Commissie: Voertuigen
Categorie: Garantie
Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
93160
De uitspraak:
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 30 april 2015 de eindbeslissing aangehouden. De inhoud van dit tussenadvies is hieronder ingevoegd.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 30 juni 2012 totstandgekomen overeenkomst, waarbij de consument van de ondernemer een gebruikte auto heeft gekocht, merk [merknaam], type [naam type], datum eerste toelating 11 november 2005, kilometerstand 63.213 tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 9.000,–. De levering van de auto vond plaats op 30 juni 2012. De consument heeft op 24 december 2014 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak en voor zover relevant als volgt.
De geleverde auto is gekocht met een nieuwe distributieset waar volgens de ondernemer 150.000 kilometer mee kon worden gereden. Na 29.000 kilometer met de auto te hebben gereden heeft de distributieriem het begeven met ene complete motorschade als gevolg. De auto heeft niet voldaan aan de overeenkomst. De ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. De consument heeft hem in gebreke gesteld, maar de ondernemer is niet tot herstel overgegaan.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik vermoed dat er met de riem niets is gedaan. Het lijkt me sterk dat die riem als acht maanden voor aflevering is vervangen en dat de auto acht maanden stil heeft gestaan meteen nieuwe riem. Ik moest nog wachten met het ophalen van de auto, omdat deze nog klaar gemaakt moest worden.
Ik heb geprobeerd om met de ondernemer in gesprek te komen overeen inruil, maar hij wilde niets meer voor de auto geven. Aan de auto is ook al een reparatie uitgevoerd bij de krukas, of de krukassensor. Ik kan er overigens ook mee leven wanneer een ruilmotor in de auto wordt gezet met hetzelfde aantal kilometers op de teller als de huidige motor en mits daar dan weer garantie op wordt gegeven.
De consument verlangt primair de ontbinding van de koopovereenkomst.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt, voor zover tot op heden bekend, als volgt.
De consument onderbouwt op geen enkele wijze waarom sprake zou zijn van non-conformiteit. Niet is aangetoond dat de breuk van de riem valt terug te voeren op een gebrek aan die riem, noch dat een dergelijk gebrek bij aflevering bestond. De riem kan door een andere oorzaak zijn gebroken.
De ondernemer is gebleken dat de consument geen onderhoud aan de auto heeft laten uitvoeren en dat de auto een gebrek aan smeermiddel vertoonde. Hij kan niet uitsluiten dat het gebrek aan smering heeft bijgedragen aan het breken van de riem. De enkele omstandigheid dat de riem het onderhoudsinterval niet heeft gehaald is geen reden om aan te nemen dat de riem gebrekkig was.
Tot slot voert de ondernemer nog aan dat de mate van tekortschieten een ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigt.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De auto is goed klaar gemaakt. Wij doen dat wanneer het in de garage wat minder druk is en kunnen daarmee personeel aan het werk houden. Auto’s die we in de showroom hebben staan maken we dan al vast klaar. Dat is met deze ook gebeurd.
Primair ben ik van mening dat non-conformiteit niet is aangetoond. Een reden voor het breken van de riem is niet gebleken.
Ik vraag me bovendien af of de schade van dien aard is dat dat de ontbinding van de koopovereenkomst rechtvaardigt. Ik merk op dat de consument geen schadevergoeding vraagt.
Het klopt dat de nokkenassensor is vervangen, maar de auto was toen al een jaar uit de garantie.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voor zover thans van belang, het volgende vastgesteld.
Bij de aflevering in 2012 is er een nieuwe distributieset gemonteerd. Het normale interval voor het vervangen van de distributieriem bij dit type voertuig is 90.000 km of 6 jaar. Tijdens het onderzoek constateerde de deskundige geen defect aan de spanrol of waterpomp. Derhalve is er geen sprake geweest van een plotselinge blokkade. De riem is spontaan gebroken.
Tijdens het onderzoek constateerde de deskundige dat het voertuig in slechte staat van onderhoud verkeert. Zo waren vrijwel alle vloeistoffen op minimum peil.
Herstel is mogelijk. De werkelijk kosten kunnen pas na herstel worden vastgesteld. Voor herstel zal de cilinderkop gedemonteerd moeten worden en zal bekeken moeten worden hoeveel kleppen krom zijn. De globale herstelkosten zullen ca. € 3.000,– incl. BTW bedragen. De ondernemer deelde mij mee dat hij, gelet op de omstandigheden, de consument een aanbod heeft gedaan om tegen betaling van € 1.500,– incl. btw het voertuig te willen herstellen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Alvorens de commissie nader inhoudelijk op het geschil ingaat, heeft zij de navolgende vragen aan de deskundige, waarover zij hem verzoekt nader te rapporteren.
1. Wat zegt het specifieke schadebeeld van de riem in dit geval met betrekking tot de mogelijke
oorzaak voor het breken, dan wel welke oorzaken met zekerheid kunnen worden uitgesloten?
