
Commissie: Installerende bedrijven
Categorie: (non)conformiteit
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Arbitraal Vonnis
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
224391/243344
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze zaak gaat over de vraag of herstel van een lekkage, die door de ondernemer met kit is verholpen, als duurzame reparatie kan worden aangemerkt nu de ondernemer tijdens de bouw van het bestek is afgeweken. Na oplevering heeft de consument namelijk geconstateerd dat er sprake is van lekkage. In reactie hierop zijn werkzaamheden verricht die hebben geholpen. Uit onderzoek van een deskundige op verzoek van consument, blijkt volgens consument dat er sprake is van bouw in afwijking van het bestek. De consument wenst derhalve herstel inhoudende dat de muurafdekkers alsnog conform bestek worden aangebracht tezamen met het door het bestek voorgeschreven waterhol. De ondernemer heeft echter betwist dat de muurafdekkers niet goed zijn opgeleverd. Van lekkage is geen sprake meer, omdat dit reeds door ondernemer is hersteld. Bovendien is er geen lekkage opgetreden bij andere woningen, die seriematig zijn geproduceerd. De commissie heeft een deskundige onderzoek laten uitvoeren, die gecorrigeerd moest worden op één feitelijke onjuistheid. De arbiters, als goede personen naar billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gelden voorwaarden, beslissen als volgt. Ze verklaren de klacht van de consument gegrond en veroordelen de ondernemer tot herstel van de dakopstand ter plaatse van de kopgevel van de woning naar de eisen van goed en deugdelijk werk, het geheel uit te voeren binnen 12 weken. Ook stellen zij vast dat aan de consument ter zake van de klacht een beroep toekomst op garantie en dat de consument het klachtengeld retour ontvangt van de commissie.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
Deze zaak gaat over de vraag of herstel van een lekkage, die door de ondernemer met kit is verholpen, als duurzame reparatie kan worden aangemerkt nu de ondernemer tijdens de bouw van het bestek is afgeweken.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijzen de arbiters naar de overgelegde stukken, in het bijzonder het vragenformulier, het bijbehorend bericht van 17 juli 2023 en hetgeen door de consument ter zitting naar voren is gebracht. In de kern komt het standpunt van de consument op het volgende neer.
Na oplevering heeft de consument geconstateerd dat er sprake is van lekkage. In reactie hierop heeft de ondernemer kitwerkzaamheden uitgevoerd. De lekkage lijkt nadien verholpen.
De consument heeft een onderzoek door een expert laten uitvoeren. Het expertiserapport van [naam bedrijf] is overgelegd. Hieruit blijkt dat er sprake is van bouw in afwijking van het bestek. Hierdoor heeft inwatering kunnen plaatsvinden doordat de muurafdekkers te smal zijn gehouden en het voorgeschreven overstek van 40 mm en het waterhol niet aanwezig zijn. De consument meent dat reparatie met kit geen duurzame reparatie is, aangezien dit een afwijking is van het bestek en minder duurzaam is dan de beoogde uitvoering.
De consument wenst herstel inhoudende dat de muurafdekkers alsnog conform bestek worden aangebracht tezamen met het door het bestek voorgeschreven waterhol.
Ter zitting heeft de consument gepersisteerd in zijn standpunt. In aanvulling is aangegeven dat het kitten van de voeg de lekkage verholpen heeft, maar dit is een provisorische oplossing omdat de kit regelmatig vervangen moet worden. Tevens is er nog steeds vocht gemeten. Of er momenteel nog lekkage is, is in wezen niet relevant want het werk moet goed en deugdelijk worden uitgevoerd en dat is hier niet gebeurd. Met de muurafdekkers is geen overstek gecreëerd en daardoor kan water tussen de loodslab en de muurafdekkers binnendringen.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft mondeling ter zitting verweer gevoerd. In de kern komt het standpunt van de ondernemer op het volgende neer.
Er wordt door de consument verwezen naar het bestek, maar daarvan is geen sprake. De ondernemer heeft betwist dat de muurafdekkers niet goed zijn opgeleverd. Er was geen voegvulling of kitafdichting aangebracht en dat is door de ondernemer hersteld. De deskundige geeft ook aan dat dit goed is uitgevoerd. Kennelijk wenst de consument dat er alsnog muurafdekkers met een andere afmeting worden geplaatst, maar de ondernemer ziet daartoe geen noodzaak temeer omdat het niet lekt. Wat de deskundige bedoelt met de zinsnede dat de muurafdekkers ter plaatse niet zijn goed zijn opgeleverd, is de ondernemer niet duidelijk. Nagaan hoe de constructie precies is uitgevoerd, zal veel inspanningen vergen, terwijl van lekkage geen sprake meer is. De woning is seriematig geproduceerd en deze muurafdekkers zijn prefab geproduceerd en overal toegepast. Elders is geen lekkage opgetreden. Helaas heeft deze consument met lekkage te maken gehad en daar heeft de ondernemer op geacteerd door herstel te plegen.
