Commissie: Optiek
Categorie: Aansprakelijkheid ondernemer
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
OPT06-0026-3
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 8 juli 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van nieuwe bril (montuur en glazen voor in de verte) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 447,–. De overeenkomst is uitgevoerd op 8 juli 2006. De consument heeft op 8 juli 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 8 juli 2006 werd mij een nieuwe bril aangemeten door de ondernemer. Hierbij heb ik aangegeven dat ik niet aan Vari-lux glazen wil beginnen. Ook heb ik gemeld dat ik het liefst eenzelfde grootte van montuur wil. Bij het uitzoeken van een montuur kwam er een mooie uit de bus, breder dan ik gewend ben. De breedte zou geen probleem vormen. Direct bij het aanpassen van de bril, had ik al problemen. Rondom het midden werd al gauw het gezichtsveld waziger. Ik moest maar een weekje proberen werd mij gezegd. Het probleem bleef. Na nog een week geprobeerd te hebben heb ik een second opinion gevraagd bij een andere opticien. Deze kwam tot de conclusie dat de as links/rechts was omgekeerd, dat de PD (66) te hoog was en dat de sterkte ook niet goed was opgemeten. Op 20 juli 2006 ben ik ook nog naar de oogarts gegaan om een en ander officieel te controleren. Op 27 juli 2006 heeft de ondernemer de glazen gecorrigeerd. Het probleem bleef. Ik ben 16 augustus 2006 weer teruggegaan. Er was volgens de eigenaar van de onderneming een te breed montuur gebruikt voor deze sterke glazen. Ik mocht een ander montuur uitzoeken. Wij spraken af dat hij de meting van de oogarts zou overnemen. De problemen rond het midden bleven, bovendien kan ik nu op een afstand van 8 meter niet lezen en word er misselijk en draaierig van na een aantal uren. Ik heb toen met de ondernemer gebeld. Hij geloofde niet dat de klachten er nog waren. Samenvattend, er is mij een product geleverd, dat niet voldoet. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De consument heeft zijn standpunt nog eens toegelicht en uitdrukkelijk gehandhaafd. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst, teruggave van het aankoopbedrag van € 447,–, een urenvergoeding van € 800,– en de wettelijke rente per 10 oktober 2006. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Wij hebben na onze excuses te hebben aangeboden, alles in het werk gesteld om een hoogwaardig optisch product te leveren. Het montuur dat de consument in eerste instantie had gekozen, hebben wij zonder enige aarzeling en bijkomende kosten omgeruild voor een montuur dat vele malen duurder was. Tot slot hebben wij de ogen van de consument uitvoerig gemeten, nieuwe brillenglazen besteld en deze wederom zonder enige bijkomende kosten geslepen en in het nieuwe montuur gemonteerd. Wij zijn ervan overtuigd dat wij een en ander zeer correct voor de consument hebben opgelost. Deskundigenrapport De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld. Het grote verschil tussen de afstand van de centra van de brillenglazen in de nieuwe bril en de afstand van de pupillen (65 respectievelijk 61mm) en het verschil tussen de afstand van de centra in de oude en de nieuwe bril (65 respectievelijk 60) is een steekhoudende verklaring voor de visuele klachten. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie neemt na zorgvuldige bestudering van het rapport het oordeel van de deskundige over. Er is voor de commissie namelijk geen reden aan de juistheid daarvan te twijfelen, te meer daar ook geen van partijen de inhoud van het rapport heeft bestreden. Op basis van dit rapport komt de commissie tot het oordeel, dat de ondernemer gefaald heeft. De ondernemer heeft de consument geen juiste bril aangemeten. Dit levert een zodanige tekortkoming op dat ontbinding gerechtvaardigd is te meer daar de relatie tussen partijen als gevolg van een ander sterk verslechterd is. Zo heeft de consument onweersproken gesteld dat de ondernemer in het laatste telefonische gesprek tussen partijen de hoorn op de haak heeft gelegd. De gevorderde urenvergoeding wordt afgewezen. Immers, alleen in bijzondere gevallen is er in een procedure als de onderhavige blijkens artikel 22 van het reglement van de commissie ruimte voor toekenning van ter zake van de behandeling van het geschil gemaakte kosten anders dan klachtengeld. Van een dergelijk geval is de commissie niet gebleken. De wettelijke rente wordt toegekend nu het is gevorderd en niet weersproken. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Beslissing De overeenkomst van 8 juli 2006 wordt ontbonden verklaard. Dit betekent dat de ondernemer aan de consument dient te betalen een bedrag van € 447,– te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2006 onder gelijktijdige teruggave door de consument van de bril aan de ondernemer. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 35,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 80,–. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek op 4 juni 2007.