2. Ter zitting verklaarden partijen dat na aflevering aan de motor is gesleuteld. Welke
werkzaamheden zijn daarbij verricht?
3. Zijn deze werkzaamheden van invloed geweest op het ontstaan van de breuk?
4. Is, meer in het bijzonder, bij de reparatie de signaalgever betrokken geweest en heeft daarvoor
de nokkenas gedemonteerd moeten worden?
5. Is bij deze werkzaamheden de distributieriem los geweest en, zo ja, door een nieuwe exemplaar
vervangen?
6. Staat de motor vast door bijvoorbeeld een gebrek aan smering, c.q. gebrek aan onderhoud?
7. Wat is de gevolgschade aan de auto en hoe dient die hersteld te worden? Waarom is de kop niet
gelicht om naar de kleppen te kijken of is er niet op een andere wijze (bijv. door middel van een
endoscoop via het bougiegat) onderzoek verricht naar de toestand van de kleppen?
De commissie verzoekt de deskundige in een aanvullend rapport, zo nodig na een aanvullend onderzoek, de hiervoor opgenomen vragen te beantwoorden.
Partijen zal de gelegenheid worden geboden om schriftelijk op het aanvullend rapport te reageren, waarna zo spoedig mogelijk een eindbeslissing zal worden gegeven. Een nieuwe zitting zal in beginsel niet worden gehouden, tenzij partijen daar uitdrukkelijk om verzoeken. Elke verdere beoordeling en beslissing wordt aangehouden.
Beslissing
De commissie bepaalt dat een (nader) onderzoek zal worden ingesteld door de heer Dijkstra, waarbij in het bijzonder de hiervoor geformuleerde vraagstelling aan de orde zal worden gesteld.
De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen. Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- en aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken.
Tenzij (één der) partijen uitdrukkelijk te kennen geven (geeft) een nadere mondelinge behandeling op prijs te stellen, zal de commissie vervolgens op basis van de stukken bindend adviseren.
Elke verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 30 april 2015.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, waaronder een aanvullend rapport van [naam deskundige] en een reactie daarop van de ondernemer. De consument heeft, hoewel daartoe de gelegenheid is geboden, niet op het aanvullend rapport gereageerd.
Het aanvullend deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft naar aanleiding van de in het tussenadvies gestelde vragen nog het navolgende gerapporteerd.
Zoals zichtbaar is in het deskundigenrapport van 9 april 2015 is er sprake van een gebroken riem met gebroken trekdraden. De mogelijke oorzaken van een dergelijke breuk kunnen zijn:
1. een vreemd voorwerp in de aandrijving;
2. een te hoge spanning tijdens het monteren;
3. een te sterk gebogen of geknikte riem tijdens het monteren;
4. het blokkeren van een onderdeel in de aandrijving;
5. het doordrenkt raken van de riem met olie, brandstof of andere vloeistof.
Een vreemd voorwerp kan bijna uitgesloten worden om reden dat het geheel afgesloten is en de deksels geen schade hebben. Er zijn geen onderdelen in de distributie geblokkeerd geweest. Ook was de riem niet doordrenkt met een vloeistof of iets dergelijks.
Er is na aflevering door de ondernemer aan de auto gesleuteld. De volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd:
1. Band reparatiekosten.
2. Remschijven achter vervangen.
3. Bougies vervangen bij ca. 74.000 km.
4. Krukas sensor vervangen bij ca. 75.000 km.
Deze werkzaamheden, genoemd onder het antwoord op vraag 2, kunnen niet van invloed zijn geweest op de breuk van de riem. Voor het vervangen van de nokkenas sensor is het niet nodig de nokkenas te demonteren. Waarom deze sensor vervangen is, is bij de ondernemer niet bekend.
De motor is niet vastgeslagen door een gebrek aan smering, ondanks het feit dat peilstok het minimum niveau aangeeft. De gevolgschade bestaat uit een aantal kromme kleppen. Op bijgaande foto ziet u dat de tuimelaars eruit liggen. Dit impliceert dat de kleppen krom zijn. Hiervoor hoeft de deskundige de cilinderkop niet te lichten.
Voor herstel zal de cilinderkop gedemonteerd moeten worden en zullen alle kleppen gecontroleerd moeten worden en zo nodig vervangen, waarbij nu al vaststaat dat er vier kleppen vervangen moeten worden. Uiteraard zal er een complete distributieset vervangen moeten worden. De kosten van herstel en het voorstel van de ondernemer heeft de deskundige reeds vermeld in de rapportage van 9 april 2015.
Bij het onderzoek op 9 april 2015 trof de deskundige een verwaarloosd voertuig aan, zowel qua interieur als exterieur, waaraan duidelijk zichtbaar was, mede gelet op alle vloeistof niveaus, dat er geen dan wel nagenoeg geen onderhoud aan is uitgevoerd. Bij normaal groot onderhoud, zal de auto om de 15.000 km of na 1 jaar voor onderhoud moeten worden aangeboden. Bij een grote beurt moet de distributie en de riemspanning gecontroleerd worden. Een 100% sluitende oorzaak voor het breken van de riem kan de deskundige helaas niet geven.