Deskundigenrapport
De commissie heeft op 1 februari 2024 een onderzoek laten uitvoeren door de heer [naam] (hierna te noemen: de deskundige), die daarover op 14 februari 2024 schriftelijk aan de commissie heeft gerapporteerd. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige. De consument heeft op het rapport gereageerd per brief van 1 maart 2024. Hij heeft erop gewezen dat het rapport één feitelijke onjuistheid bevat. Deze feitelijke onjuistheid behelst dat in het rapport is opgemerkt dat aan de buitenzijde er een overstek met druiphol zichtbaar is van circa 30 – 40 mm. Dat is niet het geval en is ook niet zichtbaar omdat de muurafdekkers aan de buitenzijde van de woning hooguit 10-20 mm oversteken zonder druiphol. De muurafdekking is asymmetrisch ontworpen waarbij het water naar de binnenzijde wordt gevoerd door een enkelvoudige naar binnen ontworpen helling.
Dit bericht is voorgelegd aan de deskundige die daarop bij bericht van 12 maart 2024 heeft laten weten dat hetgeen door de consument is beschreven correct is. Het overstek aan de buitenzijde gevel is ca. 10-20 mm zonder druiphol waarbij de afwatering van de muurafdekker eenzijdig naar het dakvlak voert. De ondernemer heeft geen opmerkingen op het rapport gemaakt.
De inhoud van dit rapport en de aanvulling van 12 maart 2024 geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.
Uitgangspunten
Voor de beoordeling van het geschil nemen de arbiters – naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde en met inachtneming van de inhoud van de overgelegde stukken – het navolgende als uitgangspunt.
In de overeenkomst die partijen op 19 respectievelijk 25 januari 2018 hebben ondertekend, is eerdergenoemde garantieregeling van toepassing verklaard. Op grond van de van toepassing zijnde artikelen van de garantieregeling heeft de ondernemer zich jegens de consument onder meer verbonden de woning (af) te bouwen conform de betreffende technische omschrijving en tekening(en) en – voor zover aanwezig – staten van wijzigingen, zoals aangegeven op de bij de aannemingsovereenkomst behorende situatietekening, zulks naar de eisen van goed en deugdelijk werk en met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven. De woning is op 26 november 2019 opgeleverd.
Op grond van de van toepassing zijnde artikelen van de garantieregeling heeft de ondernemer tevens aan de consument gegarandeerd dat de toegepaste constructies, materialen, onderdelen en installaties onder redelijkerwijs te voorziene externe omstandigheden deugdelijk zijn en bruikbaar voor het doel waarvoor zij zijn bestemd, een en ander voor zover ter zake geen beperkingen zijn opgenomen. Op grond hiervan heeft de ondernemer tevens gegarandeerd dat de woning voldoet aan de toepasselijke eisen van het Bouwbesluit dat van toepassing is op de verkregen bouwvergunning. Deze normen worden hierna gezamenlijk aangeduid als: de garantienormen.
Op grond van artikel 16 lid 2 sub g van het reglement bevat het arbitrale vonnis, naast de beslissing, in elk geval de vaststelling welk gedeelte van het arbitrale vonnis betrekking heeft op die onderdelen van het geschil die vallen onder de SWK Garantie- en Waarborgregeling en welk gedeelte van het vonnis betrekking heeft op die onderdelen van het geschil die geen betrekking hebben op de SWK Garantie- en Waarborgregeling.
Beoordeling van het geschil
De arbiters overwegen als volgt.
De deskundige heeft het volgende gerapporteerd:
“Conclusie:
Er heeft waterlekkage plaatsgevonden vanaf bovenzijde dakopstanden via de binnengevelconstructie en spouw naar de ondergelegen kalkzandsteen draagwand tpv de kopgevel van de woning.
Daar er met de prefabbeton-muurafdekkers geen overstek (met waterhol) aan de dakzijde is gecreëerd, kan er eventueel water tussen de loodslabbe en de muurafdekkers via de spouw naar de ondergelegen kalkzandsteen stromen waardoor eventueel lekkage zichtbaar wordt. Dit is alleen dan mogelijk als er in de spouw geen of een matig/slecht uitgevoerde waterkering (b.v. dpc-folie of vochtschermen ) is aangebracht.
