Klager dacht voor Palma op Mallorca geboekt te hebben. Reis ging naar het eiland La Palma.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Zorgvuldigheid    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI05-1389

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 8 juni 2005 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar La Palma in Spanje, met verblijf in een appartement van La Cascada te Los Cancajos op basis van logies, gedurende de periode van 17 juni 2005 tot en met 24 juni 2005, voor de som van € 636,–.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.

De klacht heeft betrekking op de totstandkoming van de reservering. Klager heeft bij het boeken gevraagd om een reis naar Mallorca met accommodatie dicht bij de hoofdstad Palma. Er is echter een reis geboekt naar La Palma (een van de Canarische eilanden). Klager heeft de boeking nooit gecontroleerd omdat zij van de professionaliteit van het boekingskantoor uitging. Toen klager kort na aankomst ontdekte dat zij op de verkeerde bestemming was beland (niet Mallorca maar een klein natuur- en vogeleiland) heeft zij contact opgenomen met het boekingskantoor en vervolgens met de hostess. De hostess bood een omboeking aan naar Tenerife, tegen betaling van de meerkosten. Klager wilde echter alleen naar Mallorca of anders terug naar Nederland. Klager is vervolgens de dag na aankomst vertrokken met een vlucht naar Brussel.

Klager stelt extra kosten te hebben gemaakt voor de terugvlucht La Palma – Brussel (€ 118,–), voor vervoer Brussel – Breda per auto en Breda – Amsterdam per trein (2 x € 9,70).

Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.

In eerste aanleg is sprake geweest van de wens van klager om op korte termijn tegen zo gunstig mogelijk voorwaarden een vakantie op Mallorca door te brengen. Deze mogelijkheid bleek weliswaar aanwezig, maar verviel ook weer onmiddellijk toen bleek dat dit door de hoogte van de reissom voor klager niet in aanmerking kwam. Daarna heeft de medewerkster van het boekingskantoor aan klager gevraagd of zij ook naar de beschikbaarheid van andere aanbiedingen naar zonnige bestemmingen mocht kijken. Klager ging daarmee akkoord. De medewerkster kwam met een aanbieding naar La Palma. Zij heeft de gids erbij gehaald en de accommodatie laten zien. Klager ging daarmee akkoord. De reservering werd gemaakt en met klager doorgenomen. Klager heeft de bevestiging ondertekend en dat houdt in dat zij akkoord is gegaan met de overeenkomst.

Op grond van de volgende feiten had klager op voorhand kunnen weten dat de geboekte accommodatie niet op Mallorca ligt.
1.  Het aanbod van het boekingskantoor om bij het wegvallen van Mallorca andere mogelijkheden na te trekken.
2.  Het op tafel komen van de brochure met de beschrijving van appartement La Cascada.
3.  Het op de bevestiging vermelden van Los Cancajos – La Palma.
4.  Het op de nota als bestemming vermelden van Santa Cruz – La Palma.
5.  Het op het betalingsbewijs als bestemming vermelden van Santa Cruz – La Palma.
6.  Het op de reisbescheiden (tickets en vouchers) als bestemming vermelden van La Palma.

Ook bij het vertrek van Schiphol had duidelijk moeten worden via de monitor bij de incheckbalie, alsmede via alle overige op Schiphol zichtbare beeldschermen met informatie over de vertrekkende vluchten, dat vluchtnummer HV659 een vlucht naar Santa Cruz (La Palma) betrof en niet naar Palma de Mallorca.

De reisorganisator acht op geen enkele wijze aangetoond dat de reisorganisator of het boekingskantoor een verwijt valt te maken. Door onachtzaamheid en door geen controle uit te oefenen op alle genoemde feiten en documenten, kon het gebeuren dat klager akkoord is gegaan met het boeken van een reis naar het Canarische Eiland La Palma.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Uit de stukken en ook ter zitting is de commissie gebleken dat partijen beiden een ander beeld hebben van het verloop van het boekingsgesprek. De commissie is er niet bij geweest en kan daarin derhalve geen standpunt innemen. Wat wel vaststaat is de schriftelijke bevestiging van de boeking. Deze werd door klagers reisgenote voor akkoord getekend. De boekingsbevestiging vermeldt, evenals alle overige met de reis samenhangende documenten, als bestemming Santa Cruz – La Palma. En derhalve niet Palma de Mallorca – Mallorca.

Van een boekingskantoor mag worden verwacht dat adequate informatie wordt gegeven en dat op goede wijze aan de vraag van de klant wordt voldaan. De commissie sluit niet uit dat de vraag van klager door de boekingsmedewerkster niet geheel juist is geïnterpreteerd. Echter van reizigers mag worden verwacht dat zij zich enigszins verdiepen in de bestemming en tevens dat zij een voor hen gemaakte reservering controleren. Klager geeft toe dat zij op geen enkele wijze de reservering en de bestemming heeft gecontroleerd. De commissie vindt dit al te gemakzuchtig.

Mede gezien het feit dat voor de commissie niet valt te achterhalen wat exact tijdens het boekingsgesprek werd besproken en evenmin wat tijdens dat gesprek de mate van inzet van beide kanten is geweest, is de commissie van oordeel dat het risico van het niet controleren van de bestemming en de reservering door klager, bij klager dient te blijven.

Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door klager verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 25 november 2005.