Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Kosten
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
74090
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 17 oktober 2012 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een televisie, tegen een daarvoor door de consument te betalen prijs van € 955,–. De levering heeft op 19 oktober 2012 plaatsgevonden. De consument heeft op 6 november 2012 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Het toestel werd geleverd met Oost-Europese software, waardoor bepaalde applicaties niet goed functioneerden. Dat heb ik kenbaar gemaakt aan de ondernemer waarna is afgesproken dat de televisie door de ondernemer bij mij zou worden opgehaald voor herstel/reparatie. Ik heb de televisie ingepakt conform de door de ondernemer gestelde vereisten waarna de televisie is opgehaald door het door de ondernemer ingeschakelde transportbedrijf. Dat transportbedrijf heeft de televisie zoals die door mij was verpakt ook zonder meer geaccepteerd. Vervolgens is gebleken dat de televisie tijdens het transport dan wel bij de ondernemer is beschadigd. Dat komt voor rekening en risico van de ondernemer. De ondernemer stelt op zijn beurt dat ik zelf de televisie ondeugdelijk zou hebben verpakt, hetgeen ik bestrijd. Inmiddels zit ik al maanden zonder televisie. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De aangeschafte televisie was van een groot formaat. Omdat ik zelf geen auto bezit, ben ik met de ondernemer overeengekomen dat hij de televisie bij mij zou laten ophalen. Ik heb nog specifiek gevraagd bij de ondernemer hoe ik de televisie moest inpakken omdat ik niet meer in het bezit was van de originele verpakking. Ik kreeg toen te horen dat ik hem zo goed mogelijk met een stuk karton moest zien te verpakken. Dat heb ik ook gedaan. Om de televisie heb ik een fleece deken gewikkeld en ik heb vervolgens twee kartonnen dozen gebruikt om hem verder goed te verpakken en te tapen. Toen de vervoerder bij mij thuis kwam heb ik gevraagd of de verpakking zo goed was en daarop is bevestigend geantwoord. De vervoerder heeft toen de doos zonder meer meegenomen. Toen ik vervolgens van de ondernemer te horen kreeg dat de televisie tijdens het vervoer stuk zou zijn gegaan, heb ik contact opgenomen met de vervoerder. Daarvan hoorde ik dat hij in principe de schuld op zich nam, maar dat ik zelf niets bij de vervoerder kon claimen omdat ik niet de opdrachtgever tot het vervoer was; dat was namelijk de ondernemer. Vervolgens heb ik de ondernemer daarvan in kennis gesteld. Bij mijn weten heeft de ondernemer de vervoerder ook aansprakelijk gesteld, doch in de contractuele verhouding tussen de ondernemer en de vervoerder zou sprake zijn geweest van een exoneratiebepaling en een daarbij behorende limitering, hetgeen zou inhouden dat de ondernemer alleen aanspraak kon maken op een schadevergoeding van € 3,– per kilo, hetgeen dus volstrekt ontoereikend was in verhouding tot de waarde van de televisie. Daarop kreeg ik van de ondernemer te horen dat het mijn eigen schuld zou zijn geweest en dat ik de televisie niet deugdelijk zou hebben verpakt. Aanvankelijk heeft de ondernemer nog tegen mij gezegd dat hij de vervoerder zou aanspreken en dat als hij het geld binnen zou hebben gekregen ik een nieuwe televisie zou krijgen. Toen bleek dat de ondernemer tegen de zeer gelimiteerde aansprakelijkheidslimiet opliep bij de vervoerder kreeg ik helemaal niets meer en kon ik met de schade blijven zitten. De bij de televisie bestelde muurbeugel en mijn fleece deken heb ik inmiddels teruggekregen. Ik benadruk nog dat ik tegen de vervoerder die de televisie bij mij ophaalde heb benadrukt voorzichtig om te gaan met de televisie. De consument verlangt ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van het door hem betaalde aankoopbedrag van € 955,–, alsmede de kosten van door hem ingewonnen juridisch advies ten bedrage van € 135,–. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 28 oktober 2012 heeft de consument aangegeven dat zijn televisietoestel niet voorzien was van de juiste software. Wij hebben daarop contact met de consument opgenomen en aangeboden het toestel bij hem te komen laten afhalen en na het plaatsen van de juiste software weer terug te sturen. Toen de consument verzocht om het toestel bij hem te laten afhalen is aangegeven dat het toestel wel deugdelijk verpakt moest zijn omdat anders de vervoerder het niet zou meenemen. De ondernemer gaat er vanuit dat de consument zijn gezonde verstand gebruikt en het toestel op een dergelijke wijze verpakt dat dat niet kan beschadigen. Iemand die er een beetje over nadenkt mag toch aannemen dat als je het toestel in een deken wikkelt en er losse stukken karton omheen doet, dat de kans op beschadiging tijdens het transport wel erg groot is. Dat het toestel niet deugdelijk verpakt was, blijkt ook wel uit de foto’s die de ondernemer in het geding heeft gebracht. De ondernemer is dan ook van mening dat hem niets te verwijten valt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Vaststaat dat de televisie niet was voorzien van de juiste software, zodat sprake was van non conformiteit. Terecht heeft de ondernemer dan ook aangeboden om de televisie bij de consument te laten ophalen voor herstel/reparatie. Vervolgens is gebleken dat de televisie tijdens het transport stuk is gegaan (breuk in het glas). De vraag die partijen verdeeld houdt is voor wiens rekening en risico die schade komt. De commissie is van oordeel dat dat voor rekening en risico komt van de ondernemer. In het licht van de door de consument gestelde omstandigheden, die door de ondernemer verder niet zijn betwist, heeft de ondernemer de door hem ingeschakelde vervoerder aansprakelijk gesteld, welke aansprakelijkheid door de vervoerder ook is erkend, maar heeft de ondernemer dat vrijwel niets opgeleverd omdat de ondernemer geconfronteerd werd met de limitering van aansprakelijkheid (van € 3,– per kilo) zoals die klaarblijkelijk in de contractuele relatie tussen de ondernemer en de vervoerder is bepaald. Onder dat gesternte vermag niet te worden ingezien dat de ondernemer aan zijn eigen aansprakelijkheid jegens de consument tracht te ontkomen door zich te beroepen op een eigen schuld/fout van de consument, terwijl de vervoerder nota bene aansprakelijkheid jegens de ondernemer heeft erkend. Daarbij komt dat de consument specifiek bij de ondernemer heeft gevraagd op welke wijze hij de televisie het beste zou kunnen inpakken. De ondernemer heeft daarop (bij mail van 6 november 2012) geantwoord dat de consument zou moeten proberen ergens een stuk karton vandaan te halen om de televisie daarin zo goed mogelijk te verpakken. Daarbij gaf de ondernemer nog aan dat als het toestel niet juist verpakt zou zijn de door hem ingeschakelde vervoerder de televisie niet mee zou nemen om claims en dergelijke uit te sluiten. Vervolgens heeft de consument de televisie op de door hem beschreven wijze verpakt (in een fleece deken, met karton eromheen en afgetapet) waarna die zonder enige op- en/of aanmerking door de door de ondernemer ingeschakelde vervoerder is opgehaald en meegenomen, waarbij de consument ook nog eens aan de vervoerder heeft gevraagd of de televisie op die wijze goed ingepakt was en of de vervoerder er voorzichtig mee wilde omspringen. Anders dan de ondernemer stelt, is de commissie van oordeel dat de consument voor wat betreft de wijze van verpakking waarbij hij geprobeerd heeft de aanwijzingen van de ondernemer te volgen, geen (ernstig) verwijt treft. Omdat de vervoerder door de ondernemer is ingeschakeld en aldus als een hulppersoon van de ondernemer heeft te gelden ligt het risico van de beschadiging (tijdens het transport) dan ook bij de ondernemer. Nu de televisie stuk is en de consument al geruime tijd verstoken is geweest van de televisie acht de commissie het gerechtvaardigd dat de koopovereenkomst tussen partijen ontbonden wordt verklaard. Dat betekent dat de televisie eigendom wordt van de ondernemer en dat de consument het door hem betaalde aankoopbedrag van € 955,– van de ondernemer geretourneerd dient te krijgen. Het door de consument gevorderde bedrag voor juridisch advies van € 135,– komt voor zijn eigen rekening omdat ingevolge artikel 22 van het reglement Geschillencommissie de door de consument ter zake van een behandeling van een geschil gemaakte kosten (waaronder voor juridisch advies) voor diens eigen rekening komen. Die kosten worden dan ook afgewezen. Nu de klacht van de consument gegrond wordt bevonden is de ondernemer verder gehouden om het door de consument betaalde klachtengeld van € 25,42 eveneens aan hem te vergoeden. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De overeenkomst van 17 oktober 2012 wordt ontbonden verklaard. De ondernemer betaalt en restitueert aan de consument een bedrag van € 955,–. De televisie wordt eigendom van de ondernemer. De betaling dient plaats te vinden binnen één maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien de betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,42 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel.