Kwijtschelden rentevordering overige erfgenamen behalve cliënte kan niet aan notaris verweten worden

  • Home >>
  • Notariaat >>
De Geschillencommissie




Commissie: Notariaat    Categorie: Kwaliteit dienstverlening    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 3504/10731

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënte heeft klachten over de afwikkeling van de nalatenschappen van haar ouders door de notaris. Samen met haar broer en zus zijn ze erfgenamen. Echter, door onderlinge ruzie wordt de cliënte niet betrokken bij de afhandeling, wordt ze financieel benadeeld en zou de notaris haar onvoldoende hebben geïnformeerd. De notaris heeft aangegeven dat de cliënte minder zal krijgen dan de legitieme portie. De moeder van de cliënte heeft namelijk tijdens haar leven rentevorderingen, die zij op de broer en zus van de cliënte had, kwijtgescholden. De rentevordering op de cliënte heeft zij niet kwijtgescholden, waardoor de cliënte deze als enige verschuldigd is. De notaris stelt in dit proces geen rol te hebben gehad. De commissie begrijpt dat dit een lastige situatie is voor de cliënte. Maar het feit dat zij ten opzichte van haar broer en zus benadeeld zou zijn door haar moeder, kan de notaris niet verweten worden. Daarnaast staat niet vast dat de notaris haar onvoldoende heeft geïnformeerd. De cliënte is zelf niet op de uitnodiging van de notaris ingegaan om de akte van verdeling te bespreken. De notaris heeft gehandeld zoals van hem verwacht mag worden.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de notaris.

Het geschil betreft de kwaliteit van de dienstverlening.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De klachten van cliënte zien op de afwikkeling van de nalatenschappen van haar vader en moeder door de notaris.

Cliënte is met haar broer en zus erfgenaam van deze nalatenschappen. Als gevolg van onderlinge ruzies is cliënte niet betrokken bij de besprekingen tussen de notaris en haar broer en zus. Essentiële informatie wordt haar onthouden. Haar broer bepaalt hoe de verdeling van de erfenis zal plaatsvinden en de notaris voert dit uit. Cliënte stelt dat zij door deze gang van zaken financieel wordt benadeeld. Zij heeft meermalen vragen hierover gesteld aan de notaris, die niet worden beantwoord. Zo heeft zij aan de notaris om een offerte van de werkzaamheden gevraagd. Als antwoord heeft zij gekregen dat de notaris wordt betaald uit de opbrengst van de verkoop van het huis. Ook heeft zij verzocht om inzage van de bankafschriften van moeder en de belastingaangiftes maar heeft deze inzage nimmer gekregen. In een gesprek heeft de notaris aangegeven dat cliënte minder zal krijgen dan de legitieme portie maar er staat niets in het testament van moeder dat zij onterfd zal worden, ook staat hierover niets in de akte van partiële verdeling. Moeder zou schenkingen hebben gedaan, maar bij navraag, meerdere keren, krijgt cliënte van de notaris te horen dat hij daar niets over mag zeggen. Cliënte vraagt zich af of de schenkingen rechtsgeldig zijn geweest daar moeder is een verpleegtehuis zat en volledig dement was.

Omdat cliënte wil weten waar zij aan toe is heeft zij contact opgenomen met een andere notaris [naam eigen notaris] Deze vertelde haar dat zij voor 1/3 eigenaar was van het huis op het moment van de partiële verdeling, dus dat zij ook 1/3 zou moeten ontvangen, de schuld die zij aan haar moeder heeft, zou een schuld aan haarzelf worden, die zij aan haarzelf moet aflossen. [De eigen notaris] is bereid na betaling van een voorschot van € 1.250, – haar belangen verder te behartigen. Omdat de notaris betaald wordt uit de opbrengst van het huis heeft zij gevraagd of zij het voorschot aan [de eigen notaris] ook zou mogen betalen uit de opbrengst van het huis. Tot op heden heeft zij van de notaris geen antwoord ontvangen.

Cliënte wil inzage in bankafschriften van moeder. Antwoord op vragen en duidelijkheid. Zij verzoekt de commissie in redelijkheid of billijkheid een vergoeding vast te stellen.

Ter zitting heeft cliënte haar standpunt toegelicht.

In augustus 2013 heeft cliënte van de notaris een e-mail ontvangen. Daarin is aangegeven dat haar broer en moeder op kantoor waren geweest voor een bespreking naar aanleiding van nalatenschap van haar vader. In het testament had vader bepaald dat moeder het vruchtgebruik van de woning kreeg. In verband met de lage WOZ waarde is door de broer van cliënte en haar moeder verzocht om de woning op naam van de drie kinderen te zetten. Moeder zou in ruil hiervoor jaarlijks rente ontvangen maar die zou jaarlijks door moeder via een schenkingsconstructie worden kwijtgescholden.

Cliënte heeft een volmacht ondertekend voor deze wijziging van de tenaamstelling in de veronderstelling dat zij niet jaarlijks de rente zou hoeven te betalen. De notaris die de volmacht heeft gemaakt, had haar verteld dat het een papieren schenking betrof zonder financiële consequenties voor haar. Achteraf blijkt dat moeder aan de broer en zus de rente jaarlijks heeft geschonken maar aan cliënte wel de rente in rekening heeft gebracht. Cliënte verwijt de notaris dat hij haar niet op voorhand heeft geïnformeerd over deze rentebetalingen. Zij had de akte nimmer ondertekend als zij was gewezen op de renteverplichting die uit de papieren schenking voortvloeide.

Voorts stelt cliënte dat haar informatie door de notaris is onthouden. Haar broer heeft in deze een kwalijke rol gespeeld. Door de familieruzie is de nalatenschap nog steeds niet afgerond.

Standpunt van de notaris
Voor het standpunt van de notaris verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Omwille van de duidelijkheid maakt de notaris een onderscheid tussen twee periodes. De eerste periode betreft de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van cliënte, die in augustus 2013 is overleden. In zijn nalatenschap bevond zich de woning, waarin – kort gezegd – na zijn overlijden gerechtigd waren zijn echtgenote (moeder) en zijn drie kinderen als eigenaar en had moeder krachtens testament het vruchtgebruik van deze woning gekregen. Op kantoor zijn toen (in 2013/2014) gesprekken geweest om deze nalatenschap van vader af te wikkelen resulterend in de keuze om de gehele woning op naam van de drie kinderen te zetten onder de last van het vruchtgebruik ten behoeve van moeder. De kinderen werden hierdoor overbedeeld en kregen daarmee een schuld aan hun moeder. In dezelfde akte werd op deze schuld door moeder een eerste kwijtschelding, met betrekking tot de rente over het eerste jaar, gedaan aan haar drie kinderen. Uit het dossier blijkt dat cliënte wel is uitgenodigd op kantoor om zich te doen laten informeren over de inhoud van deze akte. Zij heeft zich ook laten bijstaan door een eigen notaris en bij hem heeft zij een volmacht getekend voor de ondertekening van deze akte van verdeling, die uiteindelijk 4 juli 2014 is ondertekend en waarvan diezelfde dag nog een afschrift naar cliënte is verzonden. Kennelijk zijn er daarna in 2015 en 2016 ook nog kwijtscheldingen door de moeder van cliënte gedaan betreffende de vorderingen die moeder had op haar broer en zuster. De notaris heeft geen rol hierin gehad. Wel is het zo dat vanaf eind 2015 de notaris de adviserende notaris van cliënte heeft bericht dat moeder in het verpleeghuis was opgenomen en dat de woning verkocht kon gaan worden. De notaris heeft cliënte ook zelf gevraagd om haar akkoord voor deze op handen zijnde verkoop, een verkoopprijs en eventuele voorkeur voor een makelaar. De notaris heeft cliënte in januari 2016 uitgenodigd voor een overleg om de verkoop van de woning op gang te brengen.

In de tweede periode gaat het nog steeds om de verkoop van het ouderlijk huis maar ook om de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van cliënte, die in augustus 2018 is overleden. In 2019 is er door het kantoor een koopakte ontvangen betreffende de woning, welke levering bij akte van 29 maart 2019 is geschied. Hiervoor is een volmacht naar cliënte gestuurd, die zij heeft getekend. Ongeveer gelijktijdig heeft de zuster van cliënte de notaris gevraagd om de nalatenschap van moeder af te wikkelen. De bankrekening van moeder vertoonde een klein debetsaldo en er kwamen nog rekeningen die betaald dienden te worden. Aangezien de nalatenschap van moeder klaarblijkelijk alleen bestond uit de vorderingen op haar drie kinderen, op welke vorderingen zij bij twee van haar kinderen de rente had kwijtgescholden en bij één kind niet, ontstond er meteen een probleem om de verdeling van de verkoopopbrengst van de woning vast te stellen. De nalatenschap van moeder is door cliënte beneficiair aanvaard bij akte van [datum] 2019 van de Rechtbank Overijssel.

De opbrengst van de woning staat vermeld op de verkoopafrekening die cliënte van de notaris heeft ontvangen. Het bedrag staat bij de notaris in depot omdat de gerechtigden er niet eens over zijn hoe deze verdeeld moet worden. De nalatenschap is door de notaris in behandeling genomen voor een uurtarief van € 150,– per uur, dit is cliënte ook medegedeeld. De bankafschriften van moeder zijn ook door de notaris nog niet ontvangen. Kennelijk bezit haar zuster deze niet meer, inmiddels ligt een verzoek tot inzage bij de [naam bank].

De voorliggende casus is een voor alle betrokkenen vervelende situatie, die door de notaris alleszins wordt onderkend. Deze casus is alleen goed op te lossen door middel van overleg met alle betrokkenen maar op dit moment is het zo dat geen van de kinderen met de ander wil praten. Zolang de geldigheid van de kwijtscheldingen door cliënte wordt betwist en zij niet akkoord kan gaan met een andere verdeling van de verkoopopbrengst van de woning dan een gelijke verdeling, kan de notaris niet meer doen dan partijen te vragen met elkaar in overleg te treden om tot een oplossing te komen.

