Commissie: Water
Categorie: Tariefbepalingen
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
115073
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het capaciteitstarief bij waterlevering.
De consument heeft de klacht tijdig aan de ondernemer voorgelegd.
Standpunt van de consument
De consument stelt in hoofdzaak dat de ondernemer bij de invoering van het capaciteitstarief in 2006 onjuist heeft gehandeld, destijds is het capaciteitstarief ten onrechte in verband gebracht met het verbruik. Het vastrecht –gekoppeld aan een bepaalde meter- is sindsdien steeds verhoogd van jaar op jaar. Daar is geen goede grond voor aan te wijzen.
Verder heeft de ondernemer geen informatie meer verstrekt aan nieuwe bewoners. Daarmee is de kennis over de geïnstalleerde metercapaciteit en de kosten daarvan bij afnemers niet meer actueel.
De consument voelt zich misleid en opgelicht.
De consument verlangt restitutie over een periode van 2007 tot en met 2017 van betaald vastrecht, onder correctie van te betalen vastrecht van een meter met kleinere capaciteit.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer ontkent in algemene zin een zorgplicht te hebben voor de capaciteit van een geplaatste watermeter. Dat is een zaak voor de consument, die kan beoordelen welke metercapaciteit bij zijn persoonlijke omstandigheden aansluit.
De relatie tussen capaciteit van de meter en het verbruik is niet eenduidig: de capaciteit ziet vooral op de piekbelasting. Uit het verbruik alleen kan de ondernemer –als dat al op zijn weg zou liggen- niet afleiden wat de gewenste metercapaciteit is.
De brief waarover de consument klaagt (oktober 2006) geeft aan dat er een afzonderlijk tarief wordt ingevoerd voor vastrecht en voor verbruik. Daarbij is tevens aangegeven dat er verschil in tarief (vastrecht) bestaat voor kleinere en grotere meters. Afnemers werden destijds uitgenodigd zich op dat punt te beraden en te kiezen voor een passende watermeter.
De tariefaanpassingen door de jaren heen zijn volgens de daarvoor bestaande regels doorgevoerd. De aanpassingen zijn overigens, anders dan de consument lijkt te denken, niet rechtstreeks te herleiden tot bedrijfskosten.
Het punt van de informatie aan opvolgende bewoners is voor de consument niet van belang. Hij woont sinds 1980 kennelijk onafgebroken in zijn huidige woning.
De misleiding en oplichting zoals gesteld zijn niet verder onderbouwd zodat de ondernemer dit punt moet afwijzen.
De ondernemer concludeert tot afwijzing van de klacht en merkt ten overvloede op dat een van zijn kant gedaan schikkingsvoorstel door de consument is afgewezen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In geschillen over het capaciteitstarief hanteert de commissie als hoofdregel dat de consument verantwoordelijk is voor de omvang van de aansluiting en het eventuele aanpassen daarvan.
Onder omstandigheden kan het redelijk zijn dat de ondernemer zich meer uitgebreid rekenschap geeft van de gevolgen van het invoeren van een tariefwijziging, zoals hier in 2006 is doorgevoerd. Dat zal met zich moeten meebrengen dat er adequate informatie wordt gegeven door de ondernemer over capaciteit, omvang van de levering en het al dan niet bestaan van samenhang daartussen.
De commissie oordeelt dat die informatie in 2006 wel degelijk gegeven is. De ondernemer is naar het oordeel van de commissie niet gehouden om die informatie steeds te herhalen; bij verhuizing e.d. zal een nieuwe bewoner zelf in uitgangspunt moeten beoordelen welke installatie hij verkrijgt en of die aan zijn behoefte op dat punt voldoet. Nadere informatie van de ondernemer kan misverstanden ter zake wel voorkomen.
Naar ter zitting bleek is de ondernemer ook doende om daar wegen voor te vinden.
Bij de consument is dit punt overigens niet aan de orde en het zal dus door de commissie worden gepasseerd.
De klachten over de tariefstijgingen en de informatie daarover zijn voldoende betwist en niet nader onderbouwd door de consument. Over de informatie voor nieuwe bewoners is hiervoor al een oordeel gegeven. De gestelde misleiding en oplichting is niet voldoende gemotiveerd en zal daarom door de commissie ook worden gepasseerd.
De klacht is ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Water op 4 april 2018.