Klacht ingediend bij ondernemer, maar verhuurder is verantwoordelijk voor warmteverbruik

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 49697/50972

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument klaagt over de jaarnota voor het leveren van warmte door de ondernemer. Deze jaarnota bevat een onjuist aangeleverd warmteverbruik, waarbij een vast energieverbruik van 35% wordt gehanteerd. Zowel bij het afrekeningsbedrijf als bij de ondernemer kan niet worden uitgelegd waar die 35% op gebaseerd is. De ondernemer geeft aan dat het warmteverbruik wordt geregistreerd door een centrale warmtemeter. Hierna wordt de warmte door het hele complex verdeeld onder alle afnemers, de ondernemer is hierbij niet de partij die de verdeling van 35% over alle woningen regelt. De binneninstallatie is in eigendom van de verhuurder/gebouweigenaar. De commissie oordeelt dat de kostenverdeling van het appartementencomplex de verantwoordelijkheid is van de verhuurder/gebouweigenaar die in feite daardoor de warmteleverancier is van de consument. De consument moet de klacht daarom naar de verhuurder/gebouweigenaar richten en niet naar de ondernemer. De commissie is niet bevoegd om het geschil inhoudelijk te behandelen.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door de ondernemer gezonden jaarnota, gedateerd op 9 oktober 2020, voor het leveren van warmte over de periode 2019-2020. De consument heeft op 5 oktober 2020 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De jaarnota vermeldt een onjuist door [naam afrekeningsbedrijf] aan [ondernemer] aangeleverd warmteverbruik van 9,3 GJ. Dit zou bestaan uit twee soorten energieverbruik: variabel energieverbruik 65% en vast energieverbruik 35 %. Het variabele energieverbruik is slechts 0,68 GJ en ligt ook in lijn met het verbruik van voorgaande jaren, want de consument stookt niet om hoge kosten te voorkomen. De vaste energieverbruikkosten bedragen volgens ISTA 8,61 GJ, wat zij verklaren uit leidingverlies en capaciteit van de verwarming, iets wat echter volgens de warmtewet niet mag. Daarom is de consument van mening dat hem alleen de 0,69 GJ kan worden berekend en dat hij het verschil van € 216,23 retour moet krijgen. Niemand bij [afrekeningsbedrijf] of [ondernemer] kan precies uitleggen waar die 35% op gebaseerd is.

Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer levert warmte vanuit het stadsverwarmingsnet aan het wooncomplex waar de consument woonachtig is. Het warmteverbruik wordt geregistreerd door een centrale warmtemeter. Na die warmtemeter wordt de warmte door het gehele complex gedistribueerd en verdeeld onder alle afnemers. De verdeelsleutel die aanvankelijk werd gebruikt, bleek geen benadering van het werkelijke verbruik van de individuele verbruiker te zijn. Daarom is besloten door de warmteleverancier, de verhuurder van het complex, de verdeelsleutel aan te passen. De ondernemer is derhalve niet de partij die over de verdeelsleutel een beslissing neemt. Deze aangepaste verdeelsleutel houdt in dat 35% van het totaal gemeten warmteverbruik hoofdelijk wordt verdeeld onder alle woningen. De overige 65% wordt verdeeld aan de hand van het aantal geregistreerde eenheden door de elektronische warmtekostenverdelers (EKV’s) op de radiatoren. De aanpassing en de nieuwe verdeelsleutel zijn met terugwerkende kracht toegepast vanaf 1 januari 2014 nu immers de Warmtewet per 1 januari 2014 van kracht is geworden en in artikel 8a van de Warmtewet is beschreven dat de kostenverdeelsystematiek een zo’n nauwkeurig mogelijke benadering moet zijn van het verbruik van de individuele verbruiker.

De binneninstallatie is in eigendom van de verhuurder/gebouweigenaar. De klacht van de consument heeft betrekking op de gehanteerde verdeelsleutel tussen variabel en vast energieverbruik. Indien de consument het niet eens is met de toegepaste verdeelsleutel en het verbruik dat in rekening wordt gebracht, dient hij zich te wenden tot de verhuurder/eigenaar van het complex.

De binneninstallatie en daarmee verbonden wijze van de kostenverdeelsystematiek in het complex is een verantwoordelijkheid van de verhuurder/eigenaar en in feite de directe warmteleverancier van de consument. De ondernemer is daar zelf geen partij in en daarom is de commissie volgens de ondernemer ook niet bevoegd om het geschil verder te behandelen. De ondernemer verwijst dienaangaande naar de dossiers met nummer 118564 en 122144 waarin de commissie zich in een soortgelijke situatie onbevoegd heeft verklaard.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Blijkens het klachtformulier is bij de levering van warmte [afrekeningsbedrijf] betrokken. Van de internetsite van deze organisatie haalt de commissie de volgende informatie over deze organisatie:
“[Afrekeningsbedrijf] biedt al meer dan 65 jaar oplossingen om energie op een duurzame manier te beheren en te besparen. Wij zijn gespecialiseerd in het registreren en afrekenen van het individuele verbruik van warmte, water, gas en elektra in wooncomplexen met een gezamenlijke energie-installatie. Dit doen wij voor ruim 325.000 woningen in Nederland.

(…)

Er wordt nog wel eens gedacht dat [afrekeningsbedrijf] een energiebedrijf is, dit is niet het geval. (…) In opdracht van uw beheerder leveren en installeren wij meters en registreren daarmee de verbruiken in uw complex. Op basis van deze verbruiken, de benodigde bewonersgegevens en de totaal te verdelen kosten (zoals de kosten van het nutsbedrijf) van het complex en/of tarieven die de beheerder aan ons opgeeft, maken wij voor iedere bewoner de individuele afrekening.

Als dienstverlenende organisatie verlenen wij onze diensten aan o.a. woningcorporaties, VvE beheerders, commercieel vastgoedbeheerders, particuliere VvE’s, administrateurs en installateurs.”

Zoals de commissie onder meer al heeft overwogen in de zaak met nummer 118564, is de binneninstallatie van een appartementencomplex en de daarmee verbonden wijze van de kostenverdeling tussen variabel en vast energieverbruik in het complex een verantwoordelijkheid van de verhuurder/gebouweigenaar die in feite daardoor de warmteleverancier is van de consument. Deze heeft daarvoor kennelijk [afrekeningsbedrijf] ingeschakeld, die het verbruik heeft berekend waarop de ondernemer de jaarafrekening heeft gebaseerd. De ondernemer heeft geen zeggenschap over de kostenverdeelsystematiek. De consument dient zich derhalve met zijn klacht te wenden tot de verhuurder/gebouweigenaar als zijn warmteleverancier, dan wel [afrekeningsbedrijf] als de organisatie die namens de verhuurder/gebouweigenaar de kostenverdeling bepaalt. De commissie is dan ook niet bevoegd om het geschil inhoudelijk te behandelen.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil inhoudelijk te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, mr. Sj.S. Bakker en mw. mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 8 februari 2021.