Na reparatie begeeft de motor het; geen verband tussen schade en reparatie en geen gelegenheid tot herstel. Ondernemer niet aansprakelijk

  • Home >>
  • Waterrecreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: HISWA Algemene Aannemings-, verkoop- en leveringsvoorwaarden    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: WAT97-0023

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

De consument heeft blijkens de factuur d.d. 6 augustus 1996 voor de prijs van f 19.000,– een [sloep] met [type] benzinemotor gekocht bij de ondernemer. De motor daarvan is meermalen stuk gegaan.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:   De motor begaf het na respectievelijk 5 minuten, 10 minuten en na enkele uren varen. De derde –door de ondernemer verrichte- reparatie kostte f 1.468,21. Na winterstalling bij de ondernemer liep de motor bij de tweede keer varen weer vast. De ondernemer had de olie niet bijgevuld c.q. ververst.   De consument verlangt dat minimaal het openstaande bedrag ad f 2.857,13 wordt gecrediteerd. Tevens moet de reparatie van de motor door [een derde] door de ondernemer vergoed worden.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak.   De ondernemer stelt de boot niet verkocht te hebben doch slechts als bemiddelaar terzake te hebben opgetreden. De olie is niet ververst omdat de consument slechts opdracht heeft verstrekt tot aftappen/ winterklaar maken en niet tot het verrichten van een servicebeurt. Daarom is slechts het koelwater afgetapt. De consument had voor vertrek het smeeroliepeil moeten controleren. De consument had toegezegd de nota te zullen voldoen.   De ondernemer heeft de consument aangeboden de motor onder garantie na te zien, maar hij is daartoe door de consument niet in de gelegenheid gesteld; de consument heeft een derde de problemen laten oplossen. De ondernemer heeft een service-wagen met behulp waarvan de consument geholpen had kunnen worden, aldus de ondernemer ter zitting. Overigens merkt de ondernemer op dat er geen logica valt te ontdekken in hetgeen de consument wel, en hetgeen de consument niet wenst te betalen van de posten van de factuur d.d. 29 november 1996. Het lijkt nogal willekeurig.   Beoordeling van het geschil   De commissie acht de klachten van de consument ongegrond. De commissie onderschrijft het standpunt van de ondernemer dat slechts overeengekomen is om het koelwater af te tappen en niet de olie. De motor dient immers ook in de winter olie te bevatten. Voor het wegvaren in het nieuwe seizoen had de consument dan ook zelf het oliepeil moeten controleren.   Daarnaast had het overigens ook op de weg van de consument gelegen om de ondernemer in de gelegenheid te stellen de klachten te verhelpen, zulks overeenkomstig het uitgangspunt in artikel 5 van de genoemde [branche]-voorwaarden. Door zulks na te laten is niet meer vast te stellen dat er een verband bestond tussen de schade en de reparaties. Maar dat de schade de ondernemer valt toe te rekenen acht de commissie reeds op grond van hetgeen in de voorgaande alinea is gesteld, onaannemelijk.   Overigens merkt de commissie op dat zij zich in dit geschil niet uitlaat over de koopovereenkomst, doch slechts over de reparaties. De commissie is immers niet bevoegd om te oordelen over de kwaliteit van aangeschafte gebruikte boten, tenzij daarvoor een officieel garantiebewijs is afgegeven c.q. indien terzake de [branche] Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van Tweedehands Pleziervaartuigen toepasselijk zijn verklaard, quod non. {Branche]-leden zijn gerechtigd tot het gebruik van de [branche] Algemene Voorwaarden voor de Verkoop van Tweedehands Pleziervaartuigen, doch niet verplicht, zo is de commissie ambtshalve bekend. Buiten het geschil om merkt de commissie op dat niet aannemelijk is geworden dat de ondernemer slechts als bemiddelaar heeft opgetreden. Dit doet echter aan het voorgaande niet af.   Beslissing   Het door de consument verlangde wordt afgewezen.   Het depotbedrag ad f 2.857,13 wordt aan de ondernemer overgemaakt.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 18 augustus 1998.