Kosten zijn gebruikelijk en gestandaardiseerd bedrag kan niet verder worden gespecificeerd

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Informatie / Kosten    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 204259/211527

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Klaagster klaagt over de door de notaris in rekening gebrachte kosten alsmede het feit dat de kosten volgens haar onvoldoende zijn gespecificeerd. De commissie overweegt dat het maken van recherchekosten gebruikelijk is. Daarnaast wijst de commissie erop dat het gaat om een gestandaardiseerd bedrag dat niet verder gespecificeerd kan worden. De klacht is ongegrond. Wel wordt het door de notaris voorgestelde coulanceaanbod door de commissie bindend opgelegd.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Notariaat (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 28 november 2023 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. Klaagster is fysiek ter zitting verschenen. Namens de notaris is digitaal verschenen: de heer mr. [naam].

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de door de notaris in rekening gebrachte kosten.

Klaagster heeft een bedrag van € 600,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van klaagster
Voor het standpunt van klaagster verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Klaagster is één van de twee executeurs in een nalatenschap. In die hoedanigheid heeft zij het huis van de erflater verkocht. De notaris was de notaris van de koper.

De notaris heeft de erven een bedrag van € 1.331,75 in rekening gebracht. Ondanks herhaalde verzoeken heeft de notaris dit bedrag niet gespecificeerd. De door de notaris gegeven toelichting/uitleg is onvoldoende. De executeurs hebben een specificatie nodig om de notariële kosten te kunnen verantwoorden aan de erfgenamen.

Voor het passeren van de akte van levering hebben de executeurs de notaris duidelijk gemaakt dat zij het niet eens zijn met de in rekening gebrachte kosten. De notaris heeft toegezegd dit bedrag niet te zullen verrekenen. Uit de nota van afrekening bleek echter dat hij dit wel heeft gedaan.

De executeurs hebben daarom een gesprek geïnitieerd. In dit gesprek hebben zij een bemiddelingsvoorstel gedaan, namelijk dat de notaris een bedrag van € 600,– in mindering zou brengen op de kosten. De notaris heeft een tegenvoorstel gedaan om de kosten te verminderen met een bedrag van € 262,57. De executeurs zijn hiermee niet akkoord gegaan, waarna de notaris het bedrag van € 600,– heeft overgemaakt op de derdengeldrekening van de boedelnotaris.

Vervolgens heeft de notaris een declaratie aan de erven gestuurd van € 600,– met als omschrijving: ‘Correctie kosten’, met het verzoek aan de executeurs om dit bedrag te betalen. De notaris heeft ook dit bedrag niet gespecificeerd.

In de correspondentie voorafgaande aan de procedure heeft de notaris een onjuiste voorstelling van zaken gegeven. Er is sprake van een patroon van insinuaties en intimidaties.

Klaagster vindt de declaratie van € 600,– onjuist en onterecht. Zij verzoekt de commissie te bepalen dat de notaris deze declaratie moet intrekken.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De notaris heeft de erven een bedrag van € 1.331,71 in rekening gebracht. Dit bedrag betreft onder meer de kosten voor het onderzoek naar de burgerlijke staat en de inzagekosten in het faillissements- en curateleregister voor 23 bij de nalatenschap betrokken personen/erfgenamen. De notaris heeft hiervoor een bedrag van € 36,– (exclusief BTW) gerekend. Deze kosten zijn in het notariaat niet ongebruikelijk. Dat de boedelnotaris de onderzoekingen bij het opmaken van de verklaring van erfrecht ook al had gedaan, neemt niet weg dat de notaris deze bij het passeren van de woning nogmaals moest verrichten.

Daarnaast heeft de notaris honorarium in rekening gebracht voor de extra werkzaamheden in het dossier, die niet ten laste van de koper kunnen komen. Deze werkzaamheden betreffen: de verwerking van de vererving, het opnemen van de 23 personen in de akte, het opvragen van, inzien en juridisch duiden van huwelijksvoorwaarden, de verwerking van een ondercuratelestelling en het opmaken van een addendum. De notaris acht het in rekening gebrachte honorarium terecht. Hij is daarover ook duidelijk geweest; in de door hem aan de executeurs verzonden opdrachtbevestiging staan de bij de erfgenamen als verkoper in rekening te brengen kosten vermeld. Ook daarna is hierover nog herhaaldelijk uitleg gegeven.

