
Commissie: Reizen
Categorie: Beëindiging
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI09-0298
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 juli 2008 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een rondreis voor 2 personen in Italië, met verblijf in hotels, voor de periode van 3 september t/m 10 september 2008 voor de som van € 1.353,–. Klager heeft een bedrag van € 1.092,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. Klager heeft op 25 augustus 2008 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Klager heeft op 17 juli 2008 telefonisch de reis naar Italië geboekt bij de reisorganisator. Op diezelfde dag heeft hij daarvan de boekingsbevestiging ontvangen met het verzoek om de gegevens te controleren en eventuele fouten daarin door te geven. Klager heeft een fout in de naam van zijn echtgenote doorgegeven. Omdat klager daarna niets meer van de reisorganisator heeft vernomen is klager er vanuit gegaan dat de reis niet meer zou doorgaan. Toen de reisorganisator op 25 augustus 2008 belde om te informeren waar de betaling bleef, heeft klager laten weten dat hij er vanuit was gegaan dat de reis niet door zou gaan en dat hij dus ook de reissom niet verschuldigd is. Om diezelfde reden is klager van mening dat hij de annuleringskosten die bij hem in rekening zijn gebracht ad € 1.092,– niet hoeft te betalen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Op 17 juli 2008 is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen. Op 24 juli 2008 heeft de reisorganisator een e-mail verstuurd met de naamswijziging alsmede de factuur. De reisorganisator heeft dus nog wel iets van zich later horen. Echter, zelfs al had klager na de door hem opgegeven naamswijziging niets meer gehoord van de reisorganisator, dan doet dit aan het bestaan van de overeenkomst geen afbreuk. Omdat klager op 25 augustus 2008 heeft laten weten niet aan de reis deel te willen nemen, is hij annuleringskosten verschuldigd. Ter zake daarvan is aan klager een factuur verzonden ter hoogte van 75% van de reissom ad € 1.092,–. Omdat betaling uitbleef, is de vordering ter incasso uit handen gegeven. Vanwege de door klager ingediende klacht is de incassoprocedure stopgezet, in afwachting van het advies van de commissie. Ter zitting is namens de reisorganisator meegedeeld dat deze bereid is de inmiddels gemaakte incassokosten voor zijn rekening te nemen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Tussen partijen staat vast dat op 17 juli 2008 een overeenkomst tot stand is gekomen. Op deze overeenkomst zij de ANVR reisvoorwaarden van toepassing. Op grond van artikel 9 van deze voorwaarden is de reiziger bij annulering naast eventueel verschuldigde reserveringskosten annuleringskosten verschuldigd. Deze kosten bedragen bij annulering vanaf de 14e dag (inclusief) tot de 5e dag (exclusief) voor de vertrekdag, 75% van de reissom. Klager stelt zich op het standpunt dat hij geen annuleringskosten verschuldigd is omdat hij er vanuit is gegaan dat de reis geen doorgang zou vinden. De commissie kan klager hierin niet volgen. Het enkele feit dat klager enige tijd niets van de reisorganisator heeft vernomen rechtvaardigt niet de conclusie dat de overeenkomst is ontbonden. Dit betekent dat op grond van de overeenkomst en de daarop van toepassing zijnde reisvoorwaarden, klager de annuleringskosten van € 1.092,– verschuldigd is. Namens klager is nog betoogd dat de annuleringskosten lager waren geweest indien de reisorganisator klager eerder tot betaling had gemaand. De reisorganisator heeft er door aldus te handelen aan bijgedragen dat de annuleringskosten voor klager hoog zijn opgelopen, aldus klager. Daar staat echter naar het oordeel van de commissie tegenover dat het op de weg van klager had gelegen om in geval van twijfel omtrent het doorgaan van de reis zelf contact met de reisorganisator op te nemen. De commissie ziet in deze stelling van klager dan ook geen grond tot matiging van de door hem verschuldigde annuleringskosten. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is. Voor zover door de reisorganisator kosten zijn gemaakt ter incasso van de door klager verschuldigde annuleringskosten, blijven deze voor rekening van de reisorganisator, overeenkomstig het voorstel zoals ter zitting gedaan. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Het depotbedrag van € 1.092,– dient aan de reisorganisator te worden uitgekeerd. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 11 september 2009.