Commissie: Reizen
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid / Kosten
Jaartal: 2020
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
11631/20573
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Het geschil gaat over een vliegreis naar Barcelona met vertrek voor een Middellandse zee-cruise. Hierbij is de klager niet toegelaten tot het betreffende schip, omdat hij geen geldige identiteitspapieren bij zich had. Wanneer de klacht inhoudt dat de klager vindt dat de verzekeraar ten onrechte niet heeft uitgekeerd, dan moet de klager zich wenden tot het Kifid, het klachteninstituut financiële dienstverlening. Was het de bedoeling de klacht te baseren op het niet correct uitvoeren van de reis door de reisorganisator, dan is de diefstal van het paspoort voor aanvang van de reis en het handelen door de ambassade, niet iets waar de reisorganisator aansprakelijk voor kan worden gesteld. Dit zijn omstandigheden aan de zijde van de klager en die vallen niet onder de zorgplicht van de reisorganisator.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een vliegreis naar Barcelona met vertrek voor een Middellandse zee-cruise op 2 september 2019, waarbij klager niet is toegelaten tot het betreffende schip, omdat hij niet over geldige identiteitspapieren beschikte.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Er was een cruise over de Middellandse zee geboekt met vertrek uit Barcelona. We zouden één dag in Barcelona verblijven om de stad te bekijken en op 2 september zou de cruise van acht dagen beginnen. We waren al heel vroeg in Barcelona en onze kamer in het hotel was nog niet gereed. Wel konden we onze koffers in een daarvoor bestemde ruimte plaatsen, maar omdat deze ruimte voor meer mensen toegankelijk was is besloten de handbagage met daarin de belangrijkste spullen mee te nemen naar het centrum van Barcelona. We zijn wat gaan drinken in een soort van bakkerij en zijn toen beroofd van een van onze tassen met daarin onder andere onze paspoorten. Er is aangifte gedaan van de diefstal bij de politie in Barcelona en aansluitend hebben we contact gezocht met de ambassade in Madrid. De ambassade was echter niet in staat ons te voorzien van tijdelijke reisdocumenten, zodat we onze cruise toch konden maken. We hebben op de vertrekdag (2 september) geprobeerd toch mee te kunnen, maar uiteindelijk is ons de toegang tot het schip geweigerd door de immigratie officier van de cruisemaatschappij.
De verzekeraar, waar we een doorlopende reisverzekering en een doorlopende annuleringsverzekering hebben, heeft wel de gestolen zaken (zoals een camera met lens en fototas) naar redelijkheid en billijkheid vergoed, maar niets aangaande de reis.
Klager verlangt een vergoeding van de volledige reissom.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Helaas heeft klager te maken gehad met diefstal van de tassen op de eerste dag in Barcelona. In deze tassen zaten ook de paspoorten van klager. Doordat klager niet meer op tijd een noodpaspoort kon regelen bij de ambassade in Madrid, kon klager niet inschepen aan boord van het cruiseschip. We zijn daarvan op de hoogte gebracht en hebben waar mogelijk geadviseerd.
Dat klager niet kon inschepen valt ons als reisorganisatie niet te verwijten. Wij hebben de geboekte reis aangeboden conform de boeking, maar het was een omstandigheid aan de zijde van klager die verhinderde dat klager de cruise kon meemaken. Doordat klager geen geldig reisdocument meer had, kon er conform de voorwaarden van de cruisemaatschappij niet ingescheept worden op het cruiseschip.
Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de diefstal van de paspoorten tijdens een bezoek aan een restaurant/bakkerij in Barcelona en ook valt het ons niet aan te rekenen dat de ambassade klager niet tijdig van een nooddocument kon voorzien.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Tussen partijen is niet in geschil dat de gesloten overeenkomst betreft een vliegreis voor twee personen naar Barcelona in Spanje met verblijf in een hotel met logies en ontbijt gevolgd door een Middellandse zee-cruise. Evenmin is in geschil dat klager de dag voordat de cruise zou vertrekken in Barcelona is aangekomen en toen het slachtoffer is geworden van zakkenrollers. Onbestreden is dat klager de reisorganisator op de hoogte heeft gesteld van de diefstal van de identiteitspapieren en dat de reisorganisator klager heeft geadviseerd. Het bleek echter niet mogelijk tijdelijk noodpaspoorten te verkrijgen.
Als gevolg van de diefstal beschikte klager niet meer over de paspoorten die nodig waren om in te schepen voor de cruise. Klager is de toegang tot het schip geweigerd door de immigratie officier van de cruise maatschappij en heeft naar Nederland moeten terugkeren zonder te hebben deelgenomen aan de cruise.
Klager beschikte over een doorlopende reisverzekering en een doorlopende annuleringsverzekering en heeft van de verzekeraar een bedrag ontvangen dat betrekking had op de gestolen zaken (zoals een camera met lens en fototas), maar heeft geen tegemoetkoming ontvangen betreffende de gemiste cruise.
Conform artikel 3 van het vanaf 16 juli 2018 geldende reglement van deze commissie heeft zij tot taak geschillen tussen consument/reiziger en ondernemer te beslechten, voorzover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken.
Voorzover klager aan de klacht ten grondslag legt dat de verzekeraar ten onrechte geen uitkering heeft gedaan ter zake van de gemiste cruise geldt dat daarop betrekking hebbende klachten niet aan deze geschillencommissie kunnen worden voorgelegd. Het betreft het handelen van een verzekeraar en voor klachten over verzekeraars is een aparte geschillencommissie in het leven geroepen, namelijk Kifid, het klachteninstituut financiële dienstverlening (vgl. https://www.kifid.nl).
Op grond daarvan is klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.
De commissie voegt daar -ten overvloede- aan toe dat voorzover de klacht erop gebaseerd zou zijn dat de reisorganisator de overeenkomst niet correct heeft uitgevoerd de klacht faalt nu de reisorganisator niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de diefstal van de paspoorten alsmede het feit dat de ambassade klager niet tijdig van een nooddocument kon voorzien. Het was een omstandigheid aan de zijde van klager die verhinderde dat de cruise kon worden gemaakt. Mocht de klacht erop betrekking hebben dat de reisorganisator zijn zorgplicht zou hebben verzaakt dan geldt dat klager daartoe te weinig heeft aangevoerd. Onbestreden is dat de reisorganisator klager heeft geadviseerd toen de reisorganisator ervan op de hoogte was dat de paspoorten waren gestolen. Meer dan klager te adviseren kon de reisorganisator op dat moment echter niet doen.
Op grond van het voorgaande is de consument niet-ontvankelijk in de klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De consument wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer J.H.M. Boshuis, mevrouw drs. W. Nienhuis, leden, op 23 april 2020.