Horloge niet waterdicht na door ondernemer uitgevoerde revisie

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Sieraden en Uurwerken    Categorie: Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 18006/25285

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De ondernemer heeft het horloge van de consument gereviseerd. Korte tijd later blijkt het horloge niet waterdicht te zijn. De ondernemer heeft tijdens de revisie de pakking niet vervangen, waardoor er gemakkelijk vocht kon binnendringen. Partijen zijn het oneens over hetgeen vooraf is afgesproken over de mogelijke beperking van waterdichtheid. Volgens de ondernemer was bij de consument bekend dat de pakking niet meer leverbaar was en dat het horloge niet waterdicht zou zijn. De consument betwist dit en stelt dat hem dit pas achteraf verteld is. De commissie wijst erop dat het onder ondernemers in deze branche algemeen bekend is dat bij horloges van het betreffende merk geen onderdelen worden uitgeleverd aan juweliers of zelfstandige horlogemakers. De ondernemer heeft de opdracht zodoende uitgevoerd in de wetenschap dat het resultaat van voldoende waterdichtheid niet kon worden bereikt. Dit levert naar het oordeel van de commissie toerekenbaar tekortschieten in de nakoming op. De consument mocht op basis van de gemaakte afspraken verwachten dat het horloge beperkte vochtinwerking kon verdragen. Het standpunt van de ondernemer dat vooraf is afgesproken dat waterdichtheid geen vereiste was, is volgens de commissie onvoldoende onderbouwd. De klacht wordt gegrond verklaard en de overeenkomst wordt gedeeltelijk ontbonden.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een in december 2018 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot doen van reparatie/revisiewerkzaamheden aan een (vintage) horloge “[typ en merk]”. Daarvoor is de consument € 395,– in rekening gebracht.

De overeenkomst is in begin 2019 uitgevoerd.

De consument heeft op 15 juli 2019 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Op 31 december 2018 heb ik dit horloge bij de ondernemer achtergelaten “voor een algemene revisie”. Op 9 februari 2019 heb ik het horloge opgehaald na betaling van € 395,–. Helaas bleek het horloge korte tijd later tijdens een regenbui niet waterdicht te zijn. Het standpunt van de ondernemer daarover was dat het horloge zo oud is dat er geen geschikte pakking meer verkrijgbaar was. Dit is mij van tevoren niet medegedeeld.

Vervolgens heb ik mijn probleem voorgelegd aan een andere ondernemer die voor mij het horloge heeft opgestuurd naar [horlogemerk], alwaar het horloge dus opnieuw is gereviseerd en bovendien waterdicht gemaakt. De pakking voor mijn horloge bleek namelijk nog steeds leverbaar te zijn.

Deze keer bedroegen de kosten € 290,–. Bij elkaar opgeteld bedragen mijn totale kosten dus € 685,–. Ik heb het bovenstaande aan de ondernemer voorgelegd met het verzoek tot een minnelijke regeling te komen. Een teruggave van € 295,– zou ik redelijk gevonden hebben. Aldus komt de ondernemer toe € 100,– voor verzending en expertise kosten.

De ondernemer stelt echter dat ze mij van tevoren hebben verteld dat de pakking niet meer leverbaar was en dat het horloge niet waterdicht zou zijn. Ik betwist dit; dit is mij van tevoren niet verteld en dit is mij pas achteraf meegedeeld. Uit coulance biedt de ondernemer teruggave van € 100,– aan als tegemoetkoming in de kosten. Dit vind ik echter onvoldoende. Ik heb gevraagd om teruggave van het volledige bedrag (€ 395,–) maar zou genoegen hebben genomen met een teruggave van € 295,–. Aangezien we helaas niet tot overeenstemming zijn gekomen leg ik dit probleem voor aan de Geschillencommissie.

Mijn verzoek is om de ondernemer te verplichten tot terugbetaling aan mij van € 295,– (van het door mij aan de ondernemer betaalde bedrag van € 395,–).

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De verkrijgbaarheid van onderdelen voor dit horloge is een lastige kwestie. De ondernemer heeft dit aan de consument uitgelegd en deze vervolgens de keuze gegeven om het horloge via een dealer te laten reviseren en repareren door Baume & Mercier of het door de horlogemaker van de ondernemer te laten doen.

