Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Bevoegdheid
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
THU06-0071
De uitspraak:
Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument is al jaren klant van de ondernemer en heeft een goede relatie met de ondernemer, maar ontvangt al geruime tijd geen catalogi van de ondernemer meer. Ondanks brieven en telefoontjes van de consument worden catalogi al twee tot drie jaar niet meer ontvangen. De consument verlangt klaarblijkelijk dat de ondernemer haar in de toekomst (weer) de periodiek verschijnende catalogi toezendt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Volgens artikel 3 van het Reglement van de commissie heeft de commissie tot taak geschillen tussen consument en ondernemer te beslechten, voorzover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten van verkoop op afstand met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken alsmede privacygeschillen. De klacht van de consument heeft echter geen betrekking op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten van verkoop op afstand als in dat artikel bedoeld. Voorzover de consument met de verlangde toezending van catalogi beoogt in de toekomst een of meer van dergelijke overeenkomsten te (kunnen) sluiten, maakt dat ook nog niet dat de onderhavige klacht betrekking heeft op de totstandkoming van die overeenkomsten. De klacht van de consument heeft ook geen betrekking op privacygeschillen. Daaronder wordt volgens artikel 1 van het Reglement van de commissie immers verstaan een geschil dat betrekking heeft op de uitvoering van de gedragscode van 1 april 1993 van de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie inzake de Wet Persoonsregistraties, maar de klacht heeft geen betrekking op, samengevat, registratie van persoonsgegevens of verwerking van geregistreerde persoonsgegevens. Ook valt de onderhavige situatie niet onder artikel 12 van die gedragscode, volgens welke bepaling, kort samengevat, degene wie zeggenschap heeft over een persoonsregistratie, verplicht is te voldoen aan het verzoek van een geregistreerde om geen commerciële geschriften of telefoontjes meer te ontvangen. Artikel 12 van die gedragscode leent zich niet voor een a-contrario-toepassing. Volgens artikel 4 van het Reglement van de commissie is de commissie ook bevoegd een geschil te behandelen, indien en voorzover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. Er is echter geen grond om te oordelen dat partijen dit zijn overeengekomen. Ondanks dat de consument met de ondertekening van het ingediende vragenformulier verklaarde de uitspraak van de commissie als bindend te aanvaarden en zelfs indien ook de ondernemer datzelfde voor dit geval ad hoc mocht (willen) verklaren, zal de commissie zich dan ook onbevoegd moeten verklaren. Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, op 7 november 2006.