Commissie: Notariaat
Categorie: Fouten / Notaris / Redelijkheid en billijkheid
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
240004/295859
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een cliënte en notaris betreffende de in rekening gebrachte kosten. De cliënte heeft een deel van het totaalbedrag niet betaald aan de notaris. Volgens de cliënte zijn er namelijk fouten gemaakt door de notaris. Zo is de aangifte erfbelasting niet goed ingediend en heeft de notaris gebeld naar de verkeerde verzekeringsmaatschappij. De consument heeft deze uren van het totaalbedrag afgetrokken en de rest overgemaakt. De notaris is van mening dat hij de erfgenamen duidelijk heeft geïnformeerd dat er een voorlopige aangifte erfbelasting ingediend diende te worden, dit op advies van de Belastingdienst. Een definitieve aangifte zou worden ingediend zodra er overeenstemming wordt bereikt tussen de erfgenamen over de omvang van de nalatenschap en het bezwaarde vermogen. Deze overeenstemming is nooit bereikt. Na verschillende voorstellen heeft de notaris besloten de volmacht terug te geven. Wat betreft de kosten verbonden aan het bellen met de verzekeringsmaatschappij stelt de notaris dat hij dit duidelijk heeft gecommuniceerd met de cliënte. Ook vroeg hij haar om de naam van de verzekeringsmaatschappij, maar heeft deze nooit ontvangen. De notaris was nog steeds gemachtigd om de erfenis af te wikkelen en heeft dit in het belang van de erfgenamen gedaan. De notaris is van mening dat hij alle werkzaamheden juist heeft uitgevoerd. De commissie beslist als volgt. De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. Ten aanzien van de kosten volgt de commissie het standpunt van de notaris. Ten aanzien van de kosten voor het telefonisch contact oordeelt de commissie dat de notaris in het belang van alle erfgenamen terecht contact gezocht heeft met de verzekeringsmaatschappij. De notaris verrichte immers werk voor alle erfgenamen niet alleen voor de cliënte. Beide klachten zijn ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling heeft plaatsgevonden op 21 juni 2024 te Utrecht. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De cliënte heeft middels een digitale verbinding aan de zitting deelgenomen. Namens de notaris is, eveneens digitaal, verschenen mevrouw mr. D. Oosten.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft door de notaris bij de cliënte in rekening gebrachte kosten. De cliënte heeft een bedrag van € 828,63 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De notaris is door de cliënte en haar zus en broers ingeschakeld in verband met werkzaamheden rond de nalatenschap van de moeder van de cliënte. Omdat zij niet verder kon wegens onenigheid in de familie zijn de werkzaamheden van de notaris beëindigd en is de factuur opgemaakt. Bij de specificatie van de uren zag de cliënte dat er kosten in rekening zijn gebracht voor de aangifte erfbelasting die niet goed is ingediend. Dit betrof namelijk een definitieve in plaats van een voorlopige aanslag. Daarnaast zijn kosten in rekening gebracht voor het bellen naar een verkeerde verzekeringsmaatschappij. De cliënte meent dat zij en haar familie niet hoeven te betalen voor fouten die gemaakt zijn. De cliënte heeft zelf de uren die gemaakt zijn voor de Belastingdienst en verzekering van het totaalbedrag van de nota afgetrokken en de rest wel overgemaakt naar de notaris.
Het is niet dat de cliënte niet wil betalen maar dan moet het wel goed zijn. De cliënte dient de klacht mede in namens haar zus, voor wie zij als gevolmachtigde optreedt. Haar broers hebben hun deel van de kosten voldaan.
Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De notaris is in eerste instantie opdracht gegeven de verklaring van erfrecht te verzorgen betreffende de nalatenschap van de moeder van de cliënte. Op dat moment zijn de erfgenamen er schriftelijk op gewezen dat de aangifte erfbelasting binnen acht maanden na het overlijden dient te geschieden. Vervolgens wordt ruim een jaar later door de cliënte opdracht gegeven aan de notaris om haar en de overige erfgenamen behulpzaam te zijn bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster en daarbij ook het verzorgen van de aangifte erfbelasting. De notaris heeft de Belastingdienst verzocht uitstel te verlenen voor het indienen van de aangifte erfbelasting. De notaris is door de Belastingdienst geadviseerd om een voorlopige aangifte erfbelasting in te dienen, aangezien geen verder uitstel zou worden verleend. Dit is door de notaris verzorgd met daarbij de kanttekening dat er sprake is van een op dat moment nog onbekende omvang en samenstelling van de nalatenschap vanwege een door de erflaatster verkregen bezwaard vermogen en dat het daarom nog niet mogelijk was om een definitieve aangifte erfbelasting in te dienen. De erfgenamen zijn door de notaris geïnformeerd dat er een voorlopige aangifte erfbelasting is ingediend en dat er een definitieve aangifte zal worden ingediend zodra er overeenstemming wordt bereikt tussen de erfgenamen over de omvang van de nalatenschap en het bezwaarde vermogen. Een concept voor een eventuele definitieve versie van de aangifte erfbelasting is daarna aan de erfgenamen voorgelegd. Uiteindelijk bleek dat er geen overeenstemming werd bereikt over de vaststelling van de nalatenschap en van het bezwaarde vermogen en de verdere afwikkeling van de nalatenschap. De notaris ontving geen antwoorden/reacties meer van alle erfgenamen op vragen en verzoeken, waardoor besloten is om de werkzaamheden te staken. Een laatste voorstel aan de erfgenamen aangaande de aangifte erfbelasting is vastgelegd in een brief van 27 januari 2023, waarin de notaris aangeeft nog zorg te willen dragen voor het indienen van een verzoek aan de Belastingdienst tot opleggen van een voorlopige aanslag erfbelasting. Ook hierover bleek geen overeenstemming te worden bereikt tussen de erfgenamen, waardoor de notaris besloten heeft om de volmacht die was verstrekt terug te geven. Dit is met alle erfgenamen gecommuniceerd en tevens is schriftelijk in een mail van 24 maart 2023 vastgelegd dat zij zelf moeten zorgdragen voor het indienen van ieders eigen definitieve aangifte erfbelasting.
