
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: Informatieverstrekking
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
123400
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De ondernemer heeft nagelaten om een mixventiel (anticondensklep) te plaatsen bij de installatie van een houtpelletkachel. Daardoor is condensvorming opgetreden met creosootaanslag tot gevolg. De kachel is kapotgegaan. De consument blijkt echter ook niet het voorgeschreven jaarlijks onderhoud te hebben uitgevoerd. Volgens de commissie is de omvang van de schade hierdoor in belangrijke mate toegenomen. Bij het normale onderhoud was de creosootaanslag al eerder geconstateerd en hadden maatregelen genomen kunnen worden om verdere schade te voorkomen. De commissie is van oordeel dat de schade aan de kachel niet alleen de ondernemer is aan te rekenen maar ook de consument. De ondernemer moet de consument de kosten voor plaatsing van een mixventiel betalen, plus een vergoeding van een deel van de schade, de overige kosten blijven voor rekening van de consument.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 6 augustus 2014 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren en monteren van nieuw leidingwerk en aanpassingen ten bate van de cv installatie van de consument, waaronder meer in het bijzonder de levering en installatie van een houtpelletkachel. De overeenkomst is uitgevoerd. De consument heeft in november 2018 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij het plaatsen van de houtpelletkachel heeft de ondernemer verzuimd om een 55o mixventiel (anticondensklep) te plaatsen. Dat had conform de installatievoorschriften moeten gebeuren. De watertemperatuur van de retourleiding mag nooit lager zijn dan 45o. Het mixventiel, direct geplaatst achter de pomp, zorgt ervoor dat ‘koud’ retourwater gemixt wordt met ‘heet’ water uit de kachel, waarna het gemixte water in de kachel verder verwarmd wordt. Door dit ventiel niet te plaatsen heeft zich in het afvoerkanaal van de kachel condensatie kunnen voordoen. Als gevolg daarvan is de kachel kapot gegaan.
Op 16 oktober 2018 heeft de consument een specialist naar de kachel laten kijken in verband met ondervonden problemen. Deze heeft geconcludeerd dat de kachel condenseerde. Volgens hem koelden de rookgassen te snel af door de plaatsing van de koudwaterleiding in de kachel. In november 2018 heeft de consument de ondernemer verzocht om een 55o mixventiel bij de kachel te plaatsen, maar de ondernemer was niet bereid dat kosteloos te doen.
Op 7 januari 2019 is de eerder ingeschakelde specialist weer langs geweest om de kachel te laten functioneren. Die heeft toen geconstateerd dat door het niet plaatsen van het mixventiel condensatie in de kachel is ontstaan en de kachel daardoor is stukgelopen.
Bij brief van zijn gemachtigde van 6 februari 2019 heeft de consument de ondernemer gesommeerd om de gebreken aan de kachel binnen zestien dagen kosteloos te herstellen. De ondernemer heeft aan die sommatie geen gevolg gegeven.
De ondernemer heeft het standpunt ingenomen dat gedurende vier jaar na installatie geen onderhoud aan de kachel is gepleegd en ook de rookgasafvoer niet is geveegd, waardoor het niet optimaal functioneren van de kachel niet eerder is opgemerkt. Ook zou de consument de kachel hebben ingebouwd zonder acht te slaan op de instructies. De consument heeft hierop gereageerd met de opmerking dat onderhoud niet had voorkomen dat condensatie was opgetreden.
Naar aanleiding van het rapport van de deskundige heeft de consument nog opgemerkt dat de specialist inderdaad heeft opgemerkt dat zich creosoot in de kachel bevond, maar hij heeft daarbij aangegeven dat de oorzaak daarvan was gelegen in het ontbreken van het mixventiel.
Voorts merkt hij op dat de deskundige heeft geschreven dat volgens de consument de ondernemer zou hebben verklaard dat de ketel onderhoudsvrij was. Daarmee doelde de consument niet op de automatische reiniging van de brander. De consument betwist dat hij documentatie met betrekking tot de kachel heeft ontvangen van de ondernemer waarin staat vermeld dat onderhoud verplicht is.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Schoonmaken moet gebeuren, maar verder wist ik niets over onderhoud. Schoonmaken is ook iets anders dan onderhoud plegen. In 2018 heb ik een gespecialiseerd bedrijf ingeschakeld, omdat ik problemen ondervond met de kachel. Documentatie bij de kachel had ik niet. Ik had mij ook niet verdiept in de techniek achter de kachel, hoe die precies functioneerde. Ik wilde geen hout stoken, maar pellets. Dat is CO2 neutraler. De kachel diende ter vervanging van een open haard. Ik heb informatie gezocht over kachels die geschikt waren om in combinatie met een cv-ketel in een verwarmingssysteem opgenomen te worden.
