Commissie: Sieraden en Uurwerken
Categorie: Non conformiteit
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
113002
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in december 2015 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een horloge tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.250,–. De levering heeft op dezelfde datum plaatsgevonden. Op 23 september heeft de ondernemer een vervangend horloge geleverd.
De consument heeft de klacht op 13 augustus 2017 aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De klacht betreft de aankoop van een slecht functionerend horloge. In december 2015 heb ik bij de ondernemer het (eerste) horloge gekocht. Dat horloge liep van meet af aan niet goed; het liep achter of het stond zelfs stil. Bij de aankoop vertelde de verkoopster van de ondernemer mij dat het horloge op een batterij liep waardoor ik in de eerste week na levering terugging, omdat ik dacht dat de batterij leeg zou zijn. Het bleek echter dat dit type horloge automatisch zou lopen. In het eerste halfjaar na aankoop is het horloge driemaal teruggestuurd naar de ondernemer, doch de klachten werden helaas niet verholpen. In september 2016 heb ik een nieuw (vervangend) horloge gekregen; dat leek aanvankelijk goed te lopen, maar helaas ging ook dat horloge achterlopen waarbij de datum ook niet goed meeliep. Op 16 mei 2017 heb ik dat horloge opnieuw bij de ondernemer gebracht waarna het is opgestuurd naar de fabrikant. Vervolgens hoorde ik tijden niets meer van de ondernemer; ik werd steeds aan het lijntje gehouden, er werd beloofd om terug te bellen wat niet gebeurde en pas toen ik een verzoek tot ontbinding van de koopovereenkomst deed, kreeg ik een reactie. Vervolgens werd ik ervan beticht dat het door mij ingeleverde horloge beschadigd zou zijn, hetgeen volgens mij onterecht is. Als het al beschadigd zou zijn dan is dat gebeurd nadat ik het horloge heb ingeleverd. De reparatiekosten zouden volgens de ondernemer € 550,– bedragen en als een tegemoetkoming wilde de ondernemer daar de helft van vergoeden. Ik heb aangegeven daar niet mee akkoord te zijn. In februari 2018 vernam ik tot mijn verbazing dat de ondernemer het horloge zonder mijn opdracht daartoe heeft laten repareren en dat zij in afwachting waren van het geschil over de betaling van de reparatiekosten. Ik heb het horloge in mei 2017 bij de ondernemer afgegeven omdat ook dit tweede exemplaar steeds achter ging lopen. Daarom heb ik een verzoek tot ontbinding van de koopovereenkomst ingediend; mijn eis is ook niet wie de eventuele reparatiekosten zou moeten betalen. Ik heb geen vertrouwen meer in dit type horloge. Kort voor deze zitting ben ik nog gebeld door de ondernemer met de mededeling dat ik het horloge zou kunnen ophalen zonder het betalen van de reparatiekosten, waarmee de zaak zou zijn opgelost, aldus de ondernemer. Dat is echter niet het geval. Ik heb geen vertrouwen meer in dit type horloge en twijfel aan de kwaliteit/werking daarvan. Daarom wil ik ook een hoorzitting. De ondernemer reageerde daar zeer verbolgen op en uitte jegens mij persoonlijke verwijten, hetgeen ik nogal intimiderend vond.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb het eerste horloge in december 2015 bij de ondernemer aangeschaft voor een prijs van
€ 1.250,–. Binnen één week was ik al bij de ondernemer terug omdat het horloge niet goed liep. Ik kreeg te horen dat de batterij leeg zou zijn, hetgeen niet klopte. Het bleek namelijk een automatisch horloge te zijn. Ik ben met het horloge drie tot vier keer teruggeweest bij de ondernemer omdat het maar steeds achter bleef lopen. Elke week zette ik het horloge weer gelijk, maar ook elke week ging het weer achterlopen. Dat varieerde van 6 tot 10 minuten. Het horloge is steeds voor een langere periode weggeweest, dan praat ik over weken. In september 2016 heb ik vervolgens een nieuw horloge gekregen. Dat liep aanvankelijk goed behalve de datum. Naderhand begon ook de tijd weer achter te lopen. Toen ik in mei 2017 bij de ondernemer was voor advies is het horloge opnieuw ter reparatie ingenomen. Bij de inname is mij niets gezegd over eventuele schade aan het horloge; dat was er ook niet. Ik vroeg toen nog hoelang het horloge zou wegblijven en daar kreeg ik geen antwoord op. De ondernemer kon dat niet zeggen. Ik hoorde vervolgens een hele tijd niets en ben toen zelf maar gaan bellen en werd vervolgens ook niet teruggebeld. Vervolgens heb ik de ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen en kreeg ik te horen dat het horloge door mij beschadigd zou zijn ingeleverd. Dat betwist ik en is volgens mij ook niet waar. De ondernemer bood toen aan uit coulance de helft van de reparatiekosten te willen betalen. Ik wilde graag een second opinion door een expert. Daarom heb ik ook een klacht bij de commissie ingediend. Vervolgens bleek dat de ondernemer op eigen initiatief het horloge heeft laten maken, zonder mijn toestemming. Kort voor deze zitting heb ik nog een onaangenaam gesprek gehad met de ondernemer.
