Commissie: Reizen
Categorie: Vervoer
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
112697
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 6 februari 2017 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor 4 personen naar Bodrum in Turkije met verblijf in een hotel op basis van all inclusive, voor de periode van 6 juli t/m 20 juli 2017 voor de som van € 2.339,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij aankomst in Bodrum bleek 1 van de koffers niet te zijn gearriveerd. In de avond van de dag van aankomst is na veel bellen en niet nagekomen tijdsafspraken de koffer alsnog aangekomen. Bij het inspecteren bleek dat de koffer met geweld was opengebroken. Mijn laptop is met geweld uit de koffer gehaald en beschadigd. Er zitten krassen op de panelen en de zijkant is beschadigd. Ook zitten er valbeschadigingen op het scherm. Ik heb de reisorganisator aansprakelijk gesteld voor de schade en de gevolgschade. Op de luchthaven is een PIR formulier ingevuld. De koffer is opengebroken ondanks het feit dat de koffer niet op slot zat. De koffer ter waarde van € 49,95 is onherstelbaar beschadigd. In combinatie met de schade aan de laptop en het verlies van 1 vakantiedag bedraagt de totale schade € 859,97. Ik maak ook aanspraak op een bedrag van € 75,– voor visumkosten. Omdat ik een pakketreis bij de reisorganisator heb geboekt behoren de prijzen all – inn te zijn vermeld, inclusief de verplichte visumkosten. Nergens in het bestelproces wordt genoemd dat een visum nodig is en wat de kosten daarvan zijn. De reisorganisator heeft verzuimd om dit reisdocument te noemen.
Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De vergoeding van € 100,– in totaal van de reisorganisator en de luchtvaartmaatschappij staat niet in verhouding tot de kosten van de schade aan de laptop en de oplader. Ik had de laptop verpakt in handdoeken in mijn koffer. Mijn laptop is voor mij belangrijk omdat ik daarvan gebruik maak voor de cursussen die ik geef. Ik heb wel een reisverzekering, maar die dekt geen elektronica. Wij wisten niet dat een visum vereist was. Wij hadden daarvoor meer informatie verwacht.
Klager verlangt € 752,90.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij hebben als reisorganisator samen met de luchtvaartmaatschappij € 100,– in totaal in redelijkheid aangeboden. Indien de schade verzekerd is en er uit hoofde van de verzekering een vergoeding is uitgekeerd of uitgekeerd kan worden, is de reisorganisator niet verantwoordelijk voor de schade. Het is voor verweerder nimmer inzichtelijk gemaakt wat de schade daadwerkelijk is. Indien men een kwetsbaar voorwerp als een laptop per se in de ruimbagage wenst te vervoeren, zal men enige zorgvuldigheid moeten betrachten en de laptop goed moeten verpakken bijvoorbeeld in een beschermende laptoptas of hoes. Klaarblijkelijk heeft klager geen actie ondernomen om eventuele schade te beperken. Wij wijzen op de vervoervoorwaarden van de luchtvaartmaatschappij inhoudende dat elektronische apparatuur niet in de ruimbagage vervoerd dient te worden. Klager heeft zich niet aan die vervoersvoorwaarden gehouden. Klager had dus de laptop in de handbagage moeten vervoeren zeker als er bedrijfsgevoelige informatie op staat. Klager claimt een bedrag van € 549,– voor een laptop waarvan niet is aangetoond dat die in de koffer zat. De douane is geen hulppersoon van de reisorganisator. Indien men het risico neemt geen verzekering te sluiten, aanvaardt men een eventuele schadepost. Voor wat betreft het visum geldt dat er diverse situaties zijn waarin geen visum nodig is, naast het feit dat de reiziger zelf verantwoordelijk is voor de juiste reispapieren
Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Klager heeft zelf het risico genomen dat hij schade aan zijn laptop zou kunnen oplopen door die in de ruimbagage mee te geven. Om die reden wordt in de voorwaarden van de luchtvaatmaatschappij aangegeven dat elektronica niet in de ruimbagage moet worden vervoerd. Bovendien verplichten wij onze reizigers om over een reisverzekering te beschikken.
Samengevat achten wij ons niet aansprakelijk voor de door eiser voor de laptop en de oplader opgevoerde kosten.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Mede naar aanleiding van de behandeling ter zitting is tussen partijen onomstreden dat klager in zijn ruimbagage een laptop en een oplader heeft meegenomen en dat daaraan schade in ontstaan. Op basis van de door klager overlegde reparatiegegevens staat de hoogte van de schade eveneens niet ter discussie.
Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid voor de schade geldt als uitgangpunt dat de reisorganisator op basis van de tot stand gekomen reisovereenkomst een vervoerplicht heeft en de ter vervoer aangeboden bagage ongeschonden op de plaats van bestemming moet afleveren, hetgeen in dit geval niet is gebeurd.
De tussen partijen geldende reisovereenkomst wordt beheerst door de toepasselijke ANVR voorwaarden en de algemene voorwaarden van de reisorganisator. In het verweerschrift heeft de reisorganisator gewezen op het feit dat zij van haar reizigers verwacht dat zij over een reisverzekering beschikken. Tevens heeft zij gewezen op de voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij op grond waarvan het verboden wordt om elektronica in het ruim te vervoeren. Afgezien van de vraag of de reisorganisator de reiziger kan verplichten een reisverzekering te sluiten heeft de commissie in de processtukken geen aanwijzing gevonden dat de voorwaarden van de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks van toepassing zijn verklaard in de relatie tussen de reisorganisator en klager als reiziger.
Volgens de ANVR voorwaarden wordt de reisorganisator gevrijwaard van haar aansprakelijkheid indien en voor zover de schade van de reiziger door zijn reisverzekering wordt gedekt. In voorliggende zaak is evenwel gebleken dat de reisverzekering de meegenomen elektronica niet dekt.
In aanvulling op de vervoersplicht van de reisorganisator geldt voor klager dat hij gehouden wordt zijn mogelijke schade zoveel mogelijk te beperken. Hoewel vast staat dat klager in strijd met zijn vervoerplicht de bagage van klager niet ongeschonden op de plaats van bestemming heeft afgeleverd, is de commissie desondanks van oordeel dat de reisorganisator niet voor de schade aan de laptop en de oplader kan worden aangesproken. Klager is naar het oordeel van de commissie tekort geschoten in zijn verplichting om zijn schade zoveel mogelijk te beperken. Daarbij past dat klager geen kwetsbare elektronica als ruimbagage aanbiedt maar als handbagage meeneemt. De commissie heeft ervan kennis genomen dat de reisorganisator, daarbij aangevuld door de luchtvaarmaatschappij, bereid is de schade aan de koffer als zodanig te vergoeden.
Met betrekking tot de kosten van het benodigde visum sluit de commissie aan bij het standpunt van de reisorganisator. In de ANVR voorwaarden is aangegeven dat de reiziger zelf verantwoordelijk is voor zijn reisdocumenten. Daaronder kan tevens het benodigde visum worden gerekend dat immers een voorwaarde in om toegang te krijgen tot het land van bestemming.
De commissie acht het aanbod dat de reisorganisator heeft gedaan ter oplossing van de op zichzelf terechte klacht, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, redelijk. Klager is ten onrechte niet op dit aanbod ingegaan. Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het reglement van de commissie in die zin derhalve ongegrond.
De reisorganisator is echter gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, nu de commissie dit een redelijke oplossing van het geschil acht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 oktober 2017.