Commissie: Garantiewoningen
Categorie: overeenkomst/ communicatie
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Arbitraal Vonnis
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
219369/235273
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De klager beklaagt zicht over de gebreken in de nieuw opgeleverde woning. De gebreken betreffen de voordeur en de buitenkozijnen. Klager wil dat de aannemer zich houdt aan de aannemingsovereenkomst en alsnog levert wat afgesproken is. De ondernemer is van mening dat er geen rechten ontleend kunnen worden aan de artist impression en in de aannemingsovereenkomst is niets bepaald over de vorm danwel kleurstelling. De conclusie van de commissie is dat de ondernemer zijn verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst is nagekomen en er geen grond is voor herstel van de werkzaamheden. De klachten zijn ongegrond bevonden.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de voordeur en de buitenkozijnen aan de achterzijde van de door de ondernemer gerealiseerde woning.
Behandeling van het geschil
Op 1 maart 2024 heeft te Den Haag de mondelinge behandeling ten overstaan van de arbiters plaatsgevonden, bijgestaan door mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk fungerend als secretaris.
Verschenen zijn de consument en zijn advocaat, de heer mr. [naam], alsmede namens de ondernemer, de heer [naam], projectleider, en de heer mr. [naam], bedrijfsjurist.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.
De ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst van partijen door een andere voordeur en andere (materiaal en kleur) buitenkozijnen te leveren dan partijen zijn overeengekomen. De consument voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
De voordeur
De door de ondernemer geleverde voordeur is niet conform de bij de aannemingsovereenkomst behorende verkooptekening van de voorgevel van de woning (hierna: de verkooptekening). Dat er bij wijze van renvooi bij de verkooptekening staat vermeld dat de vormgeving van de voordeur indicatief is maakt dit niet anders. Indicatief in de zin van de contractstukken betekent dat de verkooptekening een idee zou moeten geven van hoe de voordeur er ongeveer uit zou komen te zien. De geleverde voordeur wijkt echter te veel af van de voordeur op de verkooptekening om nog te kunnen spreken van een indicatie. Ook is er geen sprake van een geringe architectonische wijziging, zoals is bepaald in de bij de aannemingsovereenkomst behorende technische omschrijving (hierna: de technische omschrijving). Er is immers een totaal andere voordeur geleverd dan waar de consument op bedacht had kunnen zijn. Daarnaast doet de geleverde voordeur afbreuk aan de waarde van de woning, waardoor de ondernemer deze wijziging op grond van technische omschrijving niet had mogen doorvoeren.
De buitenkozijnen
De kleur en het materiaal van de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning zijn niet conform de aannemingsovereenkomst en de daarvan deel uitmakende stukken. De ondernemer heeft houten buitenkozijnen geplaatst in de kleur wit, terwijl uit de bij de aannemingsovereenkomst behorende kleur- en materiaalstaat (hierna: de kleur- en materiaalstaat) volgt dat de buitenkozijnen van aluminium zouden moeten zijn en in de kleur champagne/bronze zouden worden geleverd. Wanneer er sprake is van onduidelijkheid of tegenstrijdigheid tussen de bij de aannemingsovereenkomst behorende stukken, dan dient deze onduidelijkheid of tegenstrijdigheid op grond van artikel 6:238 lid 2 BW en artikel 5:103 van de Principles of European Contract Law te worden uitgelegd in het voordeel van de consument. Bovendien heeft de ondernemer aan de eigenaren van bouwnummer 29, de buren van de consument, verklaard dat de buitenkozijnen van de voor- en achtergevel worden gemaakt van aluminium en in de kleur AluGold01. Niet valt in te zien waarom er bij de buren van de consument wel aluminium buitenkozijnen in de juiste kleur worden geplaatst en bij de consument niet.
De vordering
De consument vordert om de ondernemer bij arbitraal vonnis te veroordelen tot het aanpassen van de voordeur en de buitenkozijnen naar eisen van goed en deugdelijk werk en met inachtneming van hetgeen in de aannemingsovereenkomst is bepaald. Ten aanzien van de voordeur betekent dit dat deze moet worden vervangen door een deur die er net zo uitziet als op de verkooptekening, althans een deur die hier niet te veel van afwijkt. Ten aanzien van de buitenkozijnen betekent dit dat de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning dienen te worden vervangen voor aluminium buitenkozijnen in de kleur champagne/bronze.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat erop neer dat de ondernemer niet tekortgeschoten is in een juiste/volledige nakoming van de aannemingsovereenkomst. De ondernemer voert hiertoe, voor zover relevant, het volgende aan.
