Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI05-2618
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 28 mei 2005 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een verblijf in een stacaravan voor drie personen te Fazania Pula in Kroatië op basis van logies, voor de periode van 30 juli 2005 tot en met 5 augustus 2005 voor de som van € 903,–. Klager is reeds op 3 augustus van de camping vertrokken. Klager heeft op 18 augustus 2005 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. De stacaravan was gelegen op een braakliggend terrein, waar veel onkruid en distels groeiden. Bovendien liepen er leidingen bovengronds. De situatie was zo ernstig, dat we eerder zijn vertrokken. Dit was niet in overeenstemming met de hoge prijs, die wij per nacht hebben betaald. Klager verlangt een vergoeding van € 300,– per persoon. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Op de eerste plaats moet melding gemaakt worden van het feit, dat klager tijdens haar verblijf geen contact met onze organisatie in Nederland heeft opgenomen. Daardoor zijn we niet in de gelegenheid gesteld om iets aan de klacht te doen en naar een oplossing te zoeken. Ten tweede wordt opgemerkt, dat de door klager geboekte camping een goede camping is. Weliswaar is er geen sprake van een mooi grasveld, maar dit is gebruikelijk in een mediterraan klimaat. De klacht van klager komt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Aan de hand van de stukken, waaronder het overgelegde fotomateriaal en het verhandelde ter zitting heeft de commissie vastgesteld, dat zij zich kan voorstellen, dat klager zich mogelijkerwijze een ander beeld heeft gevormd omtrent de begroeiing tussen de caravans en het feit, dat er leidingen bovengronds aanwezig waren en daardoor teleurgesteld is geweest in haar keuze. De commissie acht het dan ook niet onaannemelijk dat klager niet geheel heeft ontvangen, wat klager in subjectieve zin dacht te verwachten en daardoor enig ongerief heeft ondervonden, doch meent dat de klachten niet van dien aard zijn dat een vergoeding in geld op zijn plaats is. Daarbij komt, dat klager haar klacht tijdens haar verblijf in Kroatië niet aan de reisorganisator heeft medegedeeld, zodat klager de reisorganisator niet in de gelegenheid heeft gesteld de nodige voorzieningen te treffen om de ongemakken op te heffen althans een poging daartoe te ondernemen. Het feit, dat klager hiervan niet op de hoogte was, zoals zij ter zitting heeft aangegeven kan hieraan niet afdoen, nu dit duidelijk is aangegeven in de ANVR-Reisvoorwaarden, welke op deze reisovereenkomst van toepassing zijn en bij klager bekend waren, althans hadden kunnen zijn. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 4 januari 2006.