
Commissie: Energie
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
116477
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
Na installatie van een slimme gasmeter rook de cliënt een gaslucht in de meterkast. Een medewerker van de ondernemer sloot na inspectie het gas af in de woning. Volgens de medewerker zat het gaslek in de binnenleiding, wat de verantwoordelijkheid van de cliënt is. De cliënt schakelde een andere monteur in, die zag dat een bout van de slimme meter niet goed was aangedraaid en dit veroorzaakte de lekkage. De consument vraagt een vergoeding voor de kosten van de door hem ingeschakelde monteur en een schadevergoeding voor het opnemen van een vrije dag en het gelekte gas. De commissie geeft de cliënt deels gelijk.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 29 november 2017 heeft een monteur van de ondernemer een slimme gasmeter in de woning van de consument geïnstalleerd. Op 3 december 2017 rook de consument een gaslucht in de meterkast. Hij heeft direct met de ondernemer gebeld die een medewerker langs stuurde. De medewerker van de ondernemer heeft een meting verricht en kwam tot de conclusie dat het lek zich in de binnenleiding bevond en onder de verantwoordelijkheid van de consument viel. De gaskraan werd door de medewerker dichtgedraaid. Op 5 december 2017 heeft een door de consument ingeschakelde installateur een onderzoek naar het gaslek ingesteld. De installateur kwam tot de conclusie dat een bout van de slimme meter niet goed was aangedraaid en lekkage veroorzaakte. De klantenservice van de ondernemer werd gebeld en daarna constateerde een medewerker van de ondernemer dat de lekkage inderdaad aan de onjuiste montage van de gasmeter te wijten was.
De consument heeft schade geleden doordat er meer dan 5 dagen gas heeft gelekt; hij is 34 uur afgesloten geweest van gas; kosten heeft moeten maken voor de installateur en een verlofdag heeft moeten opnemen. Hij verlangt vergoeding van zijn schade. De consument begroot zijn schade op € 360,85, waaronder een bedrag van € 85,– voor de installateur.
De consument is het niet eens met de ondernemer die slechts de kosten van de installateur wenst te vergoeden.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer betreurt het dat het wisselen van de meters niet volledig naar behoren is uitgevoerd en biedt daarvoor zijn excuses aan. De ondernemer heeft aangeboden de kosten van de installateur te voldoen, maar niet de overige door de consument geleden schade. De door de consument geclaimde verlofuren zijn als indirecte schade als bedoeld in artikel 17 lid 3 van de Algemene Voorwaarden aan te merken. Bovendien zijn de verlofuren niet onderbouwd. Er is slechts een kleine hoeveelheid gas weggelekt.
De ondernemer is bereid naast de kosten van de installateur, een bedrag van € 100,– te vergoeden voor de ondervonden hinder en is tevens bereid het klachtgeld te vergoeden.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De ondernemer blijft bij zijn verweer en houdt vast aan het daarin gedane voorstel waarop de consument niet heeft gereageerd.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument klaagt in de onderhavige zaak over de onjuiste montage van een nieuwe slimme gasmeter door de ondernemer. Deze klacht is terecht. De ondernemer erkent dat de gasmeter in eerste instantie niet juist is gemonteerd en betreurt de gang van zaken.
De consument stelt een bedrag van € 360,85 aan schade te hebben geleden en vordert de vergoeding daarvan. De ondernemer was aanvankelijk slechts bereid de kosten van de installateur te vergoeden en heeft in zijn verweer een nader voorstel gedaan, waarop door de consument, die niet ter zitting is verschenen en aldus geen nadere toelichting op zijn schade heeft kunnen geven, niet is gereageerd.
De commissie constateert dat de consument zijn schade niet nader heeft onderbouwd en dat de ondernemer bij nader inzien een vergoeding voor het ondervonden ongerief door de consument heeft aangeboden. De gestelde verlofuren zijn door de ondernemer betwist. Gelet hierop had het op de weg van de consument gelegen om die schadepost nader te onderbouwen, maar hij heeft dat nagelaten.
De commissie is dan ook niet in staat om deze schadepost te beoordelen.
De commissie is van oordeel dat het aanbod recht doet aan het door de consument ondervonden ongerief en de door hem gemaakte kosten. Zij zal om die reden dat voorstel overnemen en de ondernemer veroordelen om conform dit voorstel te handelen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 185,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie zal aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.
Aldus beslist en vastgelegd door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mr. F.J. Pirard en drs. L. van Rootselaar, leden, op 18 juni 2018.