Niet-nakoming bij de levering van een huurboot

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: huurovereenkomst / Niet-nakoming overeenkomst    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 225573/236517

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De uitspraak betreft een huurovereenkomst van een boot tussen consument en ondernemer. In eerste instantie bleek dat de gehuurde boot niet beschikbaar was. Hierop heeft de ondernemer de consument een vervangende boot ter beschikking gesteld, met de afspraak dat hij de origineel gehuurde boot twee dagen later af zou leveren op Schiermonnikoog, waar de consument zou verblijven. Bij het uitvaren bleek dat de vervangende boot meerdere gebreken had. Ook ontbraken er veel zaken uit de inventaris van de boot. De ondernemer is de afspraak van het afleveren van de origineel gehuurde boot ook niet nagekomen. Hierdoor was de consument genoodzaakt om voor een deel van het gezin een hotelovernachting te boeken, nu de vervangende boot een stuk kleiner was. De consument stelt zich op het standpunt dat de ondernemer tekort is geschoten in nakoming van de overeenkomst.

Wat is de beslissing?

De commissie volgt in haar beslissing de zienswijze van de consument. Hierdoor is de commissie ook van oordeel dat de ondernemer tekort is geschoten in het nakomen van de overeenkomst. De commissie acht de klacht van de consument gegrond, en beveelt de ondernemer tot terugbetaling van de gehele huursom.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Waterrecreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De mondelinge behandeling heeft op 11 maart 2024 plaatsgevonden. De consument is ter zitting verschenen. De ondernemer is zonder bericht van verhindering niet verschenen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de vraag of de ondernemer tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst tussen partijen.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft een boot gehuurd van de ondernemer voor de periode zaterdag 8 juli 2023 (opstaptijd 14:00) tot en met zaterdag 22 juli 2023 (afstaptijd 10:00). De gehuurde boot heeft de naam “Vrouwe Neeltje”, is 14 meter lang en van het type Tjalk. Op de dag van vertrek bleek dat de gehuurde boot niet beschikbaar was. Partijen hebben toen afgesproken dat de consument in de tussentijd een kleinere boot ter beschikking kreeg op de voorwaarde dat de ondernemer de gehuurde boot, Vrouwe Neeltje, op maandag 10 juli 2023 aan de consument zou afleveren op Schiermonnikoog. Na het uitvaren bleek dat de vervangende boot meerdere gebreken had, zoals een lekkende kajuit en een defect toplicht, ankerlier en marifoon. Daarnaast had de vervangende boot een incomplete inventaris. De verbanddoos, scheepshoorn, verrekijker, kompas, navigatiegerei ontbraken. Ook kwam de ondernemer zijn verplichting om de gehuurde boot op 10 juli 2023 aan de consument op Schiermonnikoog te leveren niet na. Als gevolg hiervan was de consument genoodzaakt om een hotelovernachting voor een deel van het gezin te boeken. De consument heeft de vervangende boot vervolgens op woensdag 12 juli 2023 ingeleverd bij de thuishaven.

Volgens de consument is de ondernemer door het niet afleveren van de gehuurde boot en de gebreken aan de vervangende boot tekortgeschoten in de nakoming van de huurovereenkomst tussen partijen. De consument doet daarom een beroep op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden voor de ontbinding van de huurovereenkomst.

De consument verzoekt de commissie om te bepalen dat de ondernemer aan de consument de gehele huursom (€ 3.725,–) en een compensatie dient te betalen.

Standpunt van de ondernemer

In een bericht van 19 oktober 2023 heeft de ondernemer aan de commissie laten weten dat hij zijn verweer op de klacht dat weekend zal indienen. De commissie heeft echter geen verweer van de ondernemer ontvangen. De ondernemer heeft zonder enige toelichting een kopie van de whatsappgesprekken tussen hem en de consument en foto’s van een boot en zijn pinpas overgelegd.

Beoordeling van het geschil

De consument heeft een beroep gedaan op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden. Ingevolge dit artikel kan de consument de huurovereenkomst ontbinden, zonder dat hij daarvoor naar de rechter hoeft te gaan, als de ondernemer zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt. De ondernemer moet dan onmiddellijk alle bedragen terugbetalen die de consument al heeft betaald.

De commissie oordeelt als volgt.

Als onweersproken is komen vast te staan dat de gehuurde boot bij aanvang van de gehuurde periode niet beschikbaar was, dat de ondernemer als vervanging van de gehuurde boot een kleinere boot met meerdere gebreken heeft aangeboden en dat de ondernemer, ondanks zijn toezegging daartoe, de gehuurde boot ook niet later op Schiermonnikoog heeft geleverd aan de consument. Gelet hierop is de commissie van oordeel dat de ondernemer tekortgeschoten is in de nakoming van de huurovereenkomst en dat de consument gerechtigd was om de huurovereenkomst te ontbinden. Op grond van artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden dient de ondernemer bij ontbinding van de huurovereenkomst alle bedragen terug te betalen die de consument heeft betaald. De commissie zal daarom bepalen dat de ondernemer de door de consument betaalde huursom van € 3.725,– geheel dient terug te betalen.

Het verzoek van de consument voor verdere compensatie wordt wegens gebrek aan onderbouwing afgewezen.

Klachtengeld
Nu de consument in het gelijk wordt gesteld dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Behandelingskosten
De commissie zal voorts bepalen dat de ondernemer als de in het ongelijk gestelde partij overeenkomstig het reglement van de commissie behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument binnen twee weken na ontvangst van dit
bindend advies de door de consument betaalde huursom van € 3.725,00 terugbetaald;
– bepaalt dat de ondernemer eveneens binnen twee weken het door de consument
betaalde klachtgeld van € 127,50 aan haar vergoedt;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de
commissie behandelingskosten verschuldigd is.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M. Bakker, mevrouw mr. M. Lodewijkx – Spithoff, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns – van Waasdijk, secretaris, op 11 maart 2024.