De executeurs waren het niet eens met het in rekening gebrachte bedrag en stelden een korting van € 600,– voor. De notaris heeft niet ingestemd met dit voorstel. Omdat hij de kwestie graag in onderling overleg wilde oplossen, heeft hij een tegenvoorstel gedaan om de inzagekosten te verlagen naar € 25,– exclusief BTW per persoon en de overige kosten ongewijzigd te laten. Het totaal in rekening te brengen bedrag kwam daarmee uit op € 1.069,18 (in plaats van de in rekening gebrachte € 1.331.75).

De executeurs hebben dit tegenvoorstel niet aanvaard, waardoor het is komen te vervallen. De notaris heeft de boedelnotaris ‘onder protest’ een bedrag van € 600,– overgemaakt en de executeurs een declaratie voor dit bedrag gestuurd.

De notaris verzoekt de commissie een uitspraak te doen om vast te stellen of zijn declaratie terecht is.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.

Klaagster beklaagt zich over de door de notaris in rekening gebrachte ‘Correctie kosten’; zij acht deze onvoldoende gespecificeerd. Nu de klacht van klaagster met name ziet op de inzagekosten, beperkt het oordeel van de commissie zich daartoe.

De commissie overweegt dat het maken van recherchekosten op de dag van het passeren van de akte gebruikelijk is. Bij zoveel rechthebbenden als in het onderhavige geval brengt dat nu eenmaal veel kosten met zich mee. De commissie merkt voorts op dat dit gestandaardiseerde verschotten betreft, waarvoor geen tijd geschreven wordt en dus ook geen uurtarief in rekening wordt gebracht. Een nadere specificatie van deze kosten kan daarom niet worden gegeven. Het had op de weg van de notaris gelegen dit wat duidelijker aan klaagster uit te leggen.

Voor zover klaagster ook bedoelt te klagen over de overige door de notaris in rekening gebrachte kosten (honorarium), heeft de notaris naar het oordeel van de commissie voldoende uitgelegd dat het op zijn weg lag om de huwelijksvoorwaarden van één van de rechthebbenden in te zien. Ook de overige door de notaris verrichte extra werkzaamheden met betrekking tot de leveringsakte acht de commissie genoegzaam toegelicht.

De notaris heeft, voordat het geschil bij de commissie aanhangig is gemaakt, aangegeven bereid te zijn genoegen te nemen met € 25,– exclusief BTW (in plaats van € 36,– exclusief BTW) inzagekosten per persoon. De commissie acht dit aanbod een redelijke oplossing van het geschil en zal dit bindend aan de notaris opleggen.

Dit betekent dat de commissie het openstaande bedrag van € 600,– zal verminderen met een bedrag van (23 x € 11,–, zijnde) € 253,– exclusief BTW (voor 23 personen), derhalve € 306,13 inclusief BTW. Klaagster is derhalve nog een bedrag van € 293,87 aan de notaris verschuldigd.

Over de overige betrekkelijk immateriële klachten van klaagster kan de commissie geen oordeel geven, nu deze niet blijken uit het haar ter beschikking staande dossier. De verwijten van klaagster vinden geen steun in de overgelegde stukken.

Nu de notaris reeds voor het aanhangig maken van het geschil een aanbod heeft gedaan, acht de commissie de klacht van klaagster op grond van de redelijkheid en billijkheid ongegrond.

Hetgeen partijen ieder voor zich overigens verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie bepaalt dat het openstaande bedrag van € 600,– wordt verminderd met € 306,13 en dat klaagster derhalve nog een bedrag van € 293,87 aan de notaris is verschuldigd;

Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend. Aan de notaris wordt een bedrag van € 293,87 overgemaakt. Het restant van € 306,13 wordt aan klaagster gerestitueerd;

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. J. van der Groen, voorzitter, de heer mr. M. de Waal en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. drs. I.M. van Trier, secretaris, op 28 november 2023.