Klager bestelde zakelijk en bij niet-Nederlandse vestigingen, commissie onbevoegd

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 235589/251150

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De klager heeft verschillende producten besteld bij de ondernemer. Partijen verschillen van mening over de vraag of de klager als consument moet worden aangemerkt. De commissie is van oordeel dat de klager niet als consument aangemerkt moet worden, onder andere vanwege het feit dat de factuur op naam van zijn onderneming staat. Daarnaast heeft de klager de producten niet bij de Nederlandse tak van de ondernemer besteld, zodat de commissie ook op grond daarvan niet bevoegd is. Immers, de bevoegdheid van de commissie is in die Duitse en Poolse algemene voorwaarden niet overeengekomen. De commissie is derhalve onbevoegd dit geschil te behandelen.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De commissie stelt vast dat de klacht tijdig is ingediend.

De behandeling heeft plaatsgevonden te Utrecht op 27 maart 2024.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, omdat uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een retourzending betreffende [hoofdtelefoon]-producten die de klager aan de ondernemer heeft gestuurd waarbij de ondernemer weigert tot terugbetaling van voor die producten betaalde bedrag over te gaan.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de klager verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik heb [hoofdtelefoon]-producten die ik bij de ondernemer had besteld teruggestuurd naar het magazijn van de ondernemer. De ondernemer weigert echter tot terugbetaling van het voor die producten betaalde bedrag over te gaan.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De commissie is onbevoegd om het door de klager opgeworpen geschil te behandelen, omdat het hier geen consumententransacties betreft. De producten zijn zakelijk aangeschaft. Bovendien zijn de bestellingen bij zusterondernemingen in Duitsland en Polen geplaatst.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Overgelegd zijn facturen van respectievelijk 23, 24 en 29 maart en 3 april 2023 betreffende leveringen door vestingen van de ondernemer in Duitsland respectievelijk Polen. Deze facturen zijn gesteld ten name van [onderneming van klager]. Ook is overgelegd een uittreksel van de Kamer van Koophandel d.d. 6 februari 2024 waaruit blijkt dat een eenmansonderneming, [onderneming van klager], is gevestigd in Den Haag die zich bezighoudt met de import, export en detailhandel (internet) in consumenten-, elektronica- en huishoudelijke artikelen en dat deze tot voor kort was gevestigd op het woonadres van de klager die ook als eigenaar staat geregistreerd.

De klager heeft – blijkens de overgelegde facturen – zijn aankopen in de Duitse en Poolse vestigingen (webstores) van de ondernemer gedaan. Deze zijn echter niet aangesloten bij Thuiswinkel, slechts voor de Nederlandse vestiging is dat het geval. Bovendien gelden voor aankopen gedaan bij deze vestigingen andere (Duits- en Poolstalige) gebruiks- en verkoopvoorwaarden die niet voorzien in klachtbehandeling door de Geschillencommissie. Dit betekent op zich al dat deze commissie onbevoegd is kennis te nemen van het geschil.

Daar komt bij dat de klager de bestellingen heeft gedaan op naam van zijn handelsonderneming en dat hij in correspondentie zijn handelsnaam dan wel de afkorting [onderneming van klager] hanteert. De klager heeft aangegeven dat het een pseudoniem zou betreffen, maar de commissie wijst dat als ongefundeerd van de hand. Een handelsnaam kan niet gelden als pseudoniem van een consument. Worden overeenkomsten aangegaan onder vermelding van de handelsnaam dan is sprake van een zakelijke transactie. Ook heeft de ondernemer aangevoerd dat de klager in het verleden bestellingen heeft gedaan via accounts die inmiddels gesloten zijn wegens handelen in strijd met de Gebruiksvoorwaarden van de ondernemer. Die bestellingen betroffen producten met een waarde van tienduizenden euro’s. Hieruit volgt ook dat de klager de betreffende bestellingen niet als consument maar uit hoofde van zijn eenmanszaak heeft verricht.

Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer mr. S.L.R. van Nuijs, mevrouw mr. A. Dantuma, leden, op 27 maart 2024.