Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
91536
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 30 december 2013 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor zes personen naar Delhi in India, gevolgd door een rondreis per bus met verblijf in hotels op basis van logies, voor de periode van 13 oktober 2014 t/m 3 november 2014 voor de som van € 9.205,–.
Klager heeft op 7 november 2014 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan de reisorganisator.
Al enkele jaren bestond de wens van drie zussen om met hun echtgenoten een reis te maken naar het noorden van India. Bij vertrek op Schiphol bleek dat op de e-tickets de roepnamen stonden vermeld in plaats van de (christelijke) doopnamen zoals die in de paspoorten zijn vermeld. De [naam luchtvaartmaatschappij] kon een en ander kosteloos aanpassen voor het gedeelte van de reis naar Londen, maar [naam luchtvaartmaatschappij 2] in Delhi weigerde dat te doen voor het traject Londen-Delhi. Er moeten maar nieuwe tickets worden gekocht. Uiteindelijk is er € 3.000,– bijbetaald en zijn we een dag later vertrokken.
Bij de boeking moet je voornaam en achternaam van iedere persoon opgeven, waarna de verdere gegevens moeten worden toegevoegd. Daarbij is dan vermeld dat het de namen uit het paspoort moeten zijn, maar dat is over het hoofd gezien.
De reisorganisator had de gegevens moeten controleren en had om een kopie van het paspoort moeten vragen. Ook hadden ze een email kunnen sturen omdat roepnamen zijn gebruikt. Bovendien is in 2010 een rondreis gemaakt door Egypte waarbij wel de juiste namen zijn gebruikt. Verder had [naam luchtvaartmaatschappij 2] de gegevens eenvoudig kunnen aanpassen.
Al met al is € 3.000,– extra voldaan, is er sprake van een extra overnachting ad € 360,– en is de eerste dag van de reis verloren gegaan.
Klager verlangt een vergoeding van € 3.000,–, zijnde de extra gemaakte kosten.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven respectievelijk e-mails aan klager.
Volgens artikel 3 van de ANVR reisvoorwaarden is de reiziger zelf verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie. We vragen bij de reservering om de namen volgens het paspoort. Het is voor ons niet te achterhalen of iemand zijn roepnaam dan wel de naam uit het paspoort heeft ingevuld. Iedere luchtvaartmaatschappij hanteert eigen voorwaarden en heeft het recht passagiers te weigeren als de naam niet overeenkomt met het paspoort. Als reisorganisator hebben we daarop geen invloed.
De luchthavenbelasting ad € 139,– wordt gerestitueerd, maar dat daarmee is al rekening gehouden bij het bedrag van de nieuwe tickets. Verder zal [naam luchtvaartmaatschappij 2] een bedrag van € 160,– per persoon uit coulance vergoeden en wij doen dat voor € 283,– per persoon.
Al met al zijn de meerkosten van € 783,– per persoon teruggebracht tot € 340,– per persoon. De daadwerkelijke kosten voor de nieuwe tickets bedroegen € 892,– per persoon en verder was een transfer ad € 30,– nodig om aan te sluiten bij de groep. In mindering komt de luchthavenbelasting van € 139,– en het uit coulance door de reisorganisator verrekende bedrag van € 283,– en de door [naam luchtvaartmaatschappij 2] aangeboden vergoeding.
Ook was er een dag later vertrek vanuit India en dat is verrekend met de eerste dag waarop geen gebruik kon worden gemaakt van de overnachting en aankomsttransfer.
Voor alle duidelijkheid zij nog vermeld dat de ingevulde gegevens kunnen worden gecontroleerd op de factuur en dat dat daarbij is vermeld dat eventueel foute gegevens binnen drie dagen moeten worden doorgegeven.
De reisorganisator heeft d.d. 27 november 2014 uit naam van [naam luchtvaartmaatschappij 2] een vergoeding aangeboden van € 160,– per persoon.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Zoals de reisorganisator heeft aangegeven houdt artikel 3 van de ANVR reisvoorwaarden in dat de reiziger zelf verantwoordelijk is voor het verstrekken van de juiste informatie. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid voor het opgeven van de juiste gegevens bij de reiziger. Voorts acht de commissie het een feit van algemene bekendheid dat bij reizen per luchtvaarmaatschappij niet kan worden volstaan met roepnamen, maar dat de namen uit het paspoort en op het ticket dienen overeen te stemmen. Weliswaar betoogt klager dat de reisorganisator de namen had behoren te controleren, maar daarbij ziet hij over het hoofd dat zulks voor de reisorganisator ondoenlijk is. Uit gegevens van de Sociale Verzekeringsbank blijkt dat in 2014 11.657 verschillende unieke jongensnamen zijn gegeven (voor meisjes zelfs 13.402 verschillende unieke voornamen). De voornaam Niek werd 253 maal gegeven en Nicolaas 29 maal, waarbij zij de 29e en 493e plaats innemen. Voor de commissie valt niet in te zien hoe een reisorganisator zou moeten checken of als Niek wordt vermeld niet bedoeld is: Yaniek (6 maal gegeven in 2014), Janiek (3 maal), Yanniek (3 maal) en Janniek (2 maal).
Klager geeft overigens zelf aan dat een en ander `over het hoofd’ is gezien en het probleem derhalve aan hem te wijten is.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
De reisorganisator is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 3 februari 2015.