Commissie: Energie
Categorie: Omvang levering
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
90905
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekening 2013/2014 voor geleverde energie (meer in het bijzonder elektriciteit) van 25 september 2014, waarbij de consument een bedrag van € 102,36 diende bij te betalen.
De consument heeft in september 2014 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Het in de jaarafrekening 2013/2014 in rekening gebrachte elektriciteitsverbruik, meer in het bijzonder het verbruik in de week van 2 september 2013 tot 9 september 2013 is veel te hoog geweest en niet correct; daar moet iets zijn fout gegaan. Het verbruik in die week is vastgesteld op ruim 600 kWh, terwijl ik normaal gesproken in een week slechts ongeveer 30 kWh verbruik. Mijn elektriciteitsmeter is door de netbeheerder op 9 september 2013 vervangen en ik denk dat er toen iets fout is gegaan. Mijn elektriciteitsverbruik over 2011/2012 en ook over 2012/2013 is min of meer gelijk gebleven (respectievelijk 1.460 en 1.481 kWh), terwijl dat over 2013/2014 ineens 2.394 kWh zou zijn geweest; dat komt grotendeels door het volgens mij onterechte vastgestelde verbruik van ruim 600 kWh in die ene week in september 2013. De ondernemer heeft telefonisch ook aan mij toegegeven dat ik in één week nooit zoveel verbruik van elektriciteit zou kunnen hebben gehad. Ik vind het dan ook allemaal erg vreemd. Er moet wel een fout zijn gemaakt bij het noteren van de meterstanden door de (monteur van) de netbeheerder. De ondernemer zegt tegen mij dat hij er weinig aan kan doen en heeft mij verwezen naar de netbeheerder die op zijn beurt zegt dat ik bij de ondernemer moet zijn.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het gaat om het hoge verbruik van elektriciteit in die ene week van september 2013, ruim 600 kWh. Dat kan gewoon niet kloppen. Ik heb naar aanleiding van de meterwisseling op 9 september 2013 wel een meterbon getekend, maar ik heb de daarop genoteerde standen niet gecontroleerd. Daar heb ik achteraf wel spijt van. Mijn huishouden is niet veranderd, ik woon nog steeds alleen op het adres en heb ook geen andere apparatuur dan voorheen. Er moet gewoon iets fout zijn gegaan.
De consument verlangt – zoals ter zitting door haar is aangegeven – een correctie van de jaarafrekening 2013/2014 ter zake het hoge elektriciteitsverbruik van ruim 600 kWh in de week van 2 tot 9 september 2013.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op basis van de meterstanden brengen wij in de periode van 2 september 2013 tot en met 9 september 2013 een verbruik van 632 kWh bij de consument in rekening. De consument geeft aan dat dat niet mogelijk is. Zij is van mening dat de monteur een fout heeft gemaakt bij het noteren van de meterstanden bij het vervangen van de meter. Wij zijn van mening dat wij het verbruik terecht bij de consument in rekening hebben gebracht. Het verbruik van 632 kWh is inderdaad hoger dan gemiddeld. Het totale verbruik in de periode 2013/2014 (2.394 kWh) komt echter overeen met het verbruik dat de consument ook had in de periode 2009/2010 (2.245 kWh) en 2010/2011 (2.149 kWh). De twee jaar daarna verbruikte zij minder (1.460 kWh en 1.481 kWh). De eindmeterstanden van de oude meter die wij hanteren, hebben wij ontvangen van de netbeheerder. Die komen overeen met de meterstanden in het Landelijk Meetregister. Wij hebben bij de netbeheerder de meterbon opgevraagd om te controleren of de meterstanden die wij hanteren overeenkomen met de meterstanden die de monteur heeft genoteerd. De netbeheerder geeft echter aan uiterlijk 18 februari 2015 op dit verzoek te reageren. Wij hebben de meterstanden gebruikt die de netbeheerder aan ons heeft doorgegeven. Het totale verbruik is er geweest en daar dient de consument voor te betalen. In de korte periode van 2 september 2013 tot en met 9 september 2013 is er een relatief hoog verbruik in rekening gebracht. Wij kunnen dit verbruik niet verklaren en hoeven dat als leverancier ook niet te doen. Indien uit de meterbon van de netbeheerder blijkt dat de gehanteerde standen afwijken van de genoteerde standen op de meterbon, zullen wij dat uiteraard corrigeren. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat wij het verbruik terecht in rekening hebben gebracht.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Wij hebben de meterbon van de netbeheerder verkregen en daaruit volgt dat de meterstanden correct zijn genoteerd en dat de consument de meterbon ook heeft ondertekend. Het is voor ons verder een lastige situatie. De meterstanden zijn opgenomen door de netbeheerder. Er kan sprake zijn geweest van een foute meteropname of de door de consument zelf opgegeven meterstanden per 2 september 2013 zijn onjuist geweest. Een verbruik van 600 kWh komt ongeveer overeen met een bedrag van