Ter zitting heeft de notaris het standpunt toegelicht. Destijds is een constructie voor een papieren schenking opgetuigd met als doel de kinderen gelijkelijk te behandelen. De eerste rentebetaling zou worden kwijtgescholden via de jaarlijkse schenkingsvrijstelling. De notaris heeft niet kunnen bevroeden dat er daarna een ongelijkheid zou ontstaan bij de jaarlijkse rentebetalingen. Dit heeft moeder zo bepaald.

Beoordeling van het geschil
De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de notaris hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Cliënte heeft aan de commissie een groot aantal vragen voorgelegd die verband houdt met de afwikkeling door de notaris van de nalatenschappen van haar vader en haar moeder. Op dit moment staat er bij de notaris een bedrag in depot dat onder de erven verdeeld dient te worden. De erven zijn er onderling niet uit hoe die verdeling dient plaats te vinden. De moeder van cliënte heeft tijdens haar leven vorderingen die zij op de broer en zus van cliënte had kwijtgescholden en aan cliënte de rente wel in rekening gebracht. Cliënte stelt dat haar broer achter deze kwijtscheldingen zit en betwist de geldigheid hiervan gezien de geestelijke gesteldheid van haar moeder ten tijde van de kwijtscheldingen. Er is een patstelling ontstaan met als gevolg dat de nalatenschap tot op heden niet afgewikkeld worden.

Zoals ter zitting is besproken kan de notaris niet verantwoordelijk worden gehouden voor de beslissingen van de moeder van cliënte om de rentevorderingen op broer en zus kwijt te schelden dan wel andere schenkingen te doen en de familieruzie die als gevolg hiervan is ontstaan.

Cliënte heeft gesteld dat zij onvolledig is geïnformeerd over de financiële gevolgen die de akte van verdeling, die de cliënte op 4 juli 2014 per volmacht heeft ondertekend, voor haar hebben meegebracht.

De commissie overweegt dat niet is komen vast te staan dat de notaris cliënte onvoldoende heeft geïnformeerd. Cliënte is niet op de uitnodiging van de notaris ingegaan om de akte van verdeling op kantoor te bespreken, maar heeft er zelf voor gekozen om de akte per volmacht te tekenen bij haar eigen notaris. Mochten er voor haar nog vragen zijn geweest over de akte dat had het op haar weg gelegen om deze vragen aan deze notaris voor te leggen. De mededeling van haar eigen notaris, dat zij de volmacht kon tekenen omdat het een papieren schenking betrof zonder financiële gevolgen voor haar, kan cliënte de notaris niet tegenwerpen. De informatieplicht lag op dat moment bij haar eigen notaris.
Ook overigens is de commissie van oordeel dat niet is gebleken dat de notaris, gelet op het gemotiveerde verweer, aan cliënte informatie heeft onthouden. Gelet op het vorenstaande acht de commissie deze klacht dan ook niet gegrond.

De commissie stelt voorts vast dat de notaris ter zitting heeft aangeboden een kopie van de bankafschriften, die zij inmiddels van de [naam bank] heeft ontvangen, binnen zeven dagen naar cliënte te sturen. Ook zal zij binnen zeven dagen de belastingaangiften van moeder opvragen bij de broer en zus van cliënte en deze na ontvangst binnen 14 dagen in kopie aan de cliënte toe te sturen.

De notaris heeft ter zitting aangegeven dat zij een uurtarief van € 150,– rekent. In verband met de impasse in de afwikkeling van de nalatenschap heeft zij de werkzaamheden stilgelegd in afwachting van een reactie van partijen. Zij heeft ter zitting toegezegd een tussentijdse declaratieoverzicht op te maken en naar de erven te sturen.

De commissie gaat ervan uit dat de notaris deze toezeggingen gestand doet.

Cliënte heeft tenslotte aan de notaris verzocht om de kosten van een eigen notaris uit de nalatenschap te voldoen. De commissie overweegt dat dit niet mogelijk is. Uitsluitend de kosten voor de werkzaamheden van de notaris, die belast is met de afwikkeling van de nalatenschap, kunnen ten laste van de nalatenschap komen. Indien erven eigen adviseurs inschakelen dienen zij deze adviseurs zelf te betalen. Indien de cliënte een eigen notaris voor advies in de arm wil nemen, zal zij de kosten voor deze notaris zelf moeten betalen.

De commissie begrijpt dat de situatie voor cliënte lastig is. Echter dat zij ten opzichte van haar broer en zuster benadeeld zou zijn door haar moeder, kan cliënte de notaris niet verwijten. Mocht de familie niet uit de verdelingsvraag komen dan zal het geschil aan de rechter moeten worden voorgelegd. De notaris kan deze impasse niet doorbreken.

De commissie is gezien het vorenstaande van oordeel dat de notaris heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende notaris. De commissie is van oordeel dat de klachten ongegrond zijn. Er bestaat dan ook geen grond voor het toekennen van een schadevergoeding. De commissie wijst deze vordering af.

Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten van cliënte ongegrond. Het door de cliënte verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Notariaat, bestaande uit de heer mr. A.G.M. Zander, voorzitter, de heer mr. R.J. Holtman, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen – de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 20 november 2019.