
Commissie: Energie
Categorie: Installatie
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117211
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft hogere leveringskosten als gevolg van een zware aansluiting.
De consument heeft op 24 november 2017 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft in 2005 ongevraagd een te zware drie fasen aansluiting van 3x35A gerealiseerd, terwijl er alleen om een driefasen aansluiting was gevraagd. Een aansluiting van 3x25A was voldoende geweest. De ondernemer heeft nagelaten de consument te informeren over de nadelige financiële gevolgen die de invoering van het capaciteitstarief voor die zware aansluiting heeft.
De ondernemer weigert de schade ad per saldo € 4.935,– te vergoeden.
De consument verlangt vergoeding van de schade.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft geleverd waar in 2005 opdracht voor is gegeven. De consument is voldoende over de invoering van het capaciteitstarief en de mogelijke gevolgen ervan geïnformeerd.
De ondernemer was verplicht het tarief in rekening te brengen dat hoorde bij de capaciteit van de aansluiting. De consument wist -of kon vanaf de eerste jaarafrekening na de invoering van het capaciteitstarief weten- dat zij beschikte over een aansluiting met een capaciteit van 3x35A. Haar vordering is verjaard althans onvoldoende onderbouwd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het is vaste jurisprudentie van de commissie dat er geen verplichting bestaat voor de netbeheerder om afnemers, naast de wettelijke compensatie die in 2010 is uitgekeerd, te compenseren voor de invoering van het capaciteitstarief. De commissie komt in dit geschil niet tot een ander oordeel en overweegt in dat kader als volgt.
De consument heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ondernemer in 2005 het verzwaren van de
aansluiting niet conform overeenkomst zou hebben uitgevoerd.
De invoering van het capaciteitstarief vond zijn oorsprong in een wijzigingsbesluit op grond van de Elektriciteitswet 1998. De ondernemer werd verplicht de transportkosten voor elektriciteit af te
rekenen op basis van de capaciteit van de aansluiting. De verantwoordelijkheid voor de grootte van de aansluiting ligt bij de consument.
De ondernemer heeft voldaan aan zijn informatieplicht. De ondernemer heeft rond de invoering van het capaciteitstarief daaromtrent meer dan eens geadverteerd in landelijke dagbladen, er was informatie op de website van de ondernemer en de afnemers hebben een brief (zoals overgelegd door de consument) ontvangen. Op de door de consument ontvangen jaarafrekeningen stond telkens vermeld: Capaciteitstarief 3x35A.
De consument heeft in 2010 een financiële tegemoetkoming gekregen omdat de invoering van het capaciteitstarief tot een financieel nadeel zou kunnen leiden. De consument erkent in dat kader twee compensatiebedragen te hebben ontvangen.
De slotsom kan geen andere zijn dan dat de ondernemer conform overeenkomst heeft gepresteerd en dat de consument voldoende geïnformeerd is geweest.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Ingevolge het reglement van de commissie is de ondernemer behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 26 september 2018.