De informatie over de kachel die ik aan het dossier heb toegevoegd heb ik bij het door mij ingeschakelde bedrijf opgevraagd.
De schoorsteen heb ik jaarlijks laten vegen. Hoe dat werk is uitgevoerd, weet ik niet. Dat gebeurde overdag en dan was ik aan het werk.
Ook wanneer er eerder zou zijn geconstateerd dat in de kachel een creosootaanslag ontstond, zou de schade niet lager zijn geweest.
De consument verlangt de vervanging van het toestel, of tenminste een revisie, en vergoeding van de gemaakte kosten tot een bedrag van € 2.527,76.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op de installatie is een regeling gebouwd die de douwpuntsregeling zou moeten sturen, waardoor condensatie in de pellet kachel zou worden voorkomen. Na vier jaar is geconstateerd dat desondanks toch condensatie is opgetreden.
Op verzoek van de consument heeft de ondernemer alsnog een mixventiel ingebouwd, waarbij een deel van de kosten uit coulance niet is doorberekend.
De pellet kachel is niet correct ingebouwd. Bovendien is vier jaar lang geen onderhoud aan de kachel uitgevoerd. Omdat de kachel volledig in een schouw was ingebouwd, waren zowel de rookgasafvoer als de ketel niet beschikbaar voor onderhoud. De ondernemer is van mening dat de schade niet zou zijn opgetreden wanneer de consument zich aan de juiste inbouwinstructies zou hebben gehouden en volgens de voorschriften onderhoud zou hebben laten uitvoeren. In elk geval zou dan al veel eerder, na een jaar, zijn opgemerkt dat sprake was van condensatie in de kachel en had de kachel met een kleine aanpassing alsnog goed kunnen functioneren.
Naar aanleiding van het rapport van de deskundige heeft de ondernemer nog opgemerkt dat hij de consument nooit heeft verteld dat de kachel onderhoudsvrij zou zijn. Alle bescheiden en documentatie heeft de ondernemer bij de consument achtergelaten. Daarbij heeft hij de consument ook gezegd dat hij, de ondernemer, geen onderhoud aan houtkachels uitvoert.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In overleg met de fabrikant van de cv-ketel hebben we in het systeem een elektronische regeling met een driewegklep geïnstalleerd, waardoor de leiding tijdig op temperatuur had moeten omen. Dat heeft dus helaas om de een of andere reden niet goed gefunctioneerd. Die regeling zit er nog steeds in. Maar als er deugdelijk onderhoud aan de kachel zou zijn gepleegd, dan was dat probleem veel eerder onderkend en had daar ook op ingegrepen kunnen worden. Ik zou dan eerder de regeling hebben aangepast of alsnog een mixventiel hebben geplaatst.
De consument heeft eerder al een rookgasafvoer laten vervangen omdat hij problemen ondervond. Dat had ook al een signaal moeten zijn om na te denken over onderhoud. Met betrekking tot dat onderhoud kan ik u zeggen dat ik niet meer beschik over een instructieboek bij de kachel. Dat heb ik bij de consument achtergelaten.
De consument merkt nu wel op dat de rookgasafvoer elk jaar geveegd is, maar die bestaat uit een flexibele buis en die is bijna niet te vegen. Bovendien: wil je vegen, dan moet de kachel los komen van de wand om te voorkomen dat daar roet in komt.
Uit coulance heb ik een korting aangeboden van 25%, maar de consument wilde telkens meer en toen was het voor wat mij betreft wel genoeg.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
De geïnstalleerde pellet kachel werkte na verloop van tijd niet meer. Na controle door een medewerker van de fabrikant is gebleken dat de kachel verontreinigd is door creosoot, waardoor schade is ontstaan aan het binnenwerk en belangrijke onderdelen van de kachel.
In dit soort installaties is het een vereiste dat er een mixventiel gemonteerd wordt om te voorkomen dat er (te koud) water met een temperatuur lager dan 45o door het systeem loopt. Gebeurt dit niet, dan zal dit namelijk altijd condensvorming in het toestel veroorzaken. Deze klep, het mixventiel, dient ervoor te zorgen dat het koude water pas na opwarming, bij het bereiken van een minimale temperatuur van 45-50o, door de ketel zal gaan. Er mag dus geen koud water door de ketel stromen.
