Commissie: Recreatie
Categorie: Algemene voorwaarden
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC09-0027
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft gedeeltelijke restitutie van de huursom wegens ingebruikname van de standplaats van de consument door een derde. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument huurde een standplaats bij de ondernemer. In oktober 2008 heeft de consument haar caravan verkocht. De caravan bleef niet op de standplaats staan. De overeenkomst eindigde aan het einde van de lopende huurperiode op 31 december 2008. Toen haar echtgenoot in november de laatste spullen van de standplaats wilde verwijderen, ontdekte hij dat er een chalet op zijn standplaats stond. De nieuwe huurders van de standplaats gaven te kennen huur te hebben betaald voor de laatste twee maanden van 2008. De consument verlangt restitutie van twee maanden huur. Bovendien verlangt zij vergoeding van de huur van een aanhangwagen en dieselkosten omdat deze kosten onnodig zijn gemaakt. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft niet gereageerd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Indien een caravan op de standplaats wordt verkocht eindigt de overeenkomst op grond van artikel 9 lid 1 van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen van rechtswege zonder dat opzegging nodig is op het moment van de feitelijke levering van het kampeermiddel aan de kopende partij. Dat is een logische bepaling omdat na verkoop van het kampeermiddel de koper op het moment van levering de nieuwe huurder van de standplaats wordt. Indien een caravan wordt verkocht zonder behoud van standplaats, geldt deze bepaling naar het oordeel van de commissie niet. Behalve wanneer de koper zelf de caravan komt ophalen, is niet bekend wanneer de caravan wordt geleverd aan de koper. Bovendien heeft een consument in beginsel het recht zijn caravan te vervangen door een kampeermiddel van dezelfde aard of soort. Dit brengt met zich mee dat opzegging van de overeenkomst noodzakelijk is. Pas na opzegging weet de ondernemer of de consument na verwijdering van zijn caravan geen gebruik meer wil maken van zijn standplaats in het volgende seizoen. De consument deelt mee dat de overeenkomst eindigde op 31 december 2008. Er werd dus opgezegd tegen het einde van de lopende periode. De commissie is van oordeel dat zolang de overeenkomst duurde de ondernemer de consument in het huurgenot van de standplaats moest laten. De consument mocht dus gebruik maken van de standplaats, bijvoorbeeld door daarop nog zaken achter te laten mits deze voor 31 december 2008 opgehaald zouden worden. De ondernemer had niet het recht de standplaats zonder toestemming van de consument aan een derde te verhuren in de periode dat de huurovereenkomst met de consument nog niet was geëindigd. De commissie kent de consument voor deze tekortkoming van de ondernemer schadevergoeding toe ter hoogte van twee maanden huur, te weten een bedrag van € 276,–. De commissie is van mening dat de consument onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat de kosten van de huur van en diesel voor de aanhangwagen beschouwd dienen te worden als extra kosten. Kennelijk heeft de ondernemer dan wel de nieuwe huurder haar standplaats ontruimd. Indien de standplaats niet reeds ontruimd was toen de echtgenoot van de consument op de camping kwam, had hij zelf de standplaats moeten ontruimen en had hij eveneens de kosten met betrekking tot de huur van de aanhangwagen moeten maken. Aangezien de consument geen gegevens heeft verstrekt omtrent de spullen die niet meer aanwezig waren, kan de commissie niet vaststellen of het ging om bruikbare spullen of naar de sloop af te voeren spullen. De commissie wijst deze vordering af bij gebrek aan bewijs. De klacht is op grond van het bovenstaande gedeeltelijk gegrond. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 276,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Het door de consument meer verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 16 september 2009.