Beschadiging van materialen en afwerkingen is mogelijk het gevolg. Ook een ‘brug’ (b.v. specieresten ) in de spouw – van gevelsteen-buitenblad naar kalkzandsteen-binnenblad – kan waterschade veroorzaken.
Zowel de genoemde waterkering als de ‘brug’ in de gevelspouw is visueel niet waar te nemen / niet bereikbaar.
De later door de aannemer aangebrachte kitvulling tussen de loodslabbe en de beton-muurafdekkers zorgt waarschijnlijk, vooralsnog, voor voldoende dichting. Er wordt vermoed dat het gemeten fors hoge vochtpercentage niet veroorzaakt wordt door water indringing via defecten aan deze kitvulling.
Eindresultaat:
De door de aannemer geplaatste prefabbeton-muurafdekkers zijn ter plaatse van de betreffende dakopstand aan de kopgevel niet juist opgeleverd. Een overstek met waterhol aan beide zijde dakopstand is zeer aan te raden en is tevens wat de fabrikant/leverancier muurafdekkers voorschrijft/adviseert – ter voorkoming van mogelijke schade constructies en afwerkingen.
Nader onderzoek in de spouw ter plaatse van de waterlekkages is noodzakelijk om na te gaan of er gebreken zijn aan de waterkering (bv. dpc-folie of vochtschermen). Hierbij wordt gedacht aan het demonteren van muurafdekkers en/of een spouwonderzoek middels een endoscoop.”
De arbiters overwegen dat de inhoud van dit rapport door de partijen niet dan wel onvoldoende is betwist. Nu de bevindingen en conclusie door partijen niet, dan wel onvoldoende zijn betwist en deze de arbiters ook overigens niet onjuist voorkomen, nemen zij deze over en maken deze tot de hunne. Uit het rapport van de deskundige leiden de arbiters af dat de uitvoering van de muurafdekkers bij de betreffende dakopstand niet op de door de fabrikant/leverancier voorgeschreven wijze zijn aangebracht en dat er tevens twijfels zijn over de kwaliteit van de onderliggende waterkering. Dat er geen bestek aanwezig is, zoals door de ondernemer aangevoerd, doet daaraan niet af. Gelet op de bevindingen en conclusie van de deskundige en de specifieke omstandigheden van het voorliggende geval (waaronder de omstandigheid dat het hier een hoekwoning betreft met de gestelde weersinvloeden), achten de arbiters de klacht gegrond. Zij zullen de ondernemer veroordelen tot herstel op zodanige wijze dat wordt voldaan aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Dat kan betekenen dat de muurafdekkers op de door de fabrikant voorgeschreven wijze worden aangepast en dat daarbij tevens de onderliggende waterkering gecontroleerd wordt.
Toetsing aan de koop-/aannemingsovereenkomst en de garantieregeling
Gelet op het vorenstaande zijn de arbiters van oordeel dat ten aanzien van de dakopstand ter plaatse van de kopgevel van de woning door de ondernemer niet is voldaan aan de (van de koop-/ aannemingsovereenkomst deel uitmakende) eisen van goed en deugdelijk werk en evenmin wordt voldaan aan de uit hoofde van de garantienormen te stellen eisen. De arbiters zullen de consument in zoverre in het gelijk stellen. Aan de consument komt ter zake van de dakopstand ter plaatse van de kopgevel een beroep op de waarborg toe.
Klachtengeld
De consument wordt voor 100% in het gelijk gesteld, in zoverre dat de klacht gegrond is verklaard. Daarom zal, zoals bepaald in artikel 20 lid 1 van het reglement, het betaalde klachtengeld in zijn geheel door de commissie aan de consument worden terugbetaald.
Beslissing
De arbiters, als goede personen naar billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen geldende voorwaarden, beslissen als volgt:
I. verklaren de klacht van de consument gegrond;
II. veroordelen de ondernemer tot herstel van de dakopstand ter plaatse van de kopgevel van de woning naar de eisen van goed en deugdelijk werk, het geheel uit te voeren binnen 12 weken na dagtekening van dit vonnis;
III. stellen vast dat aan de consument ter zake van de klacht een beroep toekomt op garantie uit hoofde van de SWK Garantie- en Waarborgregeling;
IV. bepalen dat de consument het betaalde klachtengeld van de commissie retour ontvangt.