De consument is daarbij uitgelegd wat de prijs zou zijn en ook dat de prijs bij [horlogemerk] waarschijnlijk hoger uit zou vallen. De consument heeft er vervolgens voor gekozen om dit horloge door de horlogemaker van de ondernemer te laten reviseren en repareren waarbij de consument er van op de hoogte was dat de ondernemer het horloge niet waterdicht kon afleveren omdat de daarvoor benodigde onderdelen niet verkrijgbaar waren. De vordering van de consument moet worden afgewezen omdat geheel volgens de afspraken een revisie en reparatie zijn verricht (meer dan alleen schoonmaken).

De consument stelt dat hem is gezegd door de ondernemer dat de onderdelen die nodig zijn om het horloge waterdicht te maken, niet verkrijgbaar zouden zijn. Dit is echter niet het geval; wij hebben in eerste instantie aangegeven dat het lastig zou worden om aan dit soort onderdelen te komen en vervolgens dat het ons inderdaad niet gelukt was. De consument was ervan op de hoogte dat het horloge niet waterdicht werd afgeleverd, zie ook de vermelding op de bon die hij heeft gekregen toen hij het horloge ophaalde. Dit is niet vreemd in het geval van een ouder horloge. Onderdelen zijn dan vaak lastig te verkrijgen, reparatie door het betreffende merk is meestal duur en 100% waterdichtheid kan dan in veel gevallen sowieso moeilijk worden gegarandeerd (zeker als het een gouden horloge betreft, vanwege de zachtheid van het materiaal waar het van is gemaakt).

De consument is nadien in de correspondentie uitgelegd dat hij niet dubbel heeft betaald omdat het horloge door een derde ondernemer waterdicht is gemaakt nadat het door de ondernemer was gereviseerd. De consument heeft aan de ondernemer € 395,– betaald voor het schoonmaken, vervangen van diverse onderdelen en smeren van het uurwerk/binnenwerk. Als de ondernemer het horloge daarnaast ook waterdicht hadden moeten maken (d.w.z. als we de onderdelen daarvoor hadden kunnen krijgen) dan had de revisie waarschijnlijk € 200,– a € 300,– meer gekost, aangezien in dat geval diverse extra onderdelen vervangen hadden moeten worden (glas, kroon, tube, pakking etc.).

De derde ondernemer had de reparatie ook niet voor € 290,– kunnen aanbieden als wij niet eerst het voorwerk hadden gedaan. Als alle werkzaamheden meteen alleen door [horlogemerk] waren uitgevoerd, dan had de consument zeer waarschijnlijk meer betaald dan nu aan beide ondernemers samen. Voor de goede orde: de ondernemer heeft navraag gedaan bij de andere ondernemer die vertelde dat het horloge naar Zwitserland is gestuurd omdat er in Nederland voor een horloge dat zo oud is geen onderdelen meer te leveren zijn. Daarnaast staat er bij die ondernemer in het systeem dat het horloge goed liep (volgens [horlogemerk]). Alleen uit coulance is de consument bij wijze van schikkingsvoorstel een betaling aangeboden van € 100,–. Dat is niet geaccepteerd door de consument.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Op de bon van de [horlogemerk] dealer (de tweede door de consument ingeschakelde ondernemer) staat de aanduiding van dit horloge vermeld, te weten eerst het unieke nummer van het horloge ([unieke nummer]) en vervolgens het referentienummer 3194. Het betreft hier een (“vintage”) horloge van het merk [horlogemerk + type]. Het betreft een gouden horloge met een schroefdeksel en een zware gouden kast.

De commissie is er mee bekend dat zich in het achterdeksel/schroefdeksel een rubberen ringvormige pakking bevindt met als doel om het horloge waterdicht te krijgen en houden. Dat schroefdeksel is juist bedoeld en zo geconstrueerd om waterdichtheid te garanderen.

Genoegzaam staat vast dat de ondernemer die rubberen ringvormige pakking dus niet heeft vervangen, waardoor het mogelijk was dat er na reparatie gemakkelijk vocht in het uurwerk kon binnendringen.

Onder ondernemers is deze branche is algemeen bekend dat in de wereld van merkhorloges, ook bij die van [horlogemerk], alle onderdelen niet worden uitgeleverd aan juweliers of zelfstandige horlogemakers.
De reden hiervoor is dat de fabrikanten/importeurs van merkhorloges zelf de benodigde service en onderhoud willen uitvoeren met eigen opgeleide gecertificeerde uurwerkmakers die de beschikking hebben over de originele onderdelen en gereedschappen. Op deze wijze houden de merken de kwaliteit van het serviceniveau onder controle en hoog, wat imagoschade van hun merk voorkomt.

De ondernemer is geen [horlogemerk] dealer. Hoe goed zijn horlogemaker ook kan zijn, hij wist vooraf dat hij nooit benodigde onderdelen zou kunnen krijgen van [horlogemerk].