De voordeur
Het is juist dat de ondernemer een andere voordeur heeft geplaatst dan op de verkooptekening indicatief stond afgebeeld, maar hij was hiertoe op grond van de technische omschrijving gerechtigd. De uiteindelijke uitvoering van de voordeur is op aanwijzing van de architect doorgevoerd. De ondernemer heeft de consument hierover middels de nieuwsbrief geïnformeerd. Ingevolge de technische omschrijving mag de ondernemer deze geringe architectonische wijziging maken. Bovendien staat er in het renvooi van de verkooptekening expliciet vermeld dat de vormgeving van de voordeuren indicatief is. Er is dan ook geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
De buitenkozijnen
In de technische omschrijving staat duidelijk dat de buitenkozijnen worden uitgevoerd in hardhout. Er is enkel voor de voorgevels van de woningen van bouwnummers 1 tot en met 7 en 29 tot en met 37 een uitzondering gemaakt op deze hoofdregel. Over de kleurstelling van de hardhouten kozijnen is in de technische omschrijving en de kleur- en materiaalstaat niets bepaald, zodat de architect en de ondernemer hierin nog een vrije keuze hadden. De ondernemer heeft de consument op 30 november 2022 nog een nadere verduidelijking gestuurd dat de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning zouden worden geleverd in de kleur Oyster white RAL 1013 en van het materiaal hardhout. Nu de consument tot aan de oplevering hier niet op heeft gereageerd mocht de ondernemer ervan uitgaan dat het materiaal en de kleurstelling van de buitenkozijnen aan de achterzijde duidelijk waren. Bovendien staat er in de technische omschrijving vermeld: “er kunnen geen rechten worden ontleend aan de artist impression en het kleurgebruik in de documentatie.”
Voorts voert de ondernemer aan dat de consument gelet op de omstandigheden van het geval naar eisen van redelijkheid en billijkheid geen vervangings- of herstelaanspraken jegens de ondernemer geldend kan maken.
Volgens de ondernemer dienen de herstelvorderingen van de consument dan ook afgewezen te worden.
Deskundigenrapport
Op 8 december 2023 heeft de commissie een onderzoek laten uitvoeren door de heer [naam]. Hij heeft daarover op 13 december 2023 schriftelijk gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het rapport van de deskundige. De advocaat van de consument, mr. Hollander, heeft namens de consument hierop gereageerd per brief van 15 januari 2023 met een verdere toelichting op zijn standpunt dat de geleverde voordeur en buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning niet beantwoorden aan de aannemingsovereenkomst en de daarbij behorende stukken. De ondernemer heeft per brief van 21 december 2023 gereageerd dat zij geen opmerkingen heeft op het rapport.
Beoordeling van het geschil
Inleiding
Op 19 juli 2021 heeft de consument met de ondernemer een aannemingsovereenkomst gesloten voor de bouw van een woning aan de [adres] te [plaatsnaam]. In deze aannemingsovereenkomst is de SWK garantie- en waarborgregeling 2020 van toepassing verklaard. De ondernemer heeft de woning op 14 februari 2023 opgeleverd.
In geschil tussen partijen is of de door de ondernemer geplaatste voordeur en buitenkozijnen (aan de achterzijde van de woning) conform de aannemingsovereenkomst en de daarvan deel uitmakende stukken zijn.
Uitleg overeenkomst en daarbij behorende stukken
De commissie constateert dat de consument en de ondernemer ieder een andere uitleg geven aan de aannemingsovereenkomst en de daarbij behorende stukken. Sprake is van de situatie dat de letterlijke tekst van de overeenkomst hier ontoereikend is om de gerezen geschillen te beslechten. In dat geval dient de commissie, naar vaste jurisprudentie, de aannemingsovereenkomst en de daarbij behorende stukken aan de hand van de Haviltex-maatstaf (ECLI:NL:HR:1981:AG4158) uit te leggen.
Haviltex-maatstaf
Bij de uitleg van de overeenkomst komt het erop aan welke betekenis partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen, hoe zij zich hebben gedragen en wat zij redelijkerwijs uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten opmaken en op grond daarvan mochten verwachten.
De voordeur (klachtonderdeel 1)
De arbiters stellen vast dat in het renvooi van de verkooptekening staat vermeld “vormgeving voordeuren zijn indicatief.” Hieruit volgt dat de voordeur van de woning nog niet definitief was vastgesteld. De arbiters zijn dan ook van oordeel dat de consument aan de geïllustreerde voordeur in deze tekening redelijkerwijs geen rechten, dan wel verwachtingen, kan ontlenen. De definitieve vormgeving van de voordeur was immers nog afhankelijk van het besluit van de architect daaromtrent. De ondernemer heeft de definitieve vormgeving van de voordeur in de nieuwsbrief van 29 november 2022 bekendgemaakt aan de consument. In deze nieuwsbrief is een tekening van de voordeur te zien die de ondernemer heeft geplaatst in de woning van de consument.
