Commissie: Schadeherstelbedrijven
Categorie: Schade / schadeherstelbedrijven / Tekortkoming in de nakoming
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrond
Referentiecode:
254324/299950
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een consument en ondernemer betreffende het spuitwerk van een Ford Mondeo Wagon. De consument heeft spuitwerk laten verrichten bij de ondernemer, echter was hij hierover niet tevreden. De ondernemer heeft meermaals geprobeerd het spuitwerk te verbeteren. Dit was niet naar tevredenheid van de consument. Daarnaast is tijdens het spuitwerk een werknemer van de ondernemer tegen de auto aangereden. Het gevolg hiervan was dat er nog meer spuitwerk nodig was. De consument is van mening dat de werkzaamheden niet goed zijn uitgevoerd en wil dat de ondernemer de schade hersteld. De ondernemer meent het spuitwerk goed te hebben uitgevoerd. De imperfecties komen door het model van de auto. De deskundige stelt vast dat er inderdaad onvolkomenheden zijn, die als een gebrek zijn aan te merken. De commissie beslist als volgt. Het resultaat van de uitgevoerde werkzaamheden beantwoordt niet volledig aan hetgeen de consument mocht verwachten. Nakoming is niet aan de orde gezien het feit dat het de ondernemer niet lukt om aan de verwachting van de consument te voldoen. Het bedrag van de schade zal naar billijkheid worden bepaald nu niet exact duidelijk is welke schade consument heeft geleden door toedoen van de ondernemer.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Schadeherstelbedrijven (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2024 te Den Haag. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De consument werd ter zitting bijgestaan/vertegenwoordigd door mevrouw Hessels en de heer Huigen van ARAG. Ter zitting werd de ondernemer bijgestaan/vertegenwoordigd door de heer J. Bosscher.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Het geschil betreft het spuitwerk van een Ford Mondeo Wagon.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Consument heeft door de ondernemer spuitwerk laten verrichten aan de achterzijde van zijn Ford Mondeo Wagon voor een verhaalbare schadereparatie. Daarnaast is de ondernemer verzocht om de steenslag te herstellen op de motorkap en deze vervolgens te spuiten. Hiervoor heeft de ondernemer aan consument een bedrag van € 600,– incl. BTW in rekening gebracht, welk bedrag consument heeft betaald. Omdat consument niet tevreden was over het resultaat is hij teruggegaan naar de ondernemer met het verzoek om het spuitwerk over te doen. Bij die gelegenheid is een medewerker van de ondernemer tegen de auto aangereden. De ondernemer heeft die schade eigener beweging hersteld en gespoten. De consument was wederom niet tevreden over het resultaat hiervan, waarna de ondernemer nogmaals getracht heeft het resultaat te verbeteren. Ook dit heeft niet een voor consument aanvaardbaar resultaat opgeleverd. De door de ondernemer verrichte spuitwerkzaamheden zijn door de ondernemer niet goed uitgevoerd. Consument wil dat de werkzaamheden door de ondernemer perfect worden uitgevoerd, zoals hem is beloofd. Andere spuitbedrijven lijken niet bereid te zijn om dit werk uit te voeren, zeker niet voor het bedrag dat de deskundige heeft begroot.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De ondernemer bevestigt het spuitwerk meerdere malen te hebben uitgevoerd zonder dat dit het door consument verlangde resultaat heeft opgeleverd. De ondernemer meent het spuitwerk goed te hebben uitgevoerd. Volgens de ondernemer heeft dit model auto met deze kleur standaard fabriek af kleurverschil en verdikte randen op de liggende delen. De ondernemer heeft uit coulance aangeboden het betaalde bedrag terug te storten en weet niet wat hij verder zou kunnen doen om consument tevreden te stellen.
Deskundigenbericht
Voor het oordeel van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het oordeel op het volgende neer. De laagdikte van de motorkap is als ongebruikelijk dik aan te merken. De aanwezigheid van vuil, onvolkomenheden in de voorbewerking (motorkap en frontpaneel) moeten als slordigheid worden aangemerkt. De schuurkrassen (onder de blanke lak) bij de voorbumper linksonder zijn opvallend.
De mate waarbij verschillende kleureffecten waarneembaar zijn, is mede afhankelijk van de gegeven omstandigheden (lichtomstandigheden en hoek van waarneming), het meest opvallend bij de kunststof bumpers en de aangrenzende delen. De verschillende kleureffecten bij de kunststof bumpers en de aangrenzende delen van de onderhavige auto is niet afwijkend ten opzichte van vergelijkbare Mondeo’s. De onvolkomenheden bij de motorkap en front/voorbumper zijn als een gebrek aan te merken. Het gering kleurverschil tussen de liggende en de verticale delen bij de motorkap en voorschermen behoeft geen correctie. Tijdens het herstel van motorkap en front/voorbumper kan het kleurverschil bij de A-stijlen worden gecorrigeerd. De kosten van deze herstelwerkzaamheden worden geraamd op circa € 1.500,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie is van oordeel dat het resultaat van de door de ondernemer uitgevoerde werkzaamheden niet volledig beantwoordt aan hetgeen de consument mocht verwachten. Dat geldt met name de door de deskundige gesignaleerde onvolkomenheden bij de motorkap en front/voorbumper. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is. Gezien het feit dat de ondernemer er ondanks diverse pogingen niet in geslaagd is om een optimaal resultaat te behalen en ook zelf aangeeft niet te weten wat hij zou kunnen doen om consument tevreden te stellen, heeft de commissie er geen vertrouwen in dat de ondernemer er bij een hernieuwde poging in zal slagen een resultaat op te leveren dat voor de consument aanvaardbaar is. Dat klemt temeer nu consument hoge eisen lijkt te stellen aan het door hem gewenste eindresultaat. De commissie acht het daarom niet geraden om de ondernemer tot nakoming te bevelen. De commissie zoekt de oplossing daarom in terugbetaling van het door consument betaalde bedrag en een financiële tegemoetkoming ter compensatie van de gebrekkige uitvoering van de spuitwerkzaamheden. Omdat het naar het oordeel van de commissie niet goed mogelijk is exact vast te stellen welke schade consument heeft geleden wegens de onvolkomenheden die door toedoen van de ondernemer zijn ontstaan, zal de hoogte van de tegemoetkoming naar billijkheid worden bepaald op een door de commissie begroot bedrag. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat de ondernemer het door de consument bestaande bedrag van €600,– dient terug te betalen. Daarnaast dient de ondernemer in plaats van het naar behoren uitvoeren van de werkzaamheden een financiële tegemoetkoming te betalen ter hoogte van €1.250,–.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 77,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Genoemde bedragen dienen binnen 14 dagen na kennisgeving aan partijen van deze uitspraak aan de consument te worden voldaan.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Schadeherstelbedrijven, bestaande uit de heer mr. B.J. Tideman, voorzitter, de heer C.J. Bosboom, de heer mr. A. van Aldijk, leden, op 18 juli 2024.