Lekke ruiten niet vermeld in keuringsrapport; is keurder aansprakelijk?

De Geschillencommissie




Commissie: Bouwkundige Keurders    Categorie: Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2020
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 3968/11847

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De consument heeft de ondernemer de opdracht gegeven om een inspectie uit te voeren en zodoende inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand van een woning. Na aankoop van de woning ontdekt de consument dat er vier ruiten lek zijn. Dit is niet opgenomen in het keuringsrapport. De consument stelt zich op het standpunt dat de ruiten tijdens de technische keuring al lek waren en is van oordeel dat de ondernemer het vervangen van die ruiten moet vergoeden. Volgens de ondernemer is in het keuringsrapport duidelijk aangegeven dat de dubbele beglazing verouderd is. De commissie oordeelt dat de consument op basis van het keuringsrapport had moeten weten dat de kans op lekkage aanwezig was. In dit licht wijst zij erop dat de staat van de beglazing de reden is geweest om deze uit te sluiten van dekking van de afgegeven woonhuisgarantie. Tevens is de commissie van oordeel dat de consument de stelling dat de betreffende ruiten reeds lek waren ten tijde van de technische keuring onvoldoende heeft onderbouwd. De klacht wordt ongegrond verklaard.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan ondernemer.

Het geschil betreft de technische keuring van de woning van de consument.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor de beoordeling relevant, komt het standpunt op het volgende neer.

In verband met de aankoop van een huis door de consument is een technische keuring verricht door de ondernemer. In het keuringsrapport is niet aangegeven dat er vier ruiten lek zijn. Na aankoop, tijdens het wassen van de ruiten, ontdekte de echtgenoot van de consument dat er vier ruiten lek waren. De consument stelt zich op het standpunt dat de ruiten tijdens de technische keuring al lek waren en is van oordeel dat de ondernemer het vervangen van die ruiten moet vergoeden.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern en voor de beoordeling van belang, komt het standpunt op het volgende neer.

Op 21 februari 2019 is de bewuste technische keuring uitgevoerd. De dubbele beglazing was toen nog niet lek. Na de notariële overdracht van de woning op 28 maart 2019 is anderhalve maand later op 11 mei 2019 door de consument geconstateerd dat vier ruiten lek zijn.

In het keuringsrapport is duidelijk aangegeven dat de dubbele beglazing verouderd is waardoor de kans op lekkage toeneemt. De consument was bij de koop dan ook op de hoogte dat er een verhoogde kans op lekkage aanwezig was dan wel kon optreden. Op basis van het keuringsrapport viel de bewuste beglazing dan ook buiten de dekking van de door de afgegeven woonhuisgarantie. De door de consument ingediende schadeclaim is op grond van die uitsluiting dan ook afgewezen. Thans meent de consument de ondernemer dan maar aansprakelijk te kunnen stellen.

Verzocht wordt de klacht ongegrond te verklaren en de schadeclaim af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat de consument de opdracht heeft gegeven om een visuele inspectie te doen om inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand van zijn woning. In het keuringsrapport op bladzijde 27 is daarbij uitdrukkelijk vermeld dat de dubbele beglazing voor zover mogelijk is geïnspecteerd op lekkage en weersinvloeden en eventuele vervuiling sterk van invloed zijn op de herkenbaarheid van lekkages. In dit verband is mede van belang dat de inspectie heeft plaatsgevonden op 21 februari 2019 en de lekkage is geconstateerd bij het wassen van de ruiten op 11 mei 2019.

De commissie is voorts van oordeel dat de consument op basis van het keuringsrapport en hetgeen hiervoor is vooropgesteld ten tijde van de koop wist of had moeten weten dat gelet op de ouderdom van de ruiten de kans op lekkage aanwezig was en de staat daarvan ook reden is geweest uit te sluiten van dekking van de afgegeven woonhuisgarantie.

De stelling van de consument dat de betreffende ruiten reeds lek waren ten tijde van de technische keuring heeft de ondernemer gemotiveerd bestreden. Gelet daarop heeft de consument zijn klacht onvoldoende onderbouwd. De door de consument ingebrachte verklaring van het schilder- en glasservice bedrijf dat de vervangen ruiten langer dan 4 maanden lek zijn, is kan daar aan niet afdoen. Immers, het is geen onafhankelijk bedrijf waarvan in deze de deskundigheid terzake voldoende is komen vast te staan, maar een bedrijf dat in opdracht van de consument de vier ruiten heeft vervangen door HR + isolatieglas. Daarnaast zijn er naar het oordeel van de commissie onvoldoende overtuigende feiten en omstandigheden door dit bedrijf naar voren gebracht voor de stelling dat de ruiten langer dan 4 maanden lek waren en de ondernemer deze bevinding dus heeft gemist. Zo is de door het schilder- en glasservice bedrijf geconstateerde schimmel niet zichtbaar op de door de ondernemer ingebrachte foto’s ten tijde van de inspectie evenals de eventuele vervuiling op de strip tussen de dubbele ruiten.

Op grond van het voorgaande is de commissie dan van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Hetgeen partijen voorts nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de klacht ongegrond en wijst het verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Bouwkundige Keurders, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, de heer H. Vuijk, mevrouw mr. J. Kuiken, leden, op 20 december 2019.