
Commissie: Verhuizen
Categorie: Verhuizing
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
VER06-0049
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 29 augustus 2006 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van een verhuizing van een inboedel tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.806,–. Het uitvoeren van de verhuizing van de goederen vond plaats op 26 september 2006. De consument heeft op 6 november 2006 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De verhuizing duurde zeventien uren in plaats van de geplande acht uren. De verhuislift bleek niet te werken. Daarop werd een verhuislift gehuurd. Daarbij ontbraken de ophangbeugels. Er gingen manuren verloren omdat een verhuizer de lift moest vasthouden. Deze lift ging na een half uur ook stuk. Het was toen ongeveer 16.00 uur. Er werd geen extra personeel ingezet om de kapotte lift te vervangen. Pas om 19.00 uur hebben de verhuizers collega-verhuizers opgeroepen, die kwamen om ongeveer 22.00 uur. Wij hebben voorgesteld om de verhuizing in twee dagen te laten plaatsvinden. De directeur van de ondernemer heeft zijn gezag onvoldoende laten gelden om de verhuizing op de eerste dag te beëindigen en de volgende dag voort te zetten. Er werd aan onze fysieke, mentale en emotionele toestand voorbijgegaan toen om 24.00 uur werd voorgesteld om nog een keer op en neer te rijden om de fietsen en de brommer op te halen. De kwaliteit van het inpakken is na het stukgaan van de tweede verhuislift aanzienlijk minder geworden. Op de dozen stond niet meer vermeld wat erin zat. Er is onvoldoende kwaliteit geleverd. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de consument aan de ondernemer d.d. 6 november 2006. De inhoud hiervan wordt als hier herhaald en ingevoegd beschouwd. De consument verlangt een vergoeding van € 451,50 (25% van de verhuisprijs) vermeerderd met het klachtengeld. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Onze voorman heeft wel degelijk met de consument overleg gepleegd. Er is rond 18.00 uur besloten extra verhuizers te laten komen. We begrijpen niet waarom de consument geen contact met ons kantoor heeft opgenomen indien zij het niet eens is geweest met de beslissing van de voorman om door te gaan met de verhuizing in de avonduren. Alle extra uren en dergelijke hebben wij voor onze rekening genomen. De door de consument genoemde vertragingsschade is niet onderbouwd. De kwaliteit van het inpakken is voldoende geweest. Het is verbazingwekkend dat de klacht over de vertragingsschade pas in november is gemeld. De commissie verwijst verder kortheidshalve naar de brief van de ondernemer aan de commissie d.d. 12 februari 2007. De inhoud hiervan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De vraag of de consument wel of niet bij het overleg over de wijze van voortgang van de verhuizing is betrokken kan de commissie niet beantwoorden gezien de tegengestelde verklaringen van partijen. Met de verhuizer constateert de commissie dat de klacht over de kwaliteit van de verhuizing door de consument nogal laat schriftelijk is geformuleerd door de consument bij haar brief van 6 november 2006. Wat hier van zij, de kwaliteit van de verhuizing als zodanig is beneden de maat geweest als gevolg van de grote vertraging die is ontstaan door het niet adequaat handelen door de ondernemer na de uitval van een tweede verhuislift. De ondernemer had direct meer personeel moeten inzetten of moeten besluiten de verhuizing aan het einde van de middag te beëindigen en de volgend dag voort te zetten. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. De commissie stelt de aan de consument te betalen vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op onderstaand bedrag. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 250,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de ondernemer bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 60,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 200,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Verhuizen op 8 maart 2007.