Commissie: Energie
Categorie: Ontvankelijkheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: ontvankelijkverklaring
Uitkomst: ontvankelijk
Referentiecode:
197355/199438
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument beklaagt zich over het feit dat de slimme meter niet uit te lezen is en stelt de ondernemer daar verantwoordelijk voor. De ondernemer is van mening dat niet zij, maar de netbeheerder verantwoordelijk is voor de werking van de meter en het netwerk waar deze op is aangesloten en verzoekt de commissie om de klacht niet ontvankelijk te verklaren. De commissie oordeelt op basis van het reglement dat de klant wél ontvankelijk is in haar klacht.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Onderwerp van het geschil betreft het antwoord op de vraag of de ondernemer al dan niet adequate actie
heeft ondernomen nadat de consument bij de ondernemer heeft gemeld dat hij sinds 22 september 2022
geen dagelijkse verbruiksdata meer op de website/app van de ondernemer meer zag.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
Sinds 22 september 2022 zag ik geen dagelijkse verbruiksdata meer op de website/app van de
ondernemer. Zij berichte dit op de haar website en app, maar nam zelf geen adequate actie om dit
probleem te verhelpen. Ik stuurde vier brieven naar de ondernemer. Deze beantwoordde slecht de eerste
twee. De ondernemer weigerde tot op heden mijn probleem te registreren bij de leveranciersdesk van de
netbeheerder. De netbeheerder meldde aan mij dat haar slimme meter correct werkt.
Ik verlang dat de ondernemer:
1. Per omgaande mijn storing (opnieuw?) meldt bij de leveranciersdesk van de netbeheerder;
2. Alle ontbrekende dagelijkse verbruiksgegevens voor de duur van de storing aanvult op haar
website, app en administratie;
3. Indien in het voorgaande niet slaagt, deze verbruiksgegevens op nul stelt en dus niet in rekening
brengt.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern
komt het standpunt op het volgende neer.
In dit geschil beklaagt de consument zich over het feit dat zijn slimme meter niet door ons uit te lezen is. De
consument acht ons hier verantwoordelijk voor. Ik informeer u graag verder.
Bij dezen moet ik u informeren dat wij geenszins verantwoordelijk zijn voor de werking van de meter en het
netwerk waar deze op is aangesloten. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de netbeheerder, waardoor het
bevreemdt dat deze klacht zijn doorgang heeft weten te vinden. Ik stel dan ook voor dat de klacht niet
ontvankelijk wordt verklaard, daar ook wij geen invloed kunnen uitoefenen op de werking van de meter, de
reparatie of de werking hiervan.
Mocht u toch een uitspraak willen doen, dan heb ik ter aanvulling zojuist met de leveranciersdesk van de
netbeheerder gesproken. Zij beamen de zogenaamde ‘communicatiestoring’ en deze is niet op afstand op
te lossen. Sterker nog, deze storing is enkel op locatie op te lossen door het vervangen van de slimme
meter. De meter van de consument moet dan ook vervangen worden, maar op dit moment heeft de
netbeheerder een schrijnend tekort aan nieuwe meters, waardoor de verwachting is dat dit pas in april
mogelijk is. De netbeheerder heeft laten weten dat de klanten waarbij dit speelt wel in beeld zijn en dat zij
tegen die tijd aangeschreven zullen worden voor het maken van een afspraak.
Zoals u uit bovenstaande kan opmaken is dit een geval dat in zijn geheel bij de netbeheerder ligt en de
ondernemer dit proces niet kan bespoedigen of prioriteren. De consument moet het bericht van de
netbeheerder afwachten en dit loopt in zijn totaliteit buiten ons om. Ik hoop dan ook dat u het verzoek tot
het niet ontvankelijk verklaren van deze klacht begrijpt en zal toepassen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Gelet op het verweer van de ondernemer zal de commissie in deze voorbeslissing eerst bepalen of de
consument in zijn klacht ontvankelijk is.
Artikel 5 en 6 van het reglement van de commissie bevat een limitatieve opsomming van gronden die niet
ontvankelijkheid van de consument in zijn klacht met zich mee kunnen brengen.
Het eerste lid van artikel 5 van het reglement van de commissie bepaalt dat de commissie de consument in
zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk verklaart:
a. indien en voor zover het geschil betrekking heeft op dood, lichamelijk letsel of ziekte;
b. indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht
ten grondslag ligt;
c. indien het een geschil betreft waarover de consument of met inachtneming van artikel 6 lid 1 onder c de
ondernemer reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft gemaakt of waarin de rechter reeds een
uitspraak over de inhoud heeft gedaan.
d. indien het financiële belang van het geschil het bedrag van € 5.000,– te boven gaat, tenzij partijen
anderszins overeenkomen.
Voorts bepaalt het eerste lid van artikel 6 van voornoemd reglement dat de commissie op verzoek van de
ondernemer – gedaan bij eerste gelegenheid – de consument in zijn klacht niet ontvankelijk:
a. indien hij zijn klacht niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde
voorwaarden bij de ondernemer heeft ingediend;
b. indien hij zijn klacht niet binnen twaalf maanden, na de datum waarop hij de klacht bij de ondernemer
indiende, bij de commissie aanhangig heeft gemaakt;
c. indien de ondernemer aan de consument een termijn van vijf weken heeft gegeven om het geschil bij de
commissie aanhangig te maken en de consument van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt.
De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij na het verstrijken van voornoemde termijn zich vrij zal
achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.
Niet gebleken is dat een van de in artikel 5 of 6 opgenomen gronden zich in het onderhavige geval
voordoet.
Op grond van het voorgaande is de consument ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in de klacht ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.P.C.M. Hellegers,
voorzitter, de heer mr. SJ.S. Bakker, de heer H.W. Zuur, leden, op 24 april 2023.