De conclusie uit het voorgaande is dat naar het oordeel van de arbiters de ondernemer haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst ten aanzien van de voordeur is nagekomen. Klachtonderdeel 1 zal dan ook ongegrond worden verklaard en de vordering tot aanpassing van de voordeur zal worden afgewezen.
De buitenkozijnen (klachtonderdeel 2)
Het materiaal
De arbiters stellen vast dat in de technische omschrijving onder het kopje “Buitenkozijnen, ramen en deuren” staat vermeld:
“De buitenkozijnen en ramen van de woning worden uitgevoerd in hardhout en aan de binnenzijde en buitenzijde al dan niet fabrieksmatig dekkend geschilderd met uitzondering van de voorgevel van de bouwnummers 1 t/m 7 en 29 t/m 37. Deze buitenkozijnen worden uitgevoerd in aluminium.
De binnenzijde van de kozijnen en ramen zal uitgevoerd worden in dezelfde kleur als de buitenzijde,
volgens kleur- en materiaalstaat.”
Voorts stellen de arbiters vast dat in de kleur- en materiaalstaat exterieur staat vermeld:
Onderdeel Materiaal Kleur Kleurcode
Kozijnen en ramen Aluminium Champagne/
Bnr 01 t/m 07 bronze(binnen-en buitenzijde gelijk)
Bnr 29 t/m 37
Het bouwnummer van de woning van de consument is 32. De arbiters zijn van oordeel dat de gedetailleerde technische omschrijving prevaleert boven het beknopte overzicht van de kleur- en materiaalstaat. In de kleur- en materiaalstaat is immers niet gespecificeerd of dit het materiaal voor de voor- en/of achterzijde van de woning betreft, terwijl in de technische omschrijving duidelijk uiteen is gezet dat de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning van de consument (bouwnummer 32) worden uitgevoerd in hardhout en dat de buitenkozijnen aan de voorzijde bij uitzondering worden uitgevoerd in aluminium.
De kleur- en materiaalstaat dient dan ook zo te worden gelezen dat dit enkel betrekking heeft op de buitenkozijnen aan de voorzijde van de woning, nu in de technische omschrijving is bepaald dat deze buitenkozijnen in aluminium worden uitgevoerd.
De consument had gelet op het voorgaande redelijkerwijs te verwachten dat de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning in hardhout zouden worden uitgevoerd. Naar het oordeel van de arbiters is de ondernemer met de plaatsing van de hardhouten buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning dan ook niet tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
De kleurstelling
De commissie constateert dat er in de kleur- en materiaalstaat en de technische omschrijving geen kleur is bepaald voor de houten buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning. De keuze voor de kleur van deze was dan ook nog vrij te bepalen door de architect en de ondernemer. De kleur waarvoor is gekozen, is wit, een zeer gebruikelijke kleur voor kozijnen. De arbiters zijn dan ook van oordeel dat de ondernemer met de plaatsing van de witte buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning niet tekortgeschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst, nu er over de kleur van die kozijnen nog niks overeengekomen was en hij daarvoor een gangbare kleur heeft gekozen.
De conclusie uit het voorgaande is dat de ondernemer ook zijn verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst ten aanzien van de buitenkozijnen aan de achterzijde van de woning is nagekomen. Klachtonderdeel 2 zal dan ook eveneens ongegrond worden verklaard en de vordering tot aanpassing van de buitenkozijnen zal worden afgewezen.
Hetgeen partijen ieder voor zich verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft naar het oordeel van de arbiters geen verdere bespreking, nu dat niet tot een ander oordeel leidt.
Garantieregeling
Mede indachtig het hiervoor overwogene moet tevens de conclusie zijn dat de klachten niet vallen onder de reikwijdte van de Garantieregeling. Immers, de klachten betreffen een leveringsgeschil welke zijn uitgesloten van garantie.
Klachtengeld
Nu de klacht van de consument ongegrond wordt verklaard, dient het klachtengeld overeenkomstig het reglement van de commissie voor rekening van de consument te komen. De consument heeft het klachtengeld reeds aan de commissie voldaan, zodat daarover niet meer behoeft te worden beslist.
Beslissing
De arbiters, als goede personen naar billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen geldende voorwaarden, beslissen als volgt:
– verklaren de klachtonderdelen 1 en 2 van de consument ongegrond;
– wijzen de vorderingen van de consument af.
Dit arbitraal vonnis is gewezen te Den Haag op 15 april 2024 en door de arbiters van de Geschillencommissie Garantiewoningen ondertekend.
de heer mr. M.L.J. Koopmans
de heer ir. F.A.J. Münninghoff
mevrouw mr. C. Muller