Wanneer deze mengklep niet in de installatie gemonteerd is, zal er koud water door de ketel stromen waardoor er condensvorming in de ketel zal ontstaan waardoor het genoemde creosoot zal ontstaan, hetgeen zeer kwalijk is voor de ketel en de apparatuur in de ketel.
In het installatievoorschrift van de fabrikant staat op bladzijde 111 het volgende omschreven:
“Waarnemingen betreffende de temperatuur van het teruggevoerde water.
Het is noodzakelijk een passend systeem te voorzien dat een temperatuur van het teruggevoerde water van tenminste 45-50o Celsius garandeert.”
Hier is dit niet gebeurd en daardoor heeft er zich in de pellet ketel op den duur creosoot gevormd.
Creosoot is een brandbare, teerachtige substantie die ontstaat door roetaanslag. Onverbrande deeltjes hechten zich aan de wand van het rookkanaal, maar hier dus ook in de pellet kachel zelf, ontstaan door de condensvorming in de kachel vanwege de terugstroom van koud water. Het binnenwerk en de apparatuur moederboard en de rookgasmotor in de pellet kachel zijn door de creosoot aangetast en zullen dus vervangen dienen te worden.
Hierbij komt het volgende probleem dat deze pellet kachel niet ieder seizoen is onderhouden zoals wel door de fabrikant is voorgeschreven. Zie bladzijde 117 van hoofdstuk Onderhoud.
Hier staat namelijk letterlijk en met Hoofdletters geschreven:
“HET NALATEN VAN OP ZIJN MINST DE SEIZOENSGEBONDEN REINIGING kan een slechte functionering veroorzaken. De garantie is niet langer geldig in het geval van eventuele problemen gebonden aan nalatig onderhoud.”
Bij het uitvoeren van het voorgeschreven jaarlijks onderhoud zou het probleem van het condenseren van de kachel eerder zijn ontdekt waarbij de schade na één jaar aanmerkelijk kleiner zou zijn geweest. Bij het bezoek van de deskundige merkte de consument op dat de installateur gezegd zou hebben dat de ketel onderhoudsvrij zou zijn. Wellicht heeft de consument hier de automatische reiniging van de brander bedoelt. In de kachel zit namelijk een innovatief systeem, de “eKleaner”, en dit voert automatisch een dubbele reiniging uit, van het vuurpotje en van de turboventilatoren.
Echter, de jaarlijkse reiniging staat hier los van.
Herstel is wel mogelijk, maar het is een kostbare zaak. De gehele kachel zal gedemonteerd en gereinigd moeten worden en moeten worden voorzien van nieuwe onderdelen waar dit nodig is. De exact ontstane schade is moeilijk vooraf vast te stellen, omdat de kachel van binnen ook vol met creosoot zit.
Wat zeker vervangen moet worden zijn het moederboard en de rookgasmotor.
De meest voor de hand liggende technische oplossing is volgens de deskundige herstel door een vakkundig bedrijf dat gespecialiseerd is in dit type pellet kachels. De deskundige verwijst daarvoor naar de website van de fabrikant. Wat er precies vervangen moet worden is moeilijk exact te bepalen, omdat de pellet kachel nu nog ingebouwd zit en men na vervanging van het moederboard pas de rest van de schade exact zal kunnen bekijken.
De installateur heeft vooraf aan levering en plaatsing in 2014, aan de consument aangegeven dat hij deze kachel wel kan leveren en plaatsten, maar dat hij aan deze kachels geen onderhoud verzorgt, omdat hij hier geen onderdelen voor in huis heeft. Ook heeft de deskundige tijdens zijn bezoek vernomen dat de consument zelf tot de keuze van deze kachel is gekomen.
De kachel is geheel ingebouwd. Er kan op dit moment geen onderhoud gepleegd worden aan de kachel zonder een luik aan de onderzijde van de ombouw te maken, dus een aanpassing van de ombouw te maken. In september 2018 heeft de consument het rookgaskanaal door derden en voor zijn rekening laten vervangen. Wat precies de redenen voor het vervangen van het rookkanaal is geweest is de deskundige niet duidelijk, maar vermoedelijk heeft de consument aangenomen dat een groter kanaal een oplossing voor de ontstane problemen zou zijn, hetgeen dus niet zo was.
De consument heeft hiervoor toen aan een derde partij opdracht gegeven. Dit heeft een kostenpost met zich gebracht van € 2.061,–, hetgeen dus volledig op kosten van de consument is uitgevoerd.
Om dit kanaal te kunnen vervangen is toen aan de zijkant een luik in de kachelombouw gemaakt, om bij het schoorsteen kanaal te kunnen komen. Hiervan zijn voor de deskundige geen kosten bekend.
