Minibus in plaats van touringcar.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI00-0838

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit een op 3 augustus 1999 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee volwassen personen naar Zuid-Afrika en Zimbabwe met verblijf in hotels op basis van logies met ontbijt voor de periode van 18 oktober 1999 t/m 3 november 1999 voor de som van ƒ 7.990,– in totaal.
  Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak:   De door mij geboekte busrondreis door Zuid-Afrika en Zimbabwe is op een teleurstelling uitgelopen. Volgens de reisbrochure zouden alle excursies worden uitgevoerd per luxe touringcar met airconditioning, video, toilet en koelbox. Bij aankomst in Johannesburg bleek echter geen luxetouringcar aanwezig te zijn, maar bleek er een klein busje -Mercedes Sprinter- met 14 zitplaatsen te zijn. Het busje was erg krap; er was weinig tot geen beenruimte (circa 67 cm) en geen aparte bagageruimte. Ook was er geen toilet aanwezig en hadden de voorste en de laatste stoelen geen veiligheidsgordels. Ik heb navraag gedaan bij de Nederlandse importeur van de Mercedes sprinter en deze berichtte mij dat het type 412D maximaal 8 personen kan vervoeren en geen 14 personen exclusief chauffeur en gids. Omdat er zo weinig bewegingsruimte in het busje was, werd de mogelijkheid tot fotografie sterk beperkt. Eveneens was het uitzicht uit dit busje niet te vergelijken met dat van een luxe touringcar. Had ik van tevoren geweten dat de reis met een dergelijk busje zou worden uitgevoerd, dan had ik deze reis niet geboekt, want al met al werden circa 100 uren in het busje doorgebracht en werden 6.000 km afgelegd. In de verstrekte informatie is niet aangegeven dat indien de reis wordt uitgevoerd met minder dan het vereiste aantal deelnemers, er een kleiner type bus kan worden ingezet, waardoor eveneens niet de mogelijkheid bestond om alsnog van de reis af te zien.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Doordat het busje zo overvol was, kon de airco het niet aan en ontstond een benauwde sfeer in het busje. Het was de bedoeling dat ik veel foto’s zou maken. Ik had 22 fotorolletjes bij me. Ik toon de foto’s die ik vanuit het busje heb moeten maken; die zijn duidelijk minder mooi dan in het geval ze uit een touringcar zouden zijn gemaakt, want niet alleen is dan de vering veel beter, ook ben je dan hoger boven de grond. Voorts was er sprake van een onveilig gevoel tijdens de ritten, want de chauffeur reed met ongehoord hoge snelheid, terwijl om het programma uit te voeren er helemaal niet hard behoefde te worden gereden. Naar onze mening is er een verwachting gewekt door de beschrijving in de reisbrochure en dan is niet ter discussie of het busje al dan niet geschikt was en of andere reisorganisaties de betreffende tochten ook op deze wijze uitvoeren. Daar komt bij dat ter plaatse wel degelijk groet touringcars reden.   Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak:   Het is juist dat de rondreis niet is uitgevoerd met een luxe touringcar, maar met een minibus. Doordat er 14 deelnemers waren heeft het agentschap ter plekke in verband met de omvang van de groep gekozen voor een minibus. Er is later wel geprobeerd een grotere bus te reserveren, maar vanwege een communicatiestoornis en de grote drukte is dat op dat moment niet gelukt. Er waren later wel grotere bussen beschikbaar, maar uit veiligheidsoogpunt is er toen voor gekozen om een kleiner busje in te zetten, welk busje was voorzien van een koelbox, individueel verstelbare leeslampjes, airco, pasysteem en een bull bar, maar niet van een toilet. Daarbij komt dat de bedoelde reis in beginsel pas doorgang kan vinden als er niet 14, maar 15 deelnemers zijn. In een dergelijk geval kan het wel eens voorkomen dat een kleiner type bus wordt ingezet. In onze nieuwe brochure hebben we vermeld dat indien er minder dan 15 deelnemers zijn, de reis wordt uitgevoerd met een kleinere luxe touringcar, maar dat stond niet in de brochure op grond waarvan klager boekte. Er is geprobeerd tot een schikking te komen, maar de door klager gewenste ƒ 2.500,– staat ons inziens niet in verhouding tot het ondervonden ongemak.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd:   Naar mijn mening is de reis niet wezenlijk aangetast. Het hele programma is uitgevoerd conform de reisbrochure. Verder valt er op te wijzen dat andere reisorganisaties dergelijke tochten ook per minibusje doen uitvoeren en dat het normale minibusjes betrof zoals die ook normaal worden ingezet in Zuid-Afrika.   De reisorganisator heeft een vergoeding aangeboden van ƒ 500,– per persoon.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen:   Op grond van hetgeen uit de overgelegde schriftelijke bescheiden is gebleken alsmede op grond van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, komt de commissie tot de conclusie dat de reisorganisatie het programma zoals vermeld in de brochure heeft uitgevoerd en dat klager alle in die brochure genoemde bestemmingen heeft bezocht c.q. excursies heeft meegemaakt. Dit is ook niet in discussie tussen partijen. Het punt waarover partijen van mening verschillen is de wijze waarop de reis is uitgevoerd.   Het moge duidelijk zijn dat de reisorganisator door een minibus in te zetten in plaats van een touring­car bij het uitvoeren van het overeengekomene tekort is geschoten en klager daardoor ongerief heeft on­der­vonden, zodat de reisorganisator hem een vergoeding verschuldigd is. Echter alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, acht de commissie het be­drag dat aan klager is aangeboden redelijk. De reisorganisator dient dit aanbod gestand te doen, voor zover niet reeds betaald. Voor een hogere vergoeding is naar oordeel van de commissie geen plaats.   Omdat dit aanbod reeds voor het aanhangig maken van het geschil bij de commissie is gedaan, is de klacht ingevolge het vierde lid van artikel 16 van het reglement van de commissie ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De reisorganisator dient aan klager het aangeboden bedrag van ƒ 500,– per persoon te voldoen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na verzenddatum van dit bindend advies.   Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 9 augustus 2000.