Commissie: Kinderopvang
Categorie: Communicatie / Informatieverstrekking
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
257178/393703
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de vraag of de consument recht heeft op inzage in de communicatie tussen de ondernemer en haar ex-partner. De consument stekt zich op het standpunt dat zij als gezaghebbende ouder recht heeft op volledige inzage in het dossier van haar dochter en wil alle aantekeningen en correspondentie met de vader van haar dochter, die geen gezag heeft, inzien. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat hij de correspondentie met de vader van het kind niet aan de consument mag verstrekken in het kader van de privacy. De commissie is van oordeel dat het verzoek van de consument niet valt onder het wettelijke recht op informatie. Zij verzoekt immers niet om informatie over haar dochter, maar om informatie over de correspondentie tussen de ondernemer en haar ex-partner. Daarnaast benoemt de commissie dat een niet met gezag belaste ouder in gelijke mate recht heeft op informatie over een minderjarig kind op de kinderopvang.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Kinderopvang (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 10 september 2024 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De consument was niet ter zitting aanwezig. Namens de ondernemer was de eigenaar aanwezig.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vraag of de consument recht heeft op inzage in de communicatie tussen de ondernemer en haar ex-partner.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ondernemer weigert de consument inzage in het hele dossier van haar dochter. Als gezaghebbend ouder heeft ze het recht om alle informatie in te zien. De consument heeft het vermoeden dat de ondernemer een dubbele agenda heeft en wil dan ook alle aantekeningen en correspondentie inzien.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De ex-partner van de consument heeft zich eind 2023 gemeld bij de ondernemer met de vraag om informatie over zijn kind. De ondernemer heeft hierin de consument betrokken en navraag gedaan bij haar jurist, om zeker te zijn dat de informatie gedeeld mocht worden.
Dit is bevestigd door de jurist van de consument en korte verslagen van de ontwikkeling van het kind zijn via de consument met haar ex-partner gedeeld.
Vervolgens is de omgang tussen de consument en haar ex-partner geëscaleerd en vroeg de consument alle correspondentie op die tussen de ondernemer en haar ex-partner heeft plaatsgevonden. De ondernemer heeft hierover juridisch advies opgevraagd, waaruit bleek dat de ondernemer deze correspondentie met vader in het kader van de privacy niet aan de consument mag verstrekken. Hier bestaat namelijk geen wettelijke grondslag voor, aldus de ondernemer. Een niet-gezaghebbende ouder heeft wel recht op informatie over het kind, maar hieruit vloeit niet het recht voort op correspondentie met de andere ouder.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Toetsingskader
De consument heeft de ondernemer verzocht om inzage in de correspondentie tussen de ondernemer en haar ex-partner, tevens vader van het kind.
Op grond van het Burgerlijk Wetboek (BW) omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden (artikel 1:247 lid 1 BW). Hieruit volgt ook het recht op informatie over de verzorging en opvoeding van het minderjarige kind.
Ook een niet-gezaghebbende ouder heeft volgens de wet recht op informatie over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen (artikel 1:377c BW). Met andere woorden heeft de niet met het gezag belaste ouder, naast de gezaghebbende ouder, in gelijke mate recht op informatie over het wel en wee van een minderjarig kind op de kinderopvang. Op grond van de Wet Kinderopvang hebben kinderopvangorganisaties namelijk een deeltaak ten aanzien van de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van een minderjarig kind (definitie van ‘kinderopvang’ in artikel 1.1).
Welke informatie mag gedeeld worden met de ex-partner van de consument?
De ondernemer heeft navraag gedaan bij de consument en haar jurist of de informatie over het welzijn van het kind gedeeld mocht worden met de vader van het kind, die geen ouderlijk gezag heeft over het kind. Dit is bevestigend beantwoord door de consument en de consument heeft aan de informatieverstrekking aan de vader verder geen voorwaarden gesteld.
Ter zitting heeft de ondernemer bevestigd dat de vader geen toegang heeft tot het ouderportaal. Alle communicatie met de vader is slechts via Whatsapp verlopen. Het contact met de vader betrof de zorgen die hij uitte over de ontwikkeling en opvoeding van het kind.
Naar het oordeel van de commissie valt het verzoek van de consument niet onder het bovengenoemde wettelijk recht op informatie. De consument verzoekt immers niet om informatie over haar kind, maar om informatie over de correspondentie tussen de ondernemer en haar ex-partner. Ter zitting heeft de ondernemer bevestigd dat de consument toegang heeft tot het kindvolgsysteem, waarmee naar het oordeel
van de commissie in voldoende mate is voldaan aan de plicht tot informatieverstrekking.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument ongegrond.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer Y. Dragstra, de heer drs. H. Grachten, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 10 september 2024.