Reactie van de ondernemer
De ondernemer heeft naar aanleiding van het aanvullend rapport nog eens opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld wat de oorzaak van de breuk is geweest. Hij heeft in aanvulling op zijn eerder verweer nog opgemerkt dat de consument na aankoop van de auto zelf aan de auto heeft gesleuteld, waarbij onbekend is wat hij allemaal heeft gedaan. In dat geval kan niet worden aangenomen dat enig gebrek aan de riem al aanwezig was bij aflevering of te wijten is aan de ondernemer.
De verdere beoordeling
De consument legt aan zijn klacht ten grondslag dat de auto, meer in het bijzonder de distributieriem, niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, omdat deze bij aflevering een gebrek vertoonde.
Wanneer een klager stelt dat hij vanwege wanprestatie van de ondernemer schade heeft geleden waar de ondernemer aansprakelijk voor is, dient de klager te stellen welk gebrek er is geweest en waarom de ondernemer daarvoor aansprakelijk is, wat het verband is tussen het tekortschieten van de ondernemer en de schade die is ontstaan. Wanneer de ondernemer gemotiveerd betwist dat bij aflevering van het gekochte het gestelde gebrek aanwezig was, dient de klager te bewijzen dat bij aflevering het gebrek al aanwezig was. In zaken die gaan over een aankoop door een consument, zoals de onderhavige zaak, is op dit beginsel een belangrijke uitzondering gemaakt in artikel 18, lid 2 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Deze bepaling luidt aldus;
“Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, wanneer de afwijking van het overeengekomene zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.”
De commissie stelt vast dat de auto is gekocht en geleverd in juni 2012. De distributieriem is in december 2014 gebroken na 29.000 kilometer en derhalve meer dan zes maanden na aflevering van de auto. In dat geval geldt de normale regel dat de consument moet aantonen dat de auto danwel de distributieriem bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord.
De commissie ontleent op dit punt aan de klacht drie gronden. In de eerste plaats betwijfelt de consument of de ondernemer, zoals was afgesproken, vóór aflevering een nieuwe distributieriem zou hebben geplaatst. Voor de juistheid van dit vermoeden kan de commissie echter geen aanknoping vinden in de rapporten van de deskundige. Ook uit zijn aanvullend rapport volgt niet dat slijtage of ouderdom leidt tot een schadebeeld zoals dat bij de onderhavige riem is aangetroffen. Hij noemt ouderdom of slijtage niet als mogelijke oorzaak. De commissie kan dan ook niet aannemen dat de riem oud was en – anders dan afgesproken – bij aflevering niet was vervangen.
Als tweede grond kan in de klacht worden gelezen dat de distributieriem zelf een gebrek moet hebben vertoond. Daarvoor kan echter ook geen aanknoping worden gevonden in de rapportage van de deskundige. Hij noemt dit niet als een mogelijke oorzaak. Het bestaan van deze oorzaak is daarom ook niet voldoende aangetoond.
Als derde grond kan in de klacht worden gelezen dat de ondernemer bij het vervangen van de distributieriem of bij het uitvoeren van andere werkzaamheden een fout zou hebben gemaakt. Ook hiervoor is onvoldoende aanwijzing te vinden in de rapportage van de deskundige. Het staat vast dat de auto na aankoop geen grote onderhoudsbeurt meer heeft gehad, waarbij de ondernemer (of een ander bedrijf dat het door de fabrikant voorgeschreven onderhoud zou hebben uitgevoerd) de spanning van de distributieriem zou hebben gecontroleerd. Ten slotte heeft de ondernemer nog aangevoerd dat de consument ook zelf aan de auto heeft gesleuteld en niet duidelijk is wat hij daarbij aan werkzaamheden heeft uitgevoerd.
Van de door de deskundige in zijn aanvullend rapport genoemde vijf mogelijke oorzaken kunnen er drie vrijwel worden uitgesloten. Resteren als mogelijke oorzaken een te hoge spanning tijdens het monteren of een te sterk gebogen of geknikte riem tijdens het monteren. Omdat onduidelijk blijft wat er na aankoop van de auto aan werkzaamheden aan de motor heeft plaatsgevonden en omdat een eventueel te hoge spanning bij gebreke aan regulier voorgeschreven onderhoud niet geconstateerd is kunnen worden, is de commissie van oordeel dat de consument niet in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat de riem is geknapt door een oorzaak die voor rekening komt van de ondernemer.
Het voorgaande voert de commissie tot het oordeel dat in onvoldoende mate is gebleken van het bestaan van gronden of een grond om de ondernemer aansprakelijk te houden voor de kosten van herstel van de auto. Dat betekent dat moet worden beslist als na te melden.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen op 24 juli 2015.