De kachel heeft daarna niet meer gebrand, omdat de problemen en dus de schade aan de kachel niet verholpen waren.
In het najaar van 2018, de periode van november 2018, is er na veel discussie, het bewuste noodzakelijke mixventiel door de installateur aangebracht. Dit heeft de installateur tegen “kostprijs” uitgevoerd en daarvoor bij de consument een nota in rekening gebracht van € 1.062,– inclusief btw, waarvan € 584,– voor materiaal (mixventiel en pomp) en € 442,– voor arbeid. Daarbij is tevens op verzoek van de consument nog een thermostaat extra is bijgeplaatst voor € 158,– inclusief btw. Hierna was dus wel de oorzaak, maar niet de schade aan de kachel opgelost en werkte de kachel nog steeds niet.
Nadien is er op verzoek van de consument een pelletkachelspecialist bij gehaald en deze heeft de vervuiling door creosoot geconstateerd. Dit bedrijf heeft voor de controle van de kachel een prijsopgave gedaan van € 175,– en voor het reinigen van de eerste drie meter afvoerbuis € 30,–, waarbij het laatste dus niet nodig was omdat er net een nieuw stuk pijp geplaatst was.
Al met al is de situatie nu dus zo, dat de oorzaak, het niet plaatsen van het mixventiel, is verholpen maar dat de schade hierdoor ontstaan aan de ketel nog steeds aanwezig is. De installateur in kwestie is niet in staat (als boven aangegeven) deze kachel te repareren. Om de reparatie uit te kunnen voeren zal de kachel geheel uitgebouwd moeten worden waarbij de kachelombouw dus gedemonteerd dient te worden.
De kachel zal meegenomen moeten worden en in een werkplaats gereinigd moeten worden.
Na reiniging en reparatie zal de kachel opnieuw gemonteerd en ingeregeld moeten worden, waarna er door een derde partij een nieuwe ombouw om de kachel gemaakt moet worden, nu met de mogelijkheid om toegang aan de onderzijde van de kachel te verschaffen, zodat de kachel bereikbaar is en jaarlijks gereinigd kan worden. Dus er zullen bouwkundige kosten bijkomen voor het demonteren en opnieuw monteren van de ombouw.
Bij deze in- en uitbouw is het erg belangrijk om te controleren of de aan- en afvoer van het
buffervat zijn geïsoleerd en of het mixventiel aanwezig is en juist is gemonteerd.
Gevoelsmatig is het de vraag of reparatie van deze kachel een juiste optie is vanwege de hoge kosten.
Er zou ook gekozen kunnen worden om een nieuwe pellet kachel te plaatsen. Dit kan dan in één dag gebeuren.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de bij de kachel behorende documentatie moet het de ondernemer duidelijk zijn geweest dat bij het installeren van de kachel een voorziening diende te worden getroffen om te voorkomen dat te koud water in de kachel ingevoerd zou worden, met condensvorming als gevolg. Dat de ondernemer dit heeft onderkend, volgt uit het feit dat hij een voorziening heeft getroffen waarvan hij meende dat die daaraan zou voldoen. Die voorziening blijkt – achteraf – niet of niet goed gewerkt te hebben. De commissie is van oordeel dat het probleem met de condensvorming en daarop volgende creosootvorming voorkomen had kunnen worden, wanneer bij installatie van de kachel direct een mixventiel zou zijn geplaatst. Dat dat niet is gebeurd, maar een – falend – ander systeem, kan de ondernemer, van wie bekendheid op dit punt mocht worden verondersteld, worden aangerekend. Om die reden acht de commissie gronden aanwezig om te bepalen dat het plaatsen van het mixventiel voor rekening van de ondernemer dient te komen. Het hiervoor in rekening gebrachte bedrag, volgens de deskundige € 1.062,– inclusief btw dient de ondernemer te crediteren.
Als gevolg hiervan is een schade opgetreden in de vorm van kosten die zijn gemaakt om het rookgaskanaal te vernieuwen en in de vorm van creosootaanslag in de kachel, waardoor deze nu niet meer functioneert. De met het herstel van die laatste schade samenhangende werkzaamheden en kosten zijn van een zodanige omvang dat de deskundige meent dat vervanging van de kachel wellicht een betere optie zou zijn dan herstel door demontage, reiniging, inregelen en montage van de bestaande kachel.
De commissie is van oordeel dat de omvang van de schade in belangrijke mate moet zijn toegenomen doordat het door de fabrikant van de kachel voorgeschreven jaarlijks onderhoud niet is uitgevoerd. De commissie is voorts van oordeel dat het op de weg van de consument had gelegen om zich te informeren ten aanzien van het onderhoud van een kachel als de onderhavige.
