![De Geschillencommissie](/wp-content/uploads/2019/02/logo-gsc.png)
Commissie: Kinderopvang
Categorie: Kosten / opvanguren
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
240904/250546
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De ondernemer heeft de kinderopvanglocatie op 5 december 2023 anderhalf uur eerder gesloten maar heeft de opvangkosten wel in rekening gebracht bij de consument. De consument is het daar niet mee eens. De ondernemer geeft aan de pedagogisch medewerkers al jaren op 5 december anderhalf uur eerder naar huis te laten gaan om het Sinterklaasfeest te vieren. Het verrekenen van de opvanguren per kind en per ouder zou ondoenlijk zijn voor de ondernemer en daarom is gekozen om de vrije uren te verwerken in het uurtarief van de opvang. Dat deze uren verwerkt zijn in het uurtarief heeft de ondernemer naar het oordeel van de commissie niet aangetoond. In het contract dat de consument met de ondernemer heeft gesloten of in de algemene voorwaarden van de ondernemer is niets opgenomen over een regeling voor de eerdere sluiting op 5 december of een verrekening van de verlofuren. In de CAO Kinderopvang is 5 december niet als feestdag genoemd. De commissie verklaart de klacht van de consument gegrond. De ondernemer dient de niet genoten opvanguren aan de consument te vergoeden.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
De ondernemer heeft de kinderopvanglocatie op 5 december 2023 anderhalf uur eerder gesloten maar heeft de opvangkosten wel in rekening gebracht bij de consument. De consument is het niet eens met die handelwijze.
Standpunt van de consument
De twee dochters van de consument worden opgevangen op een BSO locatie van de ondernemer. Op 5 december 2023 heeft de ondernemer de BSO locatie 1,5 uur eerder gesloten om de pedagogisch medewerkers op de dag van het vieren van het Sinterklaasfeest eerder vrij te geven. Tot verbazing van de consument werden de opvanguren van in totaal € 32,52 wel bij hem in rekening gebracht. Hiermee wordt een ‘cadeautje’ van de ondernemer (als werkgever van de pedagogisch medewerkers) op de ouders afgewenteld. De consument is het niet eens met die handelwijze. De consument heeft de ondernemer dan ook om uitleg gevraagd. Als toelichting werd gegeven dat de ondernemer gerechtigd is werknemers op feestdagen vrij te geven en de anderhalf uur sluiting is verdisconteerd in het uurtarief. Ook werd gezegd dat de consument geen financieel nadeel ondervond omdat hij kinderopvangtoeslag over de uren ontvangt. 5 december is echter geen officiële feestdag of vrije dag volgens de vigerende CAO Kinderopvang en van de kinderopvangtoeslag mag geen oneigenlijk gebruik worden gemaakt. Toeslag kan slechts worden verkregen voor opvanguren die daadwerkelijk zijn aangewend.
De ondernemer heeft de consument bij wijze van schikking aangeboden het bedrag van € 32,52 aan hem te vergoeden. De consument heeft dit niet geaccepteerd omdat de ondernemer het beleid wat dit betreft niet wil aanpassen. In volgende jaren zal de situatie zich dan ook weer voordoen.
Het gaat om een relatief gering bedrag maar voor de consument gaat het om het principe. De ondernemer kan niet ‘op de zak van de ouders’ een cadeau geven aan de medewerkers middels het hanteren van oneigenlijke argumenten. De consument is van mening dat de ondernemer zijn methodiek dient aan te passen zodat hij in volgende jaren niet opnieuw een klacht hoeft in te dienen. De consument vraagt dan ook om een oordeel van de commissie.
Standpunt van de ondernemer
Al jaren laat de ondernemer de pedagogisch medewerkers op 5 december anderhalf uur eerder naar huis gaan om het Sinterklaasfeest te vieren. Het verrekenen van de opvanguren op 5 december per kind en per ouder zou de ondernemer voor een extra administratieve taak stellen die vrijwel ondoenlijk is. Om die reden heeft de ondernemer ervoor gekozen de vrije uren te verdisconteren in het uurtarief van de opvang.
De ondernemer begrijpt dat er onduidelijkheid is opgetreden bij de consument. Dit was niet de bedoeling van de ondernemer. Om de consument tegemoet te komen heeft de ondernemer de consument aangeboden de 1,5 opvanguren en het griffierecht te vergoeden. Daarnaast zal in de communicatie aan de ouders duidelijker worden verwoord waarom de opvang jaarlijks op 5 december 1,5 uur eerder wordt gesloten en hoe dit in de tarieven is verwerkt. Het beleid zal niet worden aangepast. De consument heeft het aanbod van de ondernemer helaas niet geaccepteerd.
Beoordeling van het geschil
De ondernemer heeft ervoor gekozen zijn pedagogisch medewerkers op 5 december anderhalf uur eerder vrij te geven. Die niet gewerkte uren worden wel in rekening gebracht aan de consumenten. In het contract dat de consument met de ondernemer heeft gesloten of in de algemene voorwaarden van de ondernemer is niets opgenomen over een regeling voor de eerdere sluiting op 5 december of een verrekening van de verlofuren.
In de CAO Kinderopvang is in artikel 7.7 lid 1 “Verlof op feestdagen” 5 december niet als feestdag genoemd. De commissie begrijpt dat de ondernemer artikel 7.7 lid 3 heeft toegepast op grond waarvan de werkgever een medewerker verlof kan verlenen voor het vieren van een bijzondere feestdag. In de derde bullet van dat artikel is opgenomen dat de werkgever er in dat geval voor kan kiezen het salaris wel of niet door te betalen. De ondernemer heeft ervoor gekozen het salaris wel door te betalen maar heeft de kosten hiervan doorberekend aan de ouders.
De ondernemer heeft gesteld dat de uren zijn verdisconteerd in het uurtarief van de opvang maar de ondernemer heeft dit op geen enkele manier toegelicht of aangetoond. Evenmin heeft de ondernemer aangetoond dat de regeling is goedgekeurd door de oudercommissie.
De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer de verlofuren van 5 december 2023 voor de pedagogisch medewerkers op onjuiste gronden in rekening heeft gebracht bij de consument. Ter voorkoming van klachten in de toekomst adviseert de commissie de ondernemer het beleid wat dit betreft aan te passen. De commissie verklaart de klacht van de consument dan ook gegrond en zal bepalen dat de ondernemer de niet genoten opvanguren ten bedrage van in totaal € 32,52 aan de consument dient te vergoeden.
Omdat de klacht gegrond is is de ondernemer voorts het klachtengeld aan de consument verschuldigd.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 32,52 ter zake van de niet genoten opvanguren van 5 december 2023 aan de consument dient te vergoeden;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 25,00 aan de consument dient te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer mr. E.A.J. Vergouwen en mevrouw E.C. Rosemünd, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 27 mei 2024.