![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Recreatie
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
86397
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een onmiddellijke (tussentijdse) beëindiging door de ondernemer van de overeenkomst met de consument.
Standpunt van de consument
Blijkens de stukken en de toelichting ter zitting is de consument, samengevat, van mening dat de ondernemer onvoldoende aanleiding had om de overeenkomst tussentijds te beëindigen. Er doet zich volgens de consument geen dringend geval voor zoals bedoeld in de toepasselijke Recron-voorwaar-den, inhoudende dat van de ondernemer niet langer gevergd zou kunnen worden de overeenkomst gestand te doen. De consument heeft de commissie aanvankelijk (bij de indiening van zijn klacht op 16 mei 2014) verzocht om te bepalen dat de ondernemer de overeenkomst tussen partijen dient na te komen, onder oplegging van een schadevergoeding aan de ondernemer van € 143,– aan eigen bijdrage rechtsbijstand kosten en € 52,50 aan klachtengeld. In zijn, op 10 september 2014 door de commissie ontvangen, e-mail op het verweerschrift van de ondernemer heeft de consument, behalve om een proceskostenvergoeding, ook om een schadevergoeding verzocht voor de kosten die hij door de jaren heen heeft gemaakt en voor het feit dat hij en zijn gezin door de onterechte opzegging de kans hebben misgelopen om de afgelopen zomer in hun chalet op de camping te verblijven. Verder heeft de consument in die reactie aangegeven de kans te willen om, als het ophoudt op de camping, het chalet te kunnen afbreken en het hout mee te kunnen nemen voor een toekomstig nieuw chalet ergens anders.
Standpunt van de ondernemer
In zijn verweerschrift van 1 september 2014 en in zijn, door de commissie op 9 oktober 2014 ontvangen, reactie op de hierboven bedoelde e-mail van de consument van 10 september 2014 heeft de ondernemer, samengevat, geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van de consument. De ondernemer had na alle eerdere waarschuwingen en het laatste incident van 3 april 2014, dat de spreekwoordelijke druppel was, geen andere keus dan de consument geen toegang meer te verschaffen tot zijn park. Ten slotte gaat de ondernemer ermee akkoord als het chalet wordt afgebroken en de kavel in zijn geheel schoon wordt opgeleverd inclusief grondwerken, mits dat gebeurt vóór 1 januari 2015 door een derde gerenommeerde partij en de openstaande post aan jaargelden en energiekosten (volgens de ondernemer een bedrag van ± € 5.500,–) wordt voldaan.
Beoordeling van het geschil
In dit geschil gaat het om de vraag of de ondernemer bij brief van 9 april 2014 de overeenkomst met de consument met onmiddellijke ingang heeft mogen opzeggen. Die vraag wordt door de commissie bevestigend beantwoord. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
De op de overeenkomst van toepassing zijnde Recron-voorwaarden geven aan de ondernemer het recht om de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, zulks in beginsel na schriftelijke waarschuwing, in geval van niet of niet behoorlijke naleving van de verplichtingen uit de overeenkomst en wel in zodanige mate dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de ondernemer niet gevergd kan worden dat de overeenkomst wordt voortgezet.
De commissie stelt vast dat uit de stukken blijkt dat de ondernemer diverse waarschuwingen aan de consument heeft gegeven. Concreet gaat het daarbij om:
1. een e-mail van de ondernemer van 14 september 2010, waarin melding wordt gemaakt van verschillende aanvaringen van de ondernemer met de consument;
2. een brief van de ondernemer van 25 juli 2011, waarin de consument wordt aangesproken op het feit dat het ten strengste verboden is om open vuur te stoken.
Ook wordt de consument in deze brief gemaand om zijn kavel netjes en ordentelijk te houden. De ondernemer geeft tevens aan dat hij het gedrag van de consument op deze wijze niet langer tolereert;
3. een brief van de ondernemer van 1 augustus 2012, die als volgt luidt:
“Dit seizoen hebben wij u al meerdere keren gewaarschuwd over de gedragsregels welke u stelselmatig met grote stappen overtreed.
