Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Klacht
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
THU07-0103
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit volgens de consument voort uit een op 10 augustus 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij onder meer verplicht tot het leveren van handdoeken en een hanger tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 41,90 te vermeerderen met € 6,95 verzendkosten. De levering vond plaats in augustus 2007. De consument heeft de klacht op 15 september 2007 voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op het bestelformulier staat een afwikkelingsnummer en daarbij staat verder vermeld dat als aan drie voorwaarden wordt voldaan, gegarandeerd € 50.000,– aan de consument wordt uitbetaald. Er is echter sprake van misleiding, want er worden gouden bergen beloofd maar er gebeurt niets. De consument kan de beloofde € 50.000,– niet afdwingen maar wil weten of dit zo maar straffeloos kan. De consument verlangt een schadevergoeding. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. De commissie is niet bevoegd om over de onderhavige klacht te oordelen. Ook kan de consument niet worden ontvangen in haar klacht omdat deze niet overeenkomstig de algemene voorwaarden eerst aan de ondernemer werd voorgelegd. Er is geen sprake van misleiding maar van een promotioneel kansspel, een zogenoemde predrawn sweepstake. De consument moet uit de mailing begrepen hebben dat geen sprake was van een absolute eenzijdige toezegging van de ondernemer om haar € 50.000,– uit te betalen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Naar aanleiding van het door de ondernemer opgeworpen onbevoegdheidverweer wordt overwogen dat de commissie volgens artikel 3, eerste volzin, Reglement Geschillencommissie Thuiswinkel, voor zover hier van belang, tot taak heeft geschillen tussen een consument en een ondernemer te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten van verkoop op afstand met betrekking tot door de ondernemer te leveren of geleverde diensten en/of zaken. Nu de consument de op 10 augustus 2007 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst met betrekking tot de gekochte handdoeken en hanger aan het verzoek ten grondslag legt, volgt daaruit dat de commissie bevoegd is het geschil tussen de consument en de ondernemer te beslechten voor zover dat betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst en de consument zich op het standpunt stelt dat de ondernemer ter uitvoering van die overeenkomst een geldbedrag van € 50.000,– aan de consument moet uitbetalen. Op grond van het voorgaande acht de commissie zich slechts bevoegd het geschil te behandelen voor zover dat betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst en de consument zich op het standpunt stelt dat de ondernemer ter uitvoering van die overeenkomst een geldbedrag van € 50.000,– aan de consument moet uitbetalen. De consument stelt echter niet, althans niet duidelijk en gemotiveerd, dat de ondernemer ter uitvoering van de op 10 augustus 2007 met betrekking tot de gekochte handdoeken en hanger gesloten overeenkomst een geldbedrag van € 50.000,– aan de consument zou moeten moet uitbetalen. Uit de stellingen van de consument volgt ook niet, althans niet duidelijk en gemotiveerd, dat in het kader van die tussen partijen gesloten overeenkomst met betrekking tot de handdoeken en een hanger, sprake was van zodanige verklaringen of gedragingen van de ondernemer dat de consument daaruit redelijkerwijze mocht begrijpen dat de ondernemer zich door het enkel sluiten van die overeenkomst met betrekking tot de handdoeken en een hanger (ook) wilde verbinden tot het uitbetalen van een geldbedrag van € 50.000,– aan de consument. Uit de stellingen van de consument volgt daarentegen juist dat zij ook zelf beseft dat zij de ondernemer niet kan dwingen tot de uitbetaling van de bewuste € 50.000,–. Wat van die stellingen verder echter ook precies zij: voor zover de commissie bevoegd is het geschil te behandelen dat betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst en de consument zich op het standpunt stelt dat de ondernemer ter uitvoering van die overeenkomst een geldbedrag van € 50.000,– aan de consument moet uitbetalen, heeft de consument haar klacht niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden bij de ondernemer ingediend alvorens haar bij de commissie aanhangig te maken. Artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a, Reglement Commissie Thuiswinkel bepaalt echter, samengevat, dat de commissie op verzoek van de ondernemer – gedaan bij eerste gelegenheid – de consument in de klacht niet ontvankelijk verklaart, indien de klacht niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden bij de ondernemer is ingediend en vervolgens pas bij de commissie aanhangig is gemaakt. Voor zover de commissie bevoegd is, is de consument dan ook niet-ontvankelijk in haar klacht. Op grond van het voorgaande is de commissie op basis van artikel 3 Reglement Commissie Thuiswinkel niet bevoegd het geschil te behandelen voor zover dat geen betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst. Voor zover de consument beoogt meer kwesties ter beoordeling aan de commissie voor te leggen, is de commissie dus niet bevoegd daarvan op basis van artikel 3 Reglement Commissie Thuiswinkel kennis te nemen en daarover te oordelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de stellingname van de consument dat zij een uitspraak wenst over de geoorloofdheid van op consumenten gerichte uitingen als de onderhavige in het algemeen, waarbij dus het sluiten van een koopovereenkomst wel een voorwaarde is voor deelname aan een promotioneel kansspel, een zogenoemde predrawn sweepstake, maar binnen welk kansspel volgens de consument vervolgens ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat het geldbedrag van € 50.000,– gegarandeerd aan de betrokkene wordt uitbetaald. De commissie overweegt verder dat zij ingevolge artikel 4 Reglement Geschillencommissie Thuiswinkel ook bevoegd is een geschil te behandelen, indien en voor zover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. De consument heeft met de ondertekening van het vragenformulier wel verklaard zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen, maar de ondernemer wenst zich blijkens het gevoerde verweer met betrekking tot onderwerpen die geen betrekking hebben op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst niet aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen. In zoverre kan de commissie zich dus ook op basis van artikel 4 Reglement Geschillencommissie Thuiswinkel niet bevoegd achten het geschil te behandelen voor zover dat geen betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst. Op grond van het voorgaande zal de commissie zich onbevoegd verklaren het geschil te behandelen voor zover dat geen betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst, en zal de consument in de klacht niet kunnen worden ontvangen voor zover dat wel betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst. Gelet op het voorgaande behoeven de overige geschilpunten geen bespreking meer. Daarom wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen voor zover dat geen betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst. De consument wordt in de klacht niet-ontvankelijk verklaard voor zover dat betrekking heeft op de uitvoering van de op 10 augustus 2007 tussen partijen gesloten overeenkomst. Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, op 10 december 2007.