Een consument hoeft niet te weten hoe een technisch complex product nu precies functioneert, maar hij dient zich wel af te vragen of daar na een bepaalde periode onderhoud aan moet worden verricht. Dat geldt niet alleen voor auto’s, maar ook voor cv-ketels en, zo meent de commissie, ook bij een kachel als de onderhavige, waarvan bekend zal zijn dat ten minste periodiek het rookgasafvoerkanaal (de schoorsteen) gereinigd moet worden en de kachel schoongemaakt. Voor zover bij de aflevering van een technisch complex product geen handboek wordt meegeleverd, is het dan naar het oordeel van de commissie aan de consument om zich te oriënteren ten aanzien van het benodigde onderhoud en dat uit te laten voeren, ook wanneer hij van een installateur geen documentatie zou hebben gekregen.
Dat de consument dat heeft gedaan, is de commissie niet gebleken. In het onderhavige geval heeft de ondernemer aangevoerd dat hij de documentatie die bij de kachel hoorde bij de consument heeft achtergelaten. De consument heeft dat betwist en aangevoerd dat hem was verteld dat de kachel onderhoudsvrij was. Dat laatste is weer betwist door de ondernemer. In elk geval is de commissie gebleken dat de consument – naar eigen zeggen: achteraf – via een ander bedrijf in het bezit is kunnen komen van de bij de kachel behorende documentatie, waarin expliciet is vermeld dat jaarlijks de seizoensgebonden reiniging moet plaatsvinden, bij gebreke waarvan de kachel mogelijk niet meer goed kan gaan functioneren.
Uit het rapport van de deskundige blijkt dat de consument de kachel op zodanige wijze heeft laten inbouwen dat dit seizoensgebonden onderhoud niet meer uitgevoerd kon worden. Voorts blijkt daaruit dat de consument zelf voor de onderhavige kachel heeft gekozen. Deze is hem dus niet specifiek aanbevolen door de ondernemer, die bovendien de consument heeft gewezen op het feit dat hij geen onderhoud aan de kachel kon uitvoeren en de consument daarvoor dus op een ander bedrijf was aangewezen. Dat de consument vervolgens een ander bedrijf heeft ingeschakeld voor periodiek onderhoud, is niet gebleken.
Het voorgaande voert de commissie tot het oordeel dat, naast de vergoeding voor het plaatsen van een mix-ventiel, de ondernemer slechts in beperkte mate aansprakelijk kan worden gehouden voor de gevolgschade aan de kachel. Zou na één stookseizoen het seizoensgebonden onderhoud zijn uitgevoerd, dan zou op dat moment al een mate van creosootvorming zijn vastgesteld die wellicht zou hebben geleid tot extra reinigingskosten, maar die er ook toe zou hebben geleid dat door een ingreep/aanpassing in het verwarmingssysteem verdere schade door creosootvorming voorkomen had kunnen worden. Omdat de kachel in elk geval drie jaar heeft gewerkt, zou in dat geval de schade beperkt zijn gebleven tot de extra kosten om het aanwezige creosoot weg te halen. De commissie schat die kosten naar billijkheid in op 8 uur arbeid en wellicht wat materiaal. Bij een vergoeding van € 75,– per uur inclusief btw voor een storingsmonteur, zouden de reinigingskosten dan schattenderwijs om en nabij € 600,– hebben bedragen. De commissie zal dat deel van de gevolgschade aan de ondernemer toerekenen. Voor zover de consument meer schade heeft geleden, is die schade naar het oordeel van de commissie ontstaan door een omstandigheid die mede aan de consument kan worden toegerekend en bestaat geen grond om deze voor rekening van de ondernemer te brengen.
Het voorgaande voert dan tot na te melden beslissing. In de omstandigheid dat de klacht slechts gedeeltelijk gegrond wordt bevonden, vindt de commissie aanleiding om met toepassing van het bepaalde in artikel 21, lid 1 laatste volzin van het Reglement Geschillencommissie Installerende Bedrijven te beslissen dat de ondernemer slechts 50% van het gebruikelijk in rekening te brengen bedrag verschuldigd is als bijdrage in de kosten van behandeling van dit geschil.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 1.662,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie een bijdrage in de behandelingskosten van het geschil verschuldigd, met dien verstande dat deze wordt gematigd met 50%.
Aldus beslist op 21 juni 2019 door de Geschillencommissie Installerende Bedrijven, bestaande uit
de heer mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, mevrouw mr. M.J. Boon en de heer J. Duijns, leden.