– Open vuur stoken
– Honden los lopend over het terrein welke een gevaar is voor kinderen en omwonende
– Agressief gedrag naar onze medewerkers toe.
Wij tolereren het gedrag niet langer van u, mag er nogmaals een conflict voorkomen zijn wij genoodzaakt verdere stappen tegen u te ondernemen.”;
4. een brief van de ondernemer van 5 augustus 2013, die -voor zover thans van belang- als volgt luidt: “Al met al overtreed u de regels met grote maten. Wij vragen u vriendelijk doch dringend om:
– Gasten aan te melden
(…)
– Openhaard aan te laten sluiten volgens de normen
– Uw hond in bedwang en aangelijnd te houden
– Alle vuilnis rondom uw chalet te verwijderen.”
5. een e-mail van 6 januari 2014 van de ondernemer, die onder meer als volgt luidt:
“Eerder deze dag heb ik u en uw partner [naam partner] aangesproken omdat enige tijd de weg door u geblokkeerd was, u beide gaf aan dat hier nog ruimte was in geval van calamiteiten. Onze constatering was anders en dit hebben wij u dan ook medegedeeld. U dient de auto te parkeren op de daar voor bestemde parkeer gelegenheden. Artikel 9 Algemene voorwaarden [naam camping].
Ook heb ik u al meerdere keren aangesproken om het feit u op ons park verblijft in de periode wij gesloten zijn, van 15 November Tm 1 Maart (..) U heeft tot op heden de gedragsregels m.b.t. onze algemene voorwaarden meerdere keren overtreden de afgelopen twaalf maanden. Ik wil u er op wijzen dat wij u hierbij de laatste waarschuwingen geven. Bij de eerst volgende overtreding zullen wij u per direct de toegang tot het park ontzeggen. Alle kosten die daar mee gemoeid zijn komen voor uw rekening. “
Gesteld noch gebleken is dat de consument ooit tegen deze waarschuwingen heeft geprotesteerd.
Pas bij de indiening van zijn klacht heeft de consument de betreffende waarschuwingen c.q. de ernst van de overtredingen ter discussie gesteld.
De commissie stelt vervolgens vast dat zich op 3 april 2014 een incident tussen de ondernemer en de consument heeft voorgedaan met betrekking tot een door de consument geparkeerde auto -die volgens de ondernemer daar niet mocht staan- welk incident zo hoog is opgelopen en waarbij de ondernemer zich zodanig agressief door de consument bejegend voelde, dat de politie door de ondernemer erbij geroepen is.
De commissie is van oordeel dat de ondernemer dit incident van 3 april 2014 in het licht van alle eerdere waarschuwingen aan de consument -waarbij de consument op 6 januari 2014 zelfs nog een laatste waarschuwing had gekregen en dus als een gewaarschuwd mens moest gelden- als de spreekwoordelijke druppel heeft mogen opvatten. Na dit incident, waarbij de verhoudingen tussen partijen tevens onherstelbaar verstoord zijn geraakt, heeft de ondernemer zich naar het oordeel van de commissie op goede gronden op het standpunt kunnen stellen dat van hem naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kon worden gevergd dat hij de overeenkomst met de consument nog voortzette. Van een wegpestbeleid door de ondernemer, zoals de consument nog heeft gesteld, is de commissie geenszins gebleken.
Nu de ondernemer de overeenkomst met de consument op 9 april 2014 met onmiddellijke ingang heeft kunnen opzeggen, zal de klacht ongegrond worden verklaard.
Dit betekent tevens dat de consument zijn plaats zal moeten ontruimen. De commissie zal de termijn van ontruiming bepalen op uiterlijk 16 januari 2015. Die ontruiming zal in ieder geval dienen te geschieden met inachtneming van hetgeen daarover in de van toepassing zijnde Recron-voorwaarden is bepaald.
Beslissing
Het door de consument verzochte wordt afgewezen en de consument dient zijn plaats uiterlijk op
16 januari 2015 te ontruimen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, op 19 november 2014.