Klacht over de trage afhandeling van de verhuizing; correspondentie tussen partijen niet adequaat verlopen, aan beiden partijen te wijten. Ondernemer had sneller moeten reageren; geen vergoeding.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Energie    Categorie: Verhuizing    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 76495

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de eindafrekening in verband met de verhuizing van de consument van [straatnaam en huisnummer] te [woonplaats].   De consument heeft de klacht op 20 januari 2013 voorgelegd aan de ondernemer.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.   In januari 2013 is aan de ondernemer een uithuizing aangevraagd, ingaande 4 februari 2013. In april 2013 had de consument nog steeds geen eindafrekening ontvangen en waren de voorschotten over februari, maart en april nog niet verrekend. De ondernemer is niet ingegaan op de e-mails van de consument en de door de consument opgegeven meterstanden.   Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Inmiddels is er wel een eindnota ontvangen dus in zoverre is aan de klacht tegemoet gekomen. Die eindnota is geen onderwerp van dit geschil. De klacht van de consument betreft uitsluitend de trage afhandeling van de verhuizing. Als de consument te laat is, is hij vaak hoge boetes verschuldigd. Nu heeft de ondernemer te traag gehandeld en daarom is het redelijk dat de ondernemer een genoegdoening betaalt.   De consument verlangt een financiële tegemoetkoming van € 250,–.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.   De ondernemer heeft op 20 januari 2013 een e-mail ontvangen dat de consument het contract wenst te beëindigen. Daarop heeft de ondernemer gereageerd met de mededeling dat de consument de reden van beëindiging dient te vermelden. Vervolgens heeft de ondernemer diverse lege e-mails ontvangen en is tevergeefs geprobeerd telefonisch contact te leggen met de consument. Op 3 april 2013 is de verhuizing doorgevoerd en per 28 april 2013 is de ondernemer geen leverancier meer op het adres. De energieleverancier is verplicht om binnen twee maanden nadat de leverantie is gestaakt een eindafrekening te maken. De meterstanden heeft de ondernemer niet ontvangen. Na ontvangst daarvan zal een eindnota worden gemaakt waarop de voorschotten februari en maart verrekend zullen worden.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Vaststaat dat de verhuizing van de consument inmiddels door de ondernemer is doorgevoerd en dat de consument een eindnota heeft ontvangen. De consument heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven dat in zoverre aan zijn klacht is tegemoet gekomen en dat de eindnota in het kader van deze klacht niet in geschil is. Daarmee resteert de klacht ten aanzien van de trage afhandeling van de verhuizing. Uit de door de consument in geding gebrachte stukken kan niet worden afgeleid wanneer door hem aan de ondernemer is meegedeeld dat hij het contract wegens verhuizing wenste te beëindigen. De e -mail van januari 2013 waarin hij dat zou hebben verzocht, is niet overgelegd. Wel blijkt uit de stukken dat het op 6 maart 2013 voor de ondernemer duidelijk was dat sprake was van een verhuizing en dat de consument het contract om die reden wenste te beëindigen. In een e-mail van die datum verzoekt de ondernemer om aanvullende informatie. Uit de stukken kan niet worden afgeleid wanneer de consument inhoudelijk op deze e-mail heeft gereageerd. Wel volgt uit de stukken dat de consument herhaaldelijk om een eindnota heeft verzocht en dat dit uiteindelijk per april 2013 is uitgevoerd.   Uit deze gang van zaken volgt dat de correspondentie tussen de ondernemer en de consument niet adequaat is verlopen maar dat dit niet uitsluitend de ondernemer valt te verwijten. Ook de duidelijkheid van de correspondentie aan de zijde van de consument laat te wensen over en niet is gebleken dat de consument adequaat heeft gereageerd op verzoeken om informatie zijdens de ondernemer.   Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in zoverre gegrond is dat van de ondernemer verlangd had mogen worden om sneller te reageren op de verzoeken van de consument maar dat met deze constatering zal worden volstaan. De commissie ziet onvoldoende grond voor een tegemoetkoming aan de consument. Wel ziet de commissie in voornoemde constatering grond om te bepalen dat de ondernemer het klachtengeld aan de consument dient te vergoeden.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   De ondernemer dient overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,42 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit op 6 augustus 2013.