Ten aanzien van de kosten verbonden aan het bellen met de verzekeringsmaatschappij stelt de notaris dat de cliënte heeft aangegeven dat de verzekeringsmaatschappij, waar de opstalverzekering van de woning van erflaatster geregeld was, de verzekering zou stopzetten. De notaris heeft de cliënte uitgelegd dat zij nog wel contact op zou nemen met deze verzekeringsmaatschappij met het verzoek om de woning toch verzekerd te houden in het belang van de afwikkeling van de nalatenschap. De notaris heeft de cliënte gevraagd naar de naam van de verzekeringsmaatschappij, maar ontving van haar daarop geen antwoord. Op dat moment was de notaris nog steeds namens de erfgenamen gemachtigd om de nalatenschap af te wikkelen en heeft de notaris in het belang van de nalatenschap contact gezocht met de verzekeringsmaatschappij aan wie volgens de bankafschriften van de erflaatster premies voor een verzekering werden betaald. De notaris heeft de cliënte hierover geïnformeerd en ook over het feit dat de notaris niet alle kosten verbonden aan haar werkzaamheden in rekening heeft gebracht. De notaris is van mening dat haar werkzaamheden zowel met betrekking tot de aangifte erfbelasting als voor het bellen de verzekeringmaatschappij op de juiste wijze zijn uitgevoerd en gedeclareerd en dat de cliënte het gehele bedrag van de declaratie dient te voldoen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. De cliënte verwijt de notaris dat ten onrechte kosten in rekening zijn gebracht voor het indienen van de aangifte erfbelasting en voor het bellen met de verzekeringsmaatschappij.
Ten aanzien van de kosten aangifte erfbelasting stelt de cliënte dat een fout is gemaakt door de notaris, aangezien een definitieve aangifte is ingediend, terwijl dit een voorlopige aangifte diende te zijn.
De cliënte stelt dat dit niet meer gewijzigd kan worden. De notaris had de aangifte volgens de cliënte op een andere wijze moeten indienen. De commissie is op grond van de stukken en hetgeen partijen ter zitting naar voren hebben gebracht van oordeel dat niet is komen vast te staan dat er een fout is gemaakt door de notaris. Door de notaris is meermaals duidelijk gemaakt dat sprake is van een voorlopige aangifte en dat een definitieve aangifte zal worden ingediend zodra er overeenstemming wordt bereikt tussen de erfgenamen over de omvang van de nalatenschap en het bezwaarde vermogen. Doordat de notaris haar werkzaamheden heeft beëindigd, omdat geen overeenstemming werd bereikt, is zij niet meer betrokken geweest bij het doen van een definitieve aangifte. Zij heeft de erfgenamen meermaals duidelijk gemaakt dat sprake is van een voorlopige aangifte. De stelling van de cliënte dat de Belastingdienst heeft aangegeven dat de aangifte niet op de juiste wijze is ingediend blijkt niet uit het dossier en is ook niet anderszins onderbouwd. De commissie acht dit klachtonderdeel ongegrond.
Ten aanzien van de kosten voor het telefonisch contact opnemen met de verzekeringsmaatschappij stelt de cliënte dat zij de notaris heeft laten weten dat het geen zin heeft om contact op te nemen met de verzekeraar, omdat het standpunt van de verzekeringsmaatschappij duidelijk was en dit niet zou veranderen door een telefoontje van de notaris. De notaris heeft aangegeven in het belang van de afwikkeling van de nalatenschap contact gezocht te hebben met het verzoek om de woning toch verzekerd te houden. De commissie is van oordeel dat het feit dat dit niet tot resultaat heeft geleid, niet maakt dat de notaris deze werkzaamheden niet had mogen verrichten. Hoewel de cliënte kennelijk heeft aangegeven in een e-mail van 29 december 2023 aan de notaris dat het geen zin heeft om te bellen met de verzekeringsmaatschappij, heeft de notaris in het belang van alle erfgenamen terecht contact gezocht met de verzekeringsmaatschappij. De notaris verrichte immers niet alleen werkzaamheden voor de cliënte, maar ook voor haar zus en broers. Er blijkt niet uit het dossier dat ook zij hebben aangegeven aan de notaris dat deze werkzaamheden niet verricht mochten worden. Ten overvloede merkt de commissie op dat de hiervoor in rekening gebrachte kosten zeer gering zijn en er derhalve ook geen sprake is van onredelijk gefactureerde kosten. De commissie is van oordeel dat ook dit klachtonderdeel ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond;
– bepaalt dat het in depot gestorte bedrag van € 828,63 aan de notaris wordt uitbetaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, mevrouw mr. B. van Dis, mevrouw mr. J.M. Hoekstra, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. M. Gardenier, secretaris, op 21 juni 2024.