Het is mij ook nooit uitgelegd dat sprake zou zijn geweest van een automatisch horloge en hoe ik daarmee om zou moeten gaan. Telkenmale kreeg ik na het nakijken c.q. repareren van het horloge te horen dat het was schoongemaakt en nagekeken en dat er niets aan zou mankeren. Het is mij nog steeds volstrekt onduidelijk hoe de beweerdelijke schade aan het horloge zou zijn ontstaan en wat die schade precies zou inhouden. Uit een aan mij toegestuurde foto kon ik niets opmaken.
De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling aan haar van het aankoopbedrag van € 1.250,–.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie (schriftelijk dan wel mondeling) kenbaar te maken. Uit de communicatie tussen partijen valt op te maken dat de ondernemer aanvankelijk heeft aangegeven dat vanwege het faillissement van de fabrikant er een langer tijdsverloop is geweest dan wenselijk was, dat het horloge door de ondernemer is ontvangen met een beschadiging aan de kroon (waarschijnlijk veroorzaakt doordat het horloge is gevallen of gestoten), dat het plaatsen van een nieuw uurwerk, een nieuwe kroon en het vervangen van de batterij en het testen op waterdichtheid aan reparatiekosten € 550,– zou bedragen en dat de ondernemer uit coulance bereid is om de helft daarvan voor zijn rekening te nemen (vanwege de lange duur). Kort voor de zitting heeft de ondernemer aangegeven dat de consument het horloge gerepareerd en wel bij de ondernemer kan ophalen en dat gelet op de lange periode dat het horloge in behandeling is geweest de ondernemer de consument tegemoet zal komen en de volledige kosten van reparatie voor zijn eigen rekening zal nemen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Als onvoldoende betwist door de ondernemer – gelet op het feit dat de ondernemer geen enkel verweer heeft gevoerd – gaat de commissie er vanuit dat sprake is geweest van non-conformiteit en dat de door de ondernemer geleverde horloges niet de eigenschappen bezaten die de consument op grond van de koopovereenkomst met de ondernemer mocht verwachten en dat de horloges aldus niet aan de overeenkomst hebben beantwoord. De commissie acht genoegzaam door de consument aangetoond dat de horloges steeds qua tijd en datum bleven achterlopen, dat de reparatietermijnen veel te lang duurden (meer in het bijzonder bij de laatste reparatie waarbij het horloge in mei 2017 aan de ondernemer is aangeboden en eerst pas in februari 2018 kenbaar is gemaakt dat het horloge zou zijn gerepareerd). De consument is in feite vanaf de aanschaf van het eerste horloge in december 2015 zeer lange tijd verstoken geweest van een goed en deugdelijk functionerend horloge. De ondernemer is niet in staat gebleken dat adequaat voor de consument op te lossen. Daarbij komt dat de ondernemer ook in de communicatie naar de consument in gebreke is gebleven. De consument is lange tijd aan het lijntje gehouden en niet dan wel onvoldoende geïnformeerd (ondanks haar eigen verzoeken en rappels aan de ondernemer), waarbij zij verder ook bij aanschaf van het horloge niet goed door de ondernemer is geïnformeerd over de werking en het type van het horloge wat niet op een batterij zou lopen, maar juist volautomatisch zou werken. In dat opzicht is de mededeling van de ondernemer in zijn brief van 7 september 2017 dat de reparatie ook het vervangen van de batterij zou omvatten bepaald merkwaardig en dus onjuist. Verder heeft te gelden dat de consument bij het inleveren van het laatste horloge op 16 mei 2017 niet is geattendeerd op enige schade aan het horloge; op de bon die de consument toen heeft gekregen staat niets vermeld omtrent schade.
Dat het horloge daadwerkelijk schade zou hebben die door de consument zou zijn veroorzaakt, is ook door de ondernemer geenszins aangetoond. Dat de ondernemer vervolgens op eigen houtje en zonder toestemming van de consument tot reparatie van het horloge is overgegaan getuigt evenmin van zorgvuldig handelen. In een situatie van non-conformiteit waarvan in deze zaak sprake is, zou de ondernemer aanvankelijk gehouden zijn tot herstel dan wel vervanging (op grond van artikel 7:21 BW). Mede gelet op het feit dat de consument geen vertrouwen meer heeft in de ondernemer (die haar ook nog in feite beticht van het zelf veroorzaken van schade aan het horloge) en mede gelet ook op het tijdsverloop dat inmiddels heeft plaatsgevonden, de te lange reparatieduur en de onzorgvuldigheid die de ondernemer verder te verwijten valt, acht de commissie het redelijk en billijk en ook gerechtvaardigd dat tot ontbinding van de overeenkomst zal worden overgegaan, zoals door de consument verlangt. Ontbinding houdt in dat partijen de wederzijds gedane prestaties ongedaan zullen maken, hetgeen betekent dat het horloge weer eigendom wordt van de ondernemer en dat de ondernemer op zijn beurt het door de consument betaalde aankoopbedrag van € 1.250,– aan de consument zal moeten terugbetalen.
Op grond van het voorgaande is de commissie dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is zodat de ondernemer eveneens gehouden is om het door de consument betaalde klachtengeld te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De overeenkomsten van december 2015 en van 23 september 2016 worden voor wat betreft de aankoop van het horloge ontbonden verklaard. Dat betekent dat het horloge weer eigendom wordt van de ondernemer en dat de ondernemer gehouden is om het bedrag van € 1.250,– aan de consument terug te betalen. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist op 6 april 2018 door de Geschillencommissie Sieraden en Uurwerken, bestaande uit
de heer mr. J. Visser, voorzitter, de heer W.A. Muhring en de heer mr. C.A. Bontje, leden.