Commissie: Waterrecreatie
Categorie: HISWA-voorwaarden voor Expertise
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
WAT09-0035
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de aankoopkeuring welke is uitgevoerd op 11 september 2007. Klager heeft de klacht op 28 augustus 2009 schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. In 2007 is via een makelaar een [type] gekocht van een particulier. Bij het uitvoeren van de aankoopkeuring door de ondernemer zijn een aantal gebreken geconstateerd. Omdat deze gebreken in opdracht van de verkoper zijn uitgevoerd, heeft de ondernemer in ons belang toezicht gehouden op de reparaties. In juli 2009 is [in het buitenland] aanzienlijke schade geconstateerd aan de kielbevestiging en spantencontructies. Door een schade-expert is vastgesteld dat de reparaties aantoonbaar en ondeugdelijk zijn uitgevoerd. De consument heeft daarop de ondernemer aansprakelijk gesteld. Zowel de reparateur als de verkoper van de boot beroepen zich op de ondernemer, die heeft getekend voor de verrichte reparaties. Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De boot is gekocht voor een wereldreis. Bij de nabespreking van de aankoopkeuring is met de ondernemer afgesproken dat deze zou toezien op de reparaties. Dat was met name voor de constructieve plekken van belang. De rekening betreft een ‘achteraf-’rekening, vooraf is daarover niet over een prijs afgesproken. Het ging de consument er om dat de reparaties goed uitgevoerd zouden worden. Het herstel heeft € 8.200,– gekost. De consument verlangt vergoeding van de schade. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De ondernemer heeft in opdracht van de consument een conditiekeuring uitgevoerd. Later is daar een taxatie aan toegevoegd. In de rapportage staat een aantal wezenlijke gebreken vermeld. De consument heeft de ondernemer verzocht deze gebreken aan te wijzen aan het personeel van de reparateur en aan te geven wat er moet worden gerepareerd. Er is niet aangegeven op welke wijze dat zou moeten gebeuren. Dat was ook niet nodig omdat de reparateur een professioneel bedrijf is. Op verzoek van de consument is tussendoor nog nagegaan hoe ver de reparateur was met de reparaties en tot slot is nadat de werkzaamheden waren afgerond gekeken of het werk netjes was uitgevoerd. Tot meer was de ondernemer niet gehouden. De ondernemer heeft hiervoor € 150,– in rekening gebracht. Voor dat bedrag kan geen intensieve begeleiding verlangd worden. Of de reparaties niet goed zijn uitgevoerd, is ook niet meer te constateren, nu de consument dat alles heeft laten herstellen. Volgens de reparateur leiden de overgelegde foto’s ook niet tot een eenduidige conclusie. Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. Er is niet meer afgesproken dan ‘kan je er naar kijken’. Het betrof geen intensieve bouw-, verbouw- of nieuwbouwbegeleiding. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Zoals ter zitting uitdrukkelijk is gebleken, hadden partijen een andere verwachting omtrent het toezicht dat de ondernemer zou houden op de reparaties, die nodig waren blijkens de aankoopkeuring die door de ondernemer is verricht. De consument verwachtte een intensieve herstelbegeleiding; de ondernemer is ervan uitgegaan dat hij slechts de reparaties aan zou wijzen en tussendoor langs zou gaan om de voortgang in de gaten te houden. Oorzaak van deze onderlinge misvatting is naar het oordeel van de commissie het niet schriftelijk vastleggen van de afspraak. Naar het oordeel van de commissie had het op de weg van de ondernemer, als meest deskundige partij, gelegen om de afspraak hierover tussen partijen expliciet en schriftelijk vast te leggen. Door dat na te laten heeft de ondernemer onvoldoende zorgvuldig gehandeld. De commissie ziet daarin aanleiding om de in rekening gebrachte kosten voor het toezicht op de reparaties voor rekening van de ondernemer te laten. Echter, ook al was er voorafgaand aan het toezicht houden op de reparaties geen prijsafspraak gemaakt, de consument had na het ontvangen van de rekening daarvoor, wel kunnen en behoren te weten dat het toezicht niet zo intensief was geweest als de consument verwacht had. De rekening d.d. 26 oktober 2007 bedraagt € 150,– voor het “verrichten van een aankoopexpertisebegeleiding en taxatie”. Voor de consument had de hoogte van de factuur, waarin ook nog een post voor taxatie is opgenomen, aanleiding moeten zijn om nadere opheldering te vragen bij de ondernemer, hetgeen de consument heeft nagelaten. Onder deze omstandigheid acht de commissie de geleden schade in de vorm van de herstelkosten van € 8.200,– niet aan de ondernemer toerekenbaar. Daarnaast is voor de commissie thans ook niet meer vast te stellen of de reparaties inderdaad te wijten zijn aan een slechte uitvoering van de reparaties, nu herstel reeds heeft plaatsgevonden. Op grond van het voorgaande acht de commissie de klacht ten dele gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan klager een vergoeding van € 150,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 25 oktober 2010.