De later door de consument ingeschakelde tweede ondernemer kon, als [horlogemerk] dealer, via het officiële servicekanaal van B&M wel de juiste service en waterdichtheid garanderende pakking leveren en een waterwerend horloge afleveren. Dit maakt duidelijk dat ondanks de gevorderde leeftijd van het horloge, er wel degelijk een goed werkend en voldoende waterwerend horloge kon worden verkregen na onderhoud/service, en zulks conform de specificaties van [horlogemerk].

Indachtig het hiervoor overwogene, is de commissie van oordeel dat de ondernemer de consument meteen had moeten doorverwijzen naar een officiële [horlogemerk]-dealer. De ondernemer wist dat hij geen onderdelen kon krijgen. Die transparantie heeft de ondernemer niet in acht genomen.

Over vooraf besproken voorwaarden ten aanzien van een mogelijke beperking van de waterdichtheid na aflevering door de ondernemer, spreken partijen elkaar tegen, waarbij voor het standpunt van de ondernemer inhoudende dat vooraf is afgesproken dat waterdichtheid geen vereiste was, geen c.q. onvoldoende steun is te vinden in de gedingstukken.

De handgeschreven bijschrijving op de “bon” inhoudende “revisie +ond niet meer WD” kan de ondernemer hier niet baten. Daaruit blijkt (ook) dat dat eerst later – en niet reeds bij het geven van deze reparatieopdracht – is bijgeschreven. Het betreft hier dus geen vastlegging (al dan niet achteraf) van een contractuele verplichting van de ondernemer, maar een waarschuwing van de ondernemer aan de consument, waar geen beperking van de nakomingsverplichting van de ondernemer op kan worden geënt.

Feit is – zoals hiervoor is vastgesteld – dat het hier een waterwerend geconstrueerd gouden horloge betreft dat ook na een adequate revisie weer waterwerend moet zijn uitgevoerd op de wijze zoals de fabrikant dat oorspronkelijk heeft geconstrueerd. Dat resultaat kon de ondernemer bij gebrek aan (juiste) onderdelen nimmer bereiken. Als het officiële servicekanaal van [horlogemerk] dit conform de specificaties van het onderhavige horloge niet had kunnen uitvoeren hadden ze reparatie/revisie geweigerd of afgewezen.

De ondernemer heeft dit nagelaten en de opdracht uitgevoerd in de wetenschap dat het resultaat van voldoende waterdichtheid nimmer kon worden bereikt. Dit levert naar het oordeel van de commissie toerekenbaar tekortschieten op van de ondernemer in een juiste nakoming van de met de consument gemaakte afspraken. Immers het wel degelijk overeengekomen resultaat van voldoende waterdichtheid is en kon niet worden bereikt. De consument mocht op basis van de met de ondernemer gemaakte afspraken verwachten dat dit vintage gouden [horlogemerk] horloge na een revisie ten bedrage van € 395,– wel beperkte vochtinwerking (bijvoorbeeld door een regenbui) kon verdragen. Zulks bleek echter niet het geval te zijn.

De commissie zal treden in het verzoek van de consument om de overeenkomst gedeeltelijk te ontbinden, en wel in die zin dat de consument alsnog wordt ontheven van de betalingsverplichting groot € 295,–. De ondernemer is daarom bij wijze van ongedaanmaking gehouden om dat bedrag terug te betalen aan de consument.

Op basis van het reglement van de commissie is de ondernemer tevens gehouden om het door de consument betaalde klachtengeld te voldoen aan de consument alsmede om behandelingskosten te betalen aan het secretariaat van de commissie, welke kosten de ondernemer separaat zullen worden gefactureerd.

De slotsom luidt dan in na te melden zin moet worden beslist.

Beslissing
Ontbindt het door partijen overeengekomene gedeeltelijk en wel in die zin:
– dat de consument alsnog is ontheven van diens betalingsverplichting voor een deel groot € 295,–;
– dat op de ondernemer de ongedaanmakingsverplichting rust om dat bedrag terug te betalen aan de consument.

De ondernemer betaalt dus aan de consument (terug) voormeld bedrag van € 295,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

Indien die betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan het secretariaat van de commissie een bij factuur in rekening te brengen bijdrage in de behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Sieraden en Uurwerken, bestaande uit mr. M.L.J. Koopmans, voorzitter, mevrouw mr. A.J.E. Weijenborg-Meiss en de heer W.A. Muhring, leden, op 17 juni 2020.