Marktconforme prijs is rechtsgeldig

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Overeenkomst / Schadevergoeding product/dienst    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 131489/135858

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de prijsstelling van de accommodatie die de consument bij de ondernemer heeft gehuurd.  Twee dagen nadat de consument de accommodatie had geboekt is de prijs voor het huisje gehalveerd. De ondernemer heeft een schikkingsvoorstel gedaan. Het betreft een aanbod van een digitale voucher ter waarde van € 1.000,– geldig op een nieuw verblijf naar keuze bij de ondernemer. De consument is hier niet mee akkoord gegaan. De commissie is van oordeel dat met de boeking tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de consument akkoord is gegaan met de toen geldende prijs voor de accommodatie. Gesteld noch gebleken is dat de consument bij de totstandkoming van die overeenkomst heeft gedwaald. De commissie gaat er dan ook vanuit dat er – na aanbod en aanvaarding – sprake is van wilsovereenstemming tussen partijen. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de prijsstelling van de accommodatie die de consument bij de ondernemer heeft gehuurd.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft op 22 juli 2021 een zespersoonshuisje geboekt bij de ondernemer voor één week voor de prijs van € 2.496,71. Op 24 juli 2021 keek de consument nog een keer op de website van de ondernemer en toen kon hij precies hetzelfde huisje in dezelfde periode boeken voor een bedrag van € 1.242,81. Hier kon (wilde) de ondernemer niets aan doen.

Later bleek het huisje overigens niet 83,5 m2 groot maar 73 m2. Dit is nooit, maar zeker niet voor dit geld acceptabel. Verder was het huisje en de tuin niet wat men mag verwachten, maar dit heeft de parkmanager gecompenseerd.

In reactie op het door de ondernemer ingestuurde schikkingsvoorstel heeft de consument nog laten weten dat hij niet bereid is om te schikken met de ondernemer en dat hij de voorkeur geeft aan een uitspraak van de commissie.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunt schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken. Wel heeft de ondernemer het schikkingsvoorstel, door hem getekend op 29 november 2021, nog aan de commissie doen toekomen. Het schikkingsvoorstel betreft een aanbod van een digitale voucher ter waarde van € 1.000,– geldig op een nieuw verblijf naar keuze bij de ondernemer.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Met de boeking op 22 juli 2021 is tussen partijen een overeenkomst totstandgekomen, waarbij de consument akkoord is gegaan met de toen geldende prijs voor de accommodatie. Gesteld noch gebleken is dat de consument bij de totstandkoming van die overeenkomst heeft gedwaald. De commissie gaat er dan ook vanuit dat er – na aanbod en aanvaarding – sprake is van wilsovereenstemming tussen partijen. Voor wat betreft de overeengekomen prijs is het moment van de totstandkoming van de overeenkomst bepalend. Dat er nadien een lagere prijs voor dezelfde accommodatie wordt gevraagd, doet daar dan ook niet aan af. Het is aan de ondernemer om aan de hand van de markt zijn prijsbeleid te bepalen. In dit geval heeft dat negatief uitgepakt voor de consument, maar dat kan de ondernemer niet voor de voeten worden geworpen.

Op grond van het voorgaande zal de commissie de klacht ongegrond verklaren. Wel geeft de commissie de ondernemer in overweging om zijn aanbod gestand te doen, te weten een digitale voucher ter waarde van € 1.000,–, geldig voor een nieuw verblijf naar keuze bij de ondernemer.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond, zodat het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw mr. J.M. Huysman- Hartkamp, leden, op 18 februari 2022.