Na reparatie begeeft de motor het; gebroken spanstift. Ondernemer niet aansprakelijk.

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT98.018

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil 

Het geschil vloeit voort uit de verrichte werkzaamheden aan de keerkoppeling van de zeilboot van de consument uit hoofde van de mondelinge overeenkomst d.d. 10 augustus 1998 voor een bedrag van ƒ 1.032,50.
 
De consument heeft zijn klacht op 24 augustus 1998 schriftelijk aan de ondernemer voorgelegd.
 
Standpunt van de consument
 
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:
 
De consument heeft gevraagd om de keerkoppeling te repareren, waarvoor de ondernemer achteraf een bedrag van ƒ 1.032,– heeft berekend. Na afloop bleek het probleem echter niet verholpen te zijn. Een kennis van de consument, een bevriende scheepswerktuigkundige, heeft later een reparatie uitgevoerd van ongeveer twee uur, waarna het probleem wel verholpen was. Volgens deze kennis was de oorzaak van het defect een gebroken spanstift en is dit bij de eerste reparatie niet gevonden.
 
De stelling van de ondernemer dat de spanstift ten tijde van de reparatie nog heel was en dat dat blijkt uit het feit dat de consument vlak na de reparatie kon wegvaren, wordt door de consument betwist. Volgens de consument was de spanstift toen reeds gebroken. De motor heeft volgens de consument maar korte tijd goed gefunctioneerd, ongeveer 3 tot 5 minuten.
 
De motor is weliswaar 18-19 jaar oud, maar is niet veel gebruikt. Het is een kwalitatief goede motor.
 
De consument verlangt schadevergoeding van ƒ 1.332,–, bestaande uit restitutie van de factuur van ƒ 1.032,– en de kosten van repatriëring van de zeilboot naar de thuishaven ten bedrage van ƒ 300,–.
 
Standpunt van de ondernemer
 
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:
 
Op 10 augustus 1998 heeft de ondernemer de motor uitgebouwd en de keerkoppeling gedemonteerd. De motor en toebehoren bleken in zeer slechte staat van onderhoud. Gezien de ouderdom van de motor waren nieuwe onderdelen niet meer verkrijgbaar. Ook wilde de consument er niet teveel geld aan uitgeven. De ondernemer heeft daarop de koppeling afgemonteerd, de achteruit klemband afgesteld en het vooruit platenpakket, voor zover mogelijk, afgesteld. De ondernemer heeft aan de consument uitgelegd dat dit, gelet op de toestand van de motor, een reparatie zonder garantie was en dat hij voorzichtig moest zijn. Niettemin is de consument heel hard afwisselend voor- en achteruit gaan varen, waardoor niet was te voorkomen dat er wederom iets mis is gegaan. Overleg was toen niet meer mogelijk; de consument wilde alleen nog restitutie van de factuur.
 
De spanstift was in orde nadat de motor door de ondernemer was gerepareerd. Dit is bij de inspectie geconstateerd en blijkt ook uit het feit dat het schip op de motor is weggevaren; met een gebroken spanstift had de koppeling niet gefunctioneerd.
 
De ondernemer is derhalve niet bereid enig bedrag aan de consument te betalen.
 
Beoordeling van het geschil
 
De Commissie heeft het volgende overwogen:
 
De Commissie acht het niet aannemelijk dat de spanstift reeds gebroken was op het moment dat het schip de werf van de ondernemer verliet. De functie van de spanstift is namelijk het bij elkaar houden van de koppelingsplaten. Dit betekent dat een koppeling met een gebroken spanstift in het geheel niet kan functioneren, zelfs niet gedurende enkele minuten. Ook indien alleen stationair is gedraaid moet de spanstift heel geweest zijn; ook stationair draaien is immers niet mogelijk met een gebroken spanstift. Het is daarom aannemelijk dat de spanstift pas gebroken is nadat de reparatie door de ondernemer was verricht.
 
Nu het gaat om een oudere motor van 18-19 jaar oud ligt het voor de hand dat de spanstift het heeft begeven door ouderdom c.q. slijtage. Dat de motor niet veel is gebruikt doet daaraan niet af; een motor die weinig wordt gebruikt, gaat in het algemeen juist harder achteruit dan een motor die vaak en langdurig draait. Het is derhalve de vraag in hoeverre een en ander aan de ondernemer is toe te rekenen. Het is niet aannemelijk dat het breken van de spanstift kon worden voorzien, zodat die door de ondernemer tijdens de reparatie vervangen had moeten worden. Een spanstift is namelijk óf heel, óf gebroken. Hij kan derhalve niet tevoren al ‘een klein beetje’ gebroken zijn geweest, zoals de consument impliceert. Al met al is de Commissie daarom van oordeel dat de consument onvoldoende heeft bewezen dat het feit dat de koppeling het voor de tweede maal begaf, aan de ondernemer is toe te rekenen.
 
Voorts acht de Commissie het bedrag dat de ondernemer in rekening heeft gebracht, redelijk in verhouding tot de werkzaamheden die zijn verricht. De verrichte werkzaamheden bestaan uit: het uit het schip halen van de motor en de keerkoppeling, het demonteren van de keerkoppeling, het afstellen van de achteruit klemband, het zoveel mogelijk afstellen van het vooruit platenpakket en het wederom inbouwen van de motor met de keerkoppeling. Het bedrag van ƒ 1.032,– is voor deze werkzaamheden redelijk te achten.
 
Dit geldt des te meer nu de consument ter zitting heeft erkend dat de ondernemer tevens enkele andere werkzaamheden heeft verricht, waaronder in ieder geval reparaties aan de gashendel en de uitlaat.
 
Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is en dat als volgt dient te worden beslist.
 
Beslissing
 
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 16 september 1999.