€ 180,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De kern van het geschil betreft het aan de consument in rekening gebrachte verbruik van 632 kWh in de periode van één week, te weten van 2 september tot 9 september 2013. De commissie is van oordeel dat dat verbruik onwaarschijnlijk is te achten, zeker in het licht van het verbruik van de consument van elektriciteit in de daaraan voorafgaande twee jaren (te weten respectievelijk 1.460 en 1.481 kWh op jaarbasis). Er moet dus naar alle waarschijnlijkheid iets fout zijn gegaan bij de meteropname (in het kader van de meterwisseling) door de netbeheerder op 9 september 2013. De omstandigheid dat de consument de meterbon toen heeft ondertekend doet daar niet aan af, eens temeer omdat de consument de bon heeft getekend zonder zelf ook de genoteerde meterstanden te controleren (en er klaarblijkelijk op heeft vertrouwd dat dat juist is gebeurd). Vaststaat verder dat de oude gewisselde meter na de ontdekking van de consument van dit onwaarschijnlijk hoge verbruik in één week tijd bij het verkrijgen van de jaarafrekening over 2013/2014 van 25 september 2014 niet meer beschikbaar was en reeds was vernietigd. In het licht van de omstandigheden van het geval is de commissie van oordeel dat de (monteur van) de netbeheerder bij het constateren van de door hem genoteerde meterstanden op 9 september 2013 had kunnen en moeten onderkennen dat sprake is geweest van een wel zeer hoog verbruik (van 632 kWh) in een periode van één week en aldus de desbetreffende meter als een zogenaamde ‘bewaarmeter’ had kunnen/moeten aanmerken en bovendien de consument op de hoogte had kunnen/moeten stellen van dat hoge verbruik. Alsdan zou de consument de keuze hebben gehad om verder onderzoek te (laten) doen naar die meter en/of het geconstateerde verbruik. Dat is echter door de gehele gang van zaken niet meer mogelijk (geweest). Al met al is de commissie van oordeel dat in deze zaak gelet op de omstandigheden van het geval een uitzondering dient te worden gemaakt op het algemene uitgangspunt (op basis van de toepasselijke algemene voorwaarden) dat met de meetinrichting (elektriciteitsmeter) verkregen verbruiksgegevens voor partijen bindend zijn. De commissie zal dan ook bepalen dat het vastgestelde verbruik in die periode van afgerond 600 kWh niet bij de consument in rekening gebracht had kunnen/mogen worden. Mede vanuit pragmatische overwegingen becijfert de commissie het bedrag dat correspondeert met een verbruik van 600 kWh op € 180,–, welk bedrag de ondernemer aan de consument zal dienen te crediteren op de jaarafrekening 2013/2014. De ondernemer is in dat opzicht ten onrechte uitgegaan van de door de netbeheerder opgegeven meterstanden (per 9 september 2013) zoals de ondernemer in zijn jaarafrekening 2013/2014 heeft betrokken en bij de consument in rekening heeft gebracht. Of en in hoeverre de ondernemer de door de commissie in deze zaak voorgeschreven creditering op basis van het thans toepasselijke leveranciersmodel zal kunnen verrekenen met de netbeheerder is een kwestie waar de commissie verder buiten staat, al was het maar omdat de netbeheerder ook niet in deze procedure is betrokken.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is zodat de ondernemer eveneens gehouden is om het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De ondernemer is gehouden om de eindafrekening 2013/2014 van 25 september 2014 met een bedrag van € 180,– te crediteren.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 27,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 3 maart 2015.