandigheden van deze meting zijn voor alle auto’s gelijk. Afhankelijk van de rijomstandigheden kan het verbruik in de praktijk afwijken. Uit de door de ondernemer uitgevoerde technische controle blijkt dat er geen afwijkingen zijn en dat de auto conform de richtlijnen van de fabrikant functioneert. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Het verbruik dat in de folder staat vermeld is in de praktijk niet haalbaar. Wij hebben het display van de boordcomputer vervangen na een klacht over een niet juiste aanwijzing van het benzineverbruik. De ondernemer heeft bij de koop niet over het verbruik gesproken. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. De klacht betreft een vermeend hoog brandstofverbruik; dit in tegenstelling met het door de constructeur opgegeven waarden. Vaktechnisch oordeel: Allereerst iets over brandstofverbruik. Heel veel discussies zijn hier over opgelaaid en navenant ook over geschreven. De ANWB heeft in zijn vraagbaak hier een treffende opmerking over: De vraagstelling van de consument was: “In brochures spreekt men over EG verbruikscijfers. Ik heb de ervaring dat dergelijke cijfers in de praktijk nooit gehaald kunnen worden. Hoe zit dat?” Antwoord: De actuele meetmethode overeenkomstig de Europese richtlijn 93/116/EG is ontwikkeld om de uitlaatgasemissies te meten in verband met de typegoedkeuring. Uit die cijfers wordt vervolgens een verbruikcijfer berekend. U kunt dergelijke cijfers hooguit gebruiken ter vergelijking met andere merken. In de praktijk is het verbruik uiteraard hoger dan een meting op de rollenbank. Daarboven zijn deze gegevens zonder verbruikers zoals airco enzovoort gemeten! In testverslagen vindt u vaak een praktijkcijfer terug. Tot zover de ANWB. De meetmethode is onder meer vergelijkbaar met het volgende: – er dient gereden te worden met een constante snelheid – de motor dient op bedrijfstemperatuur te zijn – de buitentemperatuur dient 20°C of hoger te zijn – een luchtdruk van minimaal 1000 mbar – een relatieve vochtigheid die lager is dan 95% – een windsnelheid van minder dan 3m/sec. – windstoten van minder dan 5m/sec. – er dient geen bagage in de auto aanwezig te zijn – geen airco en andere verbruikers — de brandstoftank mag voor maximaal 90% gevuld zijn. Alvorens men overgaat tot meting wordt er eerst 10 minuten op de te meten snelheid gereden. Er wordt hierbij dus geen rekening gehouden met de koude start, stoplichten, inhaalmanoeuvres e.d. Het valt dus te begrijpen met deze wetenschap, dat de opgegeven waarden in de brochures in het dagelijks verkeer praktisch niet haalbaar zijn; hiervoor ook al opgemerkt door de ANWB. Onderzoek: Na de uitleg over brandstofverbruik, dient men uiteraard wel te onderzoeken of de door de fabrikant ingestelde fabriekswaarden in orde zijn. Zomede of er ook geen belemmering in de aandrijflijn en remmen zijn. Ook maakt deel uit van een onderzoek de emissienorm, immers hieruit kan men afleiden of de verbranding voldoet aan de te stellen eis. Indien dit afwijkt wijst dit op een te hoog of niet goed brandstofverbruik. 1. Geen afwijkingen kunnen constateren in rolweerstand, bandenspanning, wiellagers et cetera (proefrit). 2. Bij het uitlezen van het motormanagement waren geen storingen aanwezig. Ook de uitdraai van het systeem (na het resetten van een tijdelijke storing in de temperatuurmeter) is in orde. 3. De milieutest is perfect. Voornoemde gegevens impliceren dat er technisch geen negatieve invloed is op het brandstofverbruik. Proefrit: Ten overvloede heb ik nog een testrit met de consument gemaakt; hier kwamen geen bijzonderheden naar voren. Resumé; het verbruik is softwarematig en/of op andere wijze technisch niet te verbeteren en valt te scharen onder inherent aan het type. In hoeverre de partijen de genoemde gegevens – zoals hierboven onder meer vermeld – hebben besproken, is mij onbekend. Overigens dient wel aangetekend te worden dat de consument sinds de aanschaf zeer weinig (4.500) kilometers heeft gereden, ook dit veroorzaakt een fors hoger brandstofverbruik! Het gemiddelde over de gehele periode was 1 op 10. Waarvan acte. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. In deze zaak klaagt de consument over het naar zijn oordeel te hoge brandstof verbruik van zijn nieuw gekochte auto. Uit het door de deskundige van de commissie uitgevoerde onderzoek, waartegen door geen van de partijen gemotiveerde bezwaren naar voren zijn gebracht, is gebleken dat de auto geen afwijkingen vertoont en dat het gemeten verbruik als inherent aan het type auto moet worden aangemerkt. Daarbij merkt de deskundige nog op dat de door de fabrikanten opgegeven verbruikcijfers in de praktijk doorgaans niet haalbaar zijn en dat het betrekkelijk geringe aantal kilometers dat de consument na de koop met de auto heeft gereden het brandstofverbruik in negatieve zin heeft beïnvloed. Naar het oordeel van de commissie kan niet gezegd worden dat de folder van de fabrikant met daarin de verbruikcijfers gemeten volgens de CEE-richtlijnen misleidend is aangezien daarin met zoveel woorden vermeld staat dat het om een aan de hand van die richtlijnen gemeten verbruik gaat. Tenslotte is de commissie van oordeel dat de consument in deze niet aannemelijk heeft kunnen maken dat de ondernemer hem de toezegging heeft gedaan dat de auto een verbruik van 1:14 heeft. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door de